Vraag nr. 103 van 7 april 2000
van de heer JAN PENRIS
Kabouter Plop-film – Subsidiëring
Begin april startten de opnames van de tweede "Kabouter Plop"-f i l m . De eerste (De Kabouter-schat) trok meer dan een half miljoen kijkers. In tegenstelling tot minder succesvolle producties ("Blinker" trok 135.000 kijkers, "Alles moet weg" slechts 36.000, die respectievelijk werden gesubsi-dieerd met 24,5 en 20 miljoen) wordt deze nieuwe film "Plop in de wolken" niet gesubsidieerd, n i e t t e-genstaande de veelbelovende introductie van de nieuwe figuren kabouter Snot, Stink en Jeuk. Waarom komt deze film blijkbaar niet in aanmer-king voor subsidiëring ?
Of worden er alsnog middelen vrijgemaakt voor deze wellicht interessante productie ?
Antwoord
De eerste Kabouter Plop-film ("De Kabouter-schat") trok inderdaad meer dan een half miljoen k i j k e r s, maar dan wel in Vlaanderen en Nederland s a m e n ; in Vlaanderen alleen waren dat er onge-veer 250.000.
Voor deze film, die in 1999 in de zalen liep, w e r d destijds geen productiepremie aangevraagd, m a a r alleen een premie op basis van de bruto-ontvang-s t e n . Dit ibruto-ontvang-s een automatibruto-ontvang-sche bruto-ontvang-steunverlening, die in principe aan alle langspeelfilms die geheel of ge-deeltelijk erkend zijn als behorend tot de V l a a m s e gemeenschap, wordt toegekend.
Eind december 1999 werd een aanvraag om pro-ductiesteun ingediend voor een tweede Kabouter P l o p - f i l m , met de titel "Plop redt grootvader Knap".
De Vlaamse Audiovisuele Selectiecommissie bracht op 25 januari 2000 enkel een gunstig advies uit voor de toekenning van een premie ten bedrage van 25 % van de brutozaalontvangsten. Er werd niet ingegaan op de vraag om een productiepremie ten belope van 15 miljoen frank toe te kennen. De producent vroeg hierop een hearing bij de com-m i s s i e. Deze hearing had plaats op 29 februari 2 0 0 0 , waarna een aanvullend advies werd uitge-bracht, waarvan ik de conclusie citeer :
"De commissie heeft begrip voor de productionele omstandigheden van het project, maar wijst toch op de noodzaak van een grotere financiële input van de betrokken omroep, die de volledige com-merciële spin-off naar zich toe trekt. Het toeken-nen van een productiepremie zou in feite neerko-men op een indirecte steun aan deze omroep. D e commissie blijft dan ook bij haar principieel stand-punt om geen productiepremie toe te kennen en de premie op basis van de bruto-ontvangsten ten volle te laten spelen."