Vraag nr. 116 van 9 juli 2002
van mevrouw VEERLE DECLERCQ Chartreusegebied Brugge – Bescherming
Het Chartreusegebied is in grote lijnen gelegen ten noorden van de E40, tussen de Heidelbergstraat, de expresweg N31 en de Koning Albertlaan. Op het vlak van natuur, maar ook op cultuurhisto-risch vlak is het gebied zeer waardevol. Het her-bergt de dertiende-eeuwse hoeve Magdalenahof, het Groot Magdalenagoed genaamd, en de veer-t i e n d e-eeuwse hoeve Magdalenagoed, heveer-t Klein Magdalenagoed genaamd. Bovendien zit er een grote archeologische rijkdom in de bodem.
1. Bestaan er plannen om, in het kader van de be-scherming van de open ruimten en de vrijwaring van een uniek stuk cultuurhistorisch erfgoed, d e meest waardevolle historische hoeve het Groot Magdalenagoed te beschermen ?
2. Bestaan er plannen om, op basis van de decre-ten en de regelgeving inzake monumendecre-ten, landschapszorg en archeologie, dit waardevolle Chartreusegebied te beschermen ?
Antwoord
1. De twee voormelde hoeven hebben ongetwij-feld een historische waarde. Toch zijn deze hoe-ven in hun huidige verschijningsvorm in die mate aangetast door recente ingrepen dat ze be-zwaarlijk monumentwaarde kunnen worden toegekend.
Het ontwerp-BPA opgemaakt door de stad Brugge voorziet in het behoud van deze twee historische sites en van de toegangsdreef van het Magdalenagoed ( B PA : b i j zonder plan van aanleg – red.).
Ik ben van mening dat de beschermende maat-regelen van het BPA de gepaste oplossing bie-den voor het voortbestaan van deze sites, g e l e t op onder meer volgende specifieke voorschrif-ten : " . . . de authentieke onderdelen van deze be-bouwing dienen behouden te blijven. E v e n t u e l e herstellingen en of verbouwingen dienen volle-dig in functie te staan van het behoud of het herstel van het authentieke karakter van deze bebouwing..."
2. Archeologische waarde : conform het decreet houdende bescherming van het archeologisch patrimonium van 30 juni 1993 vallen het verder onderzoek m.b. t . en de bescherming van derge-lijke sites onder de bevoegdheid van het Insti-tuut voor het Archeologisch Patrimonium. Het betreft vermoedelijk restanten van grafheu-vels uit het Bronzen Tijdperk.
