Vraag nr. 14 van 8 oktober 1998
van mevrouw GERDA RASKIN
Heraanleg Naamsevest Leuven – Resultaat
Enige tijd geleden werd de Naamsevest (kruispunt met Naamsestraat/Naamsesteenweg) in Leuven heraangelegd. Hierbij werden een aantal ingrijpen-de veraningrijpen-deringen doorgevoerd, met als hoofddoel het aantal ongevallen op dit kruispunt te verminde-ren.
Is het aantal ongevallen nu effectief verminderd ? Beschikt de minister reeds over gegevens terzake, eventueel naar verschillende categorieën van weg-gebruikers ?
Antwoord
De herinrichting van de ring rond Leuven (R23) tussen de Volmolenlaan (Dijle) en de Nieuwe Kerkhofdreef door het Vlaams Gewest en de stad Leuven was ingegeven door meerdere motieven, zoals :
– aanleg veilige vrijliggende fietspaden, voetpa-den, afgebakende parkeerzones en bushalten, inbegrepen het vernieuwen van het straatmeu-bilair ;
– aanleg van veilige voetgangersoversteken ; – aanleg van een nieuw rioleringsstelsel ;
– verbeteren van de leefbaarheid en verfraaien van de vesten ;
– vernieuwen van de rijweg (inbegrepen aanpas-sen van lengteprofiel ter hoogte van het kruis-punt met de Naamsestraat en de Naamsesteen-weg) ;
– verbeteren van de doorstroming van het auto-verkeer (creëren van linksafslaande zones) ; – verbeteren van de verkeersveiligheid door
onder andere het compacter maken van het kruispunt R23/Naamsestraat en Naamsesteen-weg en het herinrichten van de kruispunten met de Constantin Meunierstraat, de Leo Dartelaan en de Parkpoort.
Met betrekking tot de evaluatie van de verkeers-veiligheid op het ganse traject van de gerenoveerde vesten, en meer in het bijzonder ter hoogte van het kruispunt Naamsevest/Naamsestraat/Naamsesteen-weg, is het thans vrij moeilijk om reeds een
uit-spraak te doen.
Aangezien de werken pas werden beëindigd voor het bouwverlof van 1998, is het niet zinvol nu reeds conclusies te trekken uit de ongevallenstatistieken van juli, augustus en september. De weggebruikers moeten zich immers nog gewennen aan de nieuwe configuratie.
Het is de bedoeling om de herinrichting te evalu-eren na een periode van minstens zes maanden tot één jaar.