BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.
Nummer 6747 / 4
Betreft zaak: Menzis vs Apotheek van Dalen
Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1
Openbare versie
Op 31 juli is door O.W.M. Menzis Zorgverzekeraar U.A. en O.W.M. AnderZorg U.A. (hierna tezamen aan te duiden als ‘Menzis’) een besluitaanvraag ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Op 5 augustus is door de NMa in een telefonisch gesprek te kennen gegeven dat op basis van artikel 18 van de Wmg de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) primaat heeft bij klachten over aanmerkelijke machtmacht/ misbruik van een economische machtspositie. Op 6 augustus heeft de NMa Menzis per brief laten weten dat zij de NZa heeft verzocht aan te geven of de NZa bevoegd is en of zij voornemens is in deze zaak zelf op te treden. Dit volgens de procedure zoals vastgelegd in artikel 7 lid 2 en 3 van het
Samenwerkingsprotocol tussen de NMa en NZa. De NMa heeft inmiddels van de NZa vernomen dat zij voornemens is uw klacht in behandeling te nemen.
Bij de NMa komen meer signalen en klachten tegen gedragingen van ondernemingen binnen dan zij aan onderzoek kan onderwerpen gezien de haar beschikbare tijd en middelen. De NMa is daarom genoodzaakt om bij de behandeling van klachten een prioriteringsbeleid te hanteren. De gehanteerde prioriteringscriteria, zoals vastgelegd in de NMa-Agenda 2004, zijn: economische importantie, het belang van de consument, de ernst van de overtreding en de vermoedelijke overtreding en de doeltreffendheid en doelmatigheid van het optreden van de NMa.
Gezien het voornemen van de NZa om de klacht van Menzis in behandeling te nemen, is het voor de NMa niet doeltreffend of doelmatig om op te treden. In het licht van dit
Openbare versie
2
Openbare versie
Aldus opgemaakt te Den Haag op:
Datum: 4 september 2009
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:
w.g. Dhr. mr. G.J.C.M. Bakker Directeur Directie Mededinging