Vraag nr. 99
van 17 februari 1999
van de heer CHRIS VANDENBROEKE Kind en Gezin – Samenstelling raad van beheer Recentelijk werd de nieuwe raad van bestuur van Kind en Gezin door de Vlaamse regering goedge-keurd. Conform het decreet van 29 mei 1984 telt de raad twintig leden.
Graag had ik van de minister antwoord gekregen op de volgende vragen m.b.t. de kandidaatstelling enerzijds en de representatieve samenstelling van de raad anderzijds.
1. Hoe is de voordracht van de kandidaturen ge-beurd en wie kon kandidaten voorstellen ? 2. Op welke wijze werden de kandidaturen
opge-vraagd ? Hoeveel kandidaturen zijn er binnen-gekomen ?
3. Zijn er al dan niet criteria op basis waarvan de minister de binnengekomen kandidaturen heeft beoordeeld en geselecteerd ? Zo ja, welke en door wie werden ze opgesteld ?
4. Op welke wijze werd de pluralistische samen-stelling van de raad gewaarborgd zodat deze als representatief kan worden beschouwd voor de Vlaamse samenleving ?
Antwoord
1. Het decreet van 29 mei 1984 bepaalt dat de in-stelling wordt beheerd door een raad van be-stuur die bestaat uit een voorzitter en twintig leden, waarvan :
– tien leden worden gekozen uit personen ac-tief in verenigingen, diensten of instellingen die op het vlak van de taken van de instelling werkzaam zijn, rekening houdend met de verscheidenheid van taken van de instelling ; – vijf leden worden gekozen uit verenigingen
en/of personen die de gezinnen vertegen-woordigden ;
– vijf leden worden gekozen uit personen die op het vlak van de taken van de instelling een bijzondere deskundigheid bezitten. De Vlaamse regering benoemt de voorzitter en de leden van de raad. In de procedure is niet in een voordracht van kandidaten voorzien. Wel hebben een aantal organisaties en personen
spontaan kandidaturen voorgesteld.
2. Zoals blijkt uit het antwoord op de eerste sub-vraag, heb ik geen kandidaturen opgevraagd, noch aan organisaties, noch aan politieke partij-en. Wel heb ik de kandidaat-voorzitter en de kandidaat-leden van de raad schriftelijk ge-vraagd – nadat ik de samenstelling van de raad ernstig had afgewogen, dus een aantal dagen voor agendering op de zitting van de Vlaamse regering – hun curriculum vitae te willen op-sturen en aldus in te stemmen met hun voor-dracht, die deel uitmaakte van mijn globaal voorstel aan de Vlaamse regering. Het opvragen van het curriculum vitae maakt deel uit van de procedure.
Ik heb van negen organisaties, op eigen initia-tief, een kandidatuur ontvangen. Twee personen deden schriftelijk een aanbeveling voor één of meerdere kandidaten en drie personen stelden zichzelf kandidaat. Slechts één politieke partij kwam hiervoor tussen, met name de Volksunie – Vlaamse Vrije Democraten, waarvan de voor-zitter mij schriftelijk namens het partijbestuur een kandidaat voordroeg.
3. Bij de hersamenstelling van de raad ben ik van volgende principes uitgegaan :
– continuïteit en vernieuwing : een aantal be-heerders werd opnieuw benoemd, rekening houdend met het feit of zij al dan niet nog kandidaat waren, hun aanwezigheid in de af-gelopen mandaatsperiode en een leeftijds-grens.
De voorzitter en twee leden lieten mij in dit verband schriftelijk weten geen kandidaat meer te zijn. De leden die slechts 50 % of minder van de zittingen hebben bijgewoond, heb ik logischerwijze niet opnieuw aange-steld ;
– een keuze voor bestuurders met een inter-sectorale belangstelling en ervaring ;
– een grotere aandacht voor de positie van het kind en een aanwezigheid van deskundigen met betrekking tot buitenschoolse kinderop-vang en van de particuliere opkinderop-vangsector ; – een hoog aantal vrouwelijke bestuurders ; – de betrokkenheid van de SERV-partners
Deze criteria werden trouwens door de Vlaam-se regering onderschreven.
4. De raad is pluralistisch samengesteld en weer-spiegelt tevens de diverse opdrachten en werk-sectoren van de instelling.
