BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nummer 7448 / 11
Betreft zaak: Internetnotarissen
Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1 Openbare versie Datum ontvangst klacht: 30 mei 2012
Op 30 mei 2012 ontving de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) uw klacht over Netwerknotarissen en de Federatie van Regioveilingen inzake het handelen van Veilingbiljet.nl. De NMa heeft u in een overleg op 2 juli 2012 op grond van artikel 4:5 Algemene wet
bestuursrecht (Awb) verzocht uw klacht aan te vullen. Uit de besluitaanvraag en uw toelichting bleek dat de klacht met name was gericht op het gedrag van Netwerknotarissen B.V., de site veilingbiljet.nl en de Federatie van Regioveilingen. De Stichting Notarieel Instituut Internetveilen (NIIV) wordt ook als partij genoemd in uw klacht.
De NMa stelt klachten op prijs, aangezien klachten van groot belang zijn voor de effectiviteit van de NMa. Bij de NMa komen echter meer signalen en klachten over gedragingen van
ondernemingen binnen dan zij aan onderzoek kan onderwerpen gezien de haar beschikbare tijd en middelen. De NMa is daarom genoodzaakt om bij de behandeling van klachten een
prioriteringsbeleid te hanteren. Dit houdt in dat de NMa aan de hand van een weging van het algemeen belang, het individuele belang van aanvrager en eventueel betrokken maatschappelijke belangen bepaalt of zij naar aanleiding van een klacht nader onderzoek verricht. Het aldus bepaalde belang van nader onderzoek naar aanleiding van een klacht wordt daarbij integraal afgewogen tegen het belang van onderzoek in andere zaken.
Openbare versie
2
Openbare versie
In het licht van de bovengenoemde belangenafweging geeft de NMa momenteel voorrang aan andere onderzoeken. Hiervoor zijn meerdere redenen. In de eerste plaats is het economisch belang van de betrokken gedraging relatief gering. De betrokken gedraging betreft het aanbieden van internet advertenties voor executieveilingen. Op basis van een eerste inschatting lijkt de markt waarop deze gedraging plaatsvindt aangemerkt te moeten worden als de markt voor advertenties van onroerend goed op executieveilingen. Deze markt kende over de afgelopen jaren een omzet van slechts circa € 600.000,00 per jaar.
Voorts zou de gestelde overtreding bestaan uit misbruik van een economische machtspositie door Veilingbiljet/Netwerknotarissen (via haar dochter Notapp B.V.). Voor het onderzoek naar dit type overtredingen is een aanzienlijke inzet van middelen benodigd. Daarentegen moet de kans dat op basis van het te verrichten onderzoek een overtreding kan worden vastgesteld, gering worden geacht. Daarbij speelt een rol dat op voorhand geenszins vast is komen te staan dat Veilingbiljet of Notapp over een economische machtspositie zou beschikken. Als er sprake zou zijn van een machtspositie om veilingbiljet te bevoordelen boven veilingnotaris.nl dan zou die macht bij NIIV liggen. Niet gebleken is echter dat netwerknotarissen of Notapp een doorslaande stem in NIIV hebben. Bovendien zijn er geen aanwijzingen zijn dat, zou er wel sprake zijn van een machtspositie van Notapp of NIIV, er misbruik wordt gemaakt van die machtspositie. Veilingnotaris.nl lijkt bijvoorbeeld op vergelijkbare wijze en tegen vergelijkbare kosten data van NIIV/veilingdossier te kunnen betrekken. Bovendien zijn er aanwijzingen dat met het verder uniformeren van een systeem van regioveilingen ook een maatschappelijk doel wordt gediend om executieveilingen ordentelijker te laten verlopen dan in het verleden het geval was. De
doelmatigheid en doeltreffendheid van NMa optreden tegen de gestelde overtreding is daarmee dan ook gering.
Toetsing van de klacht aan de overige prioriteringscriteria geeft de NMa, alles afwegende, geen of onvoldoende aanleiding om de besluitaanvraag toch in behandeling te nemen.
Openbare versie
3
Openbare versie
Gezien het bovenstaande weegt het belang van onderzoek naar aanleiding van deze klacht minder zwaar dan het belang van onderzoek in andere zaken. De NMa zal dan ook geen
onderzoek doen naar aanleiding van deze klacht. Dit sluit overigens niet uit dat de afweging in de toekomst anders zou kunnen uitvallen.
Datum: 1 oktober 2012
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:
w.g. Stijn van den Broek,
Clustermanager Handel, Diensten en Transport, Directie Mededinging
