Vraag nr. 246 van 15 juli 1997
van de heer CHRIS VANDENBROEKE Thuisverzorgers – Parkeerfaciliteiten
Het is voor iedereen duidelijk dat, ten gevolge van de vergrijzing enerzijds en van de vergrijzing in de vergrijzing anderzijds, de zorgsectoren in het alge-meen in toenemende mate zullen worden be-vraagd.
Dit is in het bijzonder het geval voor de thuisver-z o r g i n g, een sector die op thuisver-zich vrij heterogeen van aard en samenstelling kan worden genoemd. Behalve medische en paramedische handelingen, omvat de thuisverzorging inderdaad nog veel meer o n d e r d e l e n . Telkens gaat het om vormen van dienstverlening waarvoor het belangrijk is dat men zich optimaal voor de klanten en/of patiënten kan i n z e t t e n , zonder dat dit onder tijdsdruk moet ge-beuren.
Wanneer bepaalde thuisverzorgers (onder meer sociale helpers, sanitaire helpers, enzovoort) in een buurt met zones betalend parkeren moeten zijn, rijzen terzake heel vaak problemen. In tegenstel-ling tot hun collega’s die een medische of parame-dische titel voeren, beschikken zij niet over een bepaald logo dat hun toelaat gratis te parkeren. I n de gegeven omstandigheden zien zij zich met ande-re woorden verplicht te zoeken naar een niet-beta-lende parkeerplaats, wat uiteraard een enorm tijd-verlies tot gevolg heeft, of ze lopen telkens weer het risico op een forse geldboete omdat de gelden-de parkeerregels worgelden-den overtregelden-den.
Naar ik verneem heeft het stadsbestuur van A n t-werpen terzake een regeling getroffen door in een specifieke parkeerkaart voor thuisverzorgenden te voorzien.
Wordt dit parkeerfaciliteitenbeleid overgelaten aan de lokale besturen, of zijn er coördinatie-initiatie-ven vanuit de diensten van de minister ?
Wordt er eventueel aan een algemene regeling gewerkt ?
Antwoord
1. In deze materie zijn federale en gewestoverhe-den bevoegd.
De uitvoering van het parkeerbeleid op ge-meentelijke en provinciale wegen valt onder de
bevoegdheid van het gemeentebestuur, m i t s goedkeuring van het federale ministerie van Verkeer en Infrastructuur, bestuur van de Ve r-keersreglementering en van de Infrastructuur, dienst We g v e i l i g h e i d . Dit ministerie valt onder de voogdij van de federale staatssecretaris bevoegd voor Verkeersveiligheid, Jan Peeters. De dienst Wegveiligheid is bevoegd voor alle gebods- of verbodsmaatregelen inzake ver-keersveiligheid. Ook het toekennen van bijzon-dere parkeerfaciliteiten valt onder zijn bevoegd-heid.
Voor de gewestwegen is het departement Leef-milieu en Infrastructuur, administratie We g e n en Verkeer, afdeling Verkeerskunde bevoegd als wegbeheerder, dit in nauwe samenwerking met het gemeentebestuur. De voogdijminister is de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare We r k e n , Vervoer en Ruimtelijke Ordening.
2. Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 betreffende de plaatsing van voorwerpen op de openbare weg bepaalt onder meer dat geen privé-reservering van parkeerplaatsen kan g e b e u r e n . De parkeerregeling bepaalt tevens dat bij borden met parkeerverbod (E1) of stil-staan- en parkeerverbod (E2) slechts een beper-king mag optreden in tijd.
Borden met parkeertoelating (E9) mogen wor-den aangevuld met onder meer de vermelding van de tijd en van de categorie voertuigen (bij-voorbeeld taxi's). Gewone voertuigen, al dan niet met een opdracht, worden niet in deze cate-gorie ondergebracht. Verder zijn er de in bepaalde zones voorbehouden plaatsen voor gehandicapten in het bezit van een officiële kaart en voor de betalende buurtbewoners (bij-voorbeeld in een woonerf). Het kan hier echter nooit gaan om een persoonlijke reservering. 3. Wanneer coördinerende initiatieven bestaan, i s
dit te situeren op gemeentelijk niveau. De alge-mene regeling wordt bepaald door de bovenver-melde reglementering.
In de praktijk en voor de goede werking treedt het gemeentebestuur – als lokale instantie – op als coördinator in het parkeergebied.
4. Met betrekking tot de regeling getroffen door het Antwerpse stadsbestuur, kan ik het volgen-de meevolgen-delen.
Inderdaad bestaat in Antwerpen, naar analogie van de kaarten die aan artsen worden verstrekt (op vraag en op kosten van de Orde der Ge-n e e s h e r e Ge-n ) , ook eeGe-n parkeerkaart voor verple-genden en thuisverzorgers. Deze kaart kan enkel door volgende instanties worden uitge-reikt :
– het OCMW,
– de Vlaamse Beroepsvereniging voor Zelf-standige Verpleegkundigen VZW,
– het Wit-Gele Kruis van Antwerpen, – VZW Solidariteit voor het Gezin,
– VZW Thuisverzorging Socialistische Mutu-aliteit Antwerpen.
De kaarten worden jaarlijks door de betrokken instanties uitgereikt aan de betrokkenen en zijn opgemaakt volgens een welbepaald model. Z i j zijn onder andere voorzien van de volledige benaming van de afleverende dienst, de num-merplaat en de naam van de gebruiker, en het dienststempel van de Antwerpse verkeerspoli-t i e, die ook dienverkeerspoli-t verkeerspoli-te beschikken over een namenlijst van gebruikers.
Het gebruik van de kaarten is aan duidelijke en strikte principes onderworpen, namelijk : – zij mag alleen worden gebruikt tijdens de
dienst, om dringende redenen ;
– men moet het voertuig reglementair parke-ren ;
– is dit onmogelijk, dan dient men zich te wen-den tot een zich in de nabijheid bevinwen-dend politieagent, teneinde een parkeerplaats toe-gewezen te krijgen ;
– indien dit niet mogelijk is, dan mag men het voertuig in overtreding parkeren, z o n d e r daarbij het verkeer te hinderen of in gevaar te brengen. In dit geval moet de kaart duide-lijk zichtbaar achter de voorruit worden geplaatst.
Van enig misbruik van de parkeerkaart dient de politie in kennis te worden gesteld, die ook de verstrekker op de hoogte zal brengen.
Zelfs indien deze richtlijnen worden nageleefd, kan een proces-verbaal worden opgemaakt. Dit dient dan echter de eventuele hinder of gevaar voor het verkeer te vermelden, alsmede het al dan niet aanwezig zijn van de kaart. Bij eventu-ele bezwaren van de geverbaliseerde bestuurder zal het parket over de al dan niet gerechtvaar-digdheid van de verkeersinbreuk oordelen.
Het moge dan ook duidelijk zijn dat hier in geen geval sprake is van een vrijgeleide tot wild p a r k e r e n , of dat men zich enige rechten in die zin eigenmatig zou kunnen toekennen. In prin-cipe moeten de thuisverzorgers en hulpverle-ners zich, net als elke weggebruiker, aan de wegcode houden.
Als b i j l a g e vindt de Vlaamse volksvertegen-woordiger een model van dergelijke kaart, a l s-mede de verordeningen van de Antwerpse ver-keerspolitie dienaangaande.
( B ovenvermelde bijlage ligt ter inzage bij het secre tariaat van het Vlaams Pa r l e m e n t , dienst Sch r i f t e l i j -ke Vragen – red.)