BESLUIT
Nummer 5700 / 70
Betreft zaak: Van Kerkhof & Visscher B.V.
Openbaar
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1
Openbaar
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op
het bezwaar gericht tegen het besluit van de Raad van Bestuur van 29 juni 2007, kenmerk 5700/ 53.
I VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1 Bij besluit van 29 juni 2007 (‘het bestreden besluit’) heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (‘de Raad’) vastgesteld dat
Van Kerkhof & Visscher B.V. (‘Van Kerkhof’), Renault Rotterdam B.V. en Renault Nederland B.V. artikel 34 van de Mededingingswet (‘Mw’) hebben overtreden door de concentratie tussen Van Kerkhof en Renault Rotterdam B.V. tot stand te brengen voordat het voornemen daartoe is gemeld aan de Raad en vervolgens vier weken zijn verstreken.
2 De Raad heeft voor de genoemde overtreding op grond van artikel 79, eerste lid jo. Artikel 74, eerste lid, Mw een boete van EUR 18.000 opgelegd aan Van Kerkhof. Tevens heeft de Raad een boete van EUR 18.000 opgelegd aan Renault Rotterdam B.V. en Renault Nederland N.V., waarbij beide rechtspersonen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het geheel.
3 Tegen het bestreden besluit heeft Van Kerkhof op 7 augustus 2007 tijdig en gemotiveerd bezwaar aangetekend.
4 De Raad heeft de bezwaren tegen het bestreden besluit voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (‘Adviescommissie’). 5 Op 17 september 2007 heeft Van Kerkhof laten weten afstand te doen van zijn recht te
Openbaar
2
Openbaar
II HET BEZWAAR
6 In haar bezwaar stelt Van Kerkhof dat de Raad zijn beleid niet juist heeft toegepast. Daarbij benadrukt zij dat de concentratie uiteindelijk wél is aangemeld en dat de Raad vervolgens een vergunning voor deze concentratie niet noodzakelijk achtte. Dat daarbij de termijn van vier weken die in artikel 34 Mw is voorgeschreven niet in acht is
genomen, vloeit volgens Van Kerkhof voort uit de noodzaak om de werknemers van de onderneming zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen en hen te behouden voor de onderneming.
III HET ADVIES VAN DE ADVIESCOMMISSIE
7 Op 9 november 2007 heeft de Adviescommissie haar advies vastgesteld (‘Advies’) en uitgebracht aan de Raad. Het Advies is aan dit besluit gehecht en maakt hiervan integraal onderdeel uit.
8 De Adviescommissie concludeert tot verwerping van het bezwaar.
9 Ten overvloede adviseert de Adviescommissie de Raad om het besluit op bezwaar nader te motiveren in overeenstemming met punt 15 van het Advies:
“ Mede in het licht van een mogelijke toetsing van een evenwichtige beleidsbepaling wenst de Adviescommissie de Raad in overweging te geven om in het besluit op bezwaar de keuze om de boete met 20% zijnde EUR 4.500 te verlagen ten opzichte van het boetemaximum, aanvullend te motiveren.”
IV BEOORDELING EN REACTIE VAN DE RAAD OP HET ADVIES
10 Na zich ervan te hebben vergewist dat het Advies zorgvuldig tot stand is gekomen, heeft de Raad als volgt besloten.
11 De Raad beslist conform het Advies van de Adviescommissie.
Openbaar
3
Openbaar
directeur-generaal van de NMa), waarnaar is verwezen in de voetnoten 17 en 18 van het bestreden besluit.
13 Twintig procent markeert een duidelijk en evenredig verschil met de situatie waarin een melding (om welke reden dan ook) langer dan wel geheel achterwege blijft en geen medewerking wordt verleend bij de handhaving van artikel 34 Mw, hetgeen opsporing en bestraffing bemoeilijkt. Een groter matigingspercentage zou afbreuk doen aan de afschrikwekkende werking van de voor het preventieve concentratietoezicht essentiële standstill-bepaling. Uiteraard zijn er met en tussen de eerdere gevallen zekere verschillen in omstandigheden waarneembaar, maar de Raad acht het gezien de aard van de overtreding en de door de wetgever bepaalde strafmaat niet passend bij de boetetoemeting een al te fijnmazige differentiatie toe te passen.
14 Ten slotte wijst de Raad erop dat, waar het bestreden besluit consistent is met de in het verleden ontwikkelde praktijk, hij daarmee niet vooruit wenst te lopen op het toekomstige beleid, dat om een nieuwe oriëntatie vraagt in het licht van de door de wetgever per 1 oktober 2007 sterk verhoogde strafmaat.1
1 Wet van 28 juni 2007, houdende wijziging van de Mededingingswet als gevolg van de evaluatie van die wet, Stb. 2007, 284,
alsmede het besluit van 21 juli 2007, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding, Stb. 2007, 2007. Volgens het gewijzigde artikel 74, eerste lid, bedraagt de boete “ ten hoogste € 450 000 of, indien het een onderneming of
ondernemersvereniging betreft en indien dat meer is, van ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming,
Openbaar
4
Openbaar
V BESLUIT
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit:
A) verklaart het bezwaar tegen het besluit van de Raad van 29 juni 2007 met kenmerk 5700/ 53 ongegrond;
B) laat de bij het besluit van 29 juni 2007 aan Van Kerkhof & Visscher B.V. opgelegde boete van EUR 18.000 in stand.
Datum: w.g 12-12-2007
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, overeenkomstig het door de Raad genomen besluit,
namens deze,
P. Kalbfleisch
Voorzitter Raad van Bestuur
