• No results found

Vraag nr. 420 van 8 juli 1997 van de heer PATRICK LACHAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 420 van 8 juli 1997 van de heer PATRICK LACHAERT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 420 van 8 juli 1997

van de heer PATRICK LACHAERT Bouwdossiers – Vertragingselementen

Bij het indienen van een bouwaanvraag vermeldt de aanstiplijst dat in het betrokken dossier een situatieplan moet opgenomen zijn in evenveel exemplaren als er plannen ingediend moeten wor-d e n . Hiervoor worwor-dt vrijwel altijwor-d een uittreksel uit de kadasterplannen ingediend.

Tot voor kort konden landmeters en architecten voor een dergelijk uittreksel meestal terecht op de lokale kantoren van het kadaster of op het gemeentehuis van de betrokken gemeente, ook al bestond de richtlijn dat enkel de directies deze uit-treksels mogen geven. Recentelijk echter werd de gemeenten en de lokale kadasterkantoren erop gewezen dat het maken van een fotokopie van een kadasterplan een ernstig misdrijf is, waaraan een gerechtelijk staartje kan vasthangen. S i n d s d i e n weigeren de meeste gemeenten dan ook nog een dergelijke kopie te geven. Daarbij komt nog dat de diensten van het kadaster er op dit ogenblik niet in slagen de plotse stroom aanvragen binnen een redelijke termijn te behandelen. Blijkbaar dient voor een simpele fotokopie, die men tot voor kort vrijwel onmiddellijk kreeg, nu minstens zes weken gewacht te worden.

Hierdoor blijven uiteraard bouwaanvragen die klaar zijn om ingediend te worden, n o o d g e d w o n-gen lign-gen ten nadele van particulieren, die sowieso al geruime tijd moeten wachten voor de afhande-ling van hun bouwdossier. Wa t , met andere woor-d e n , een bijkomenwoor-de factor is in het vertragen van de behandeling van bouwdossiers en in het vermin-deren van de globale dienstverlening naar de bur-ger toe.

1. In hoeverre heeft de minister reeds initiatieven genomen om voor alle aspecten van de samen-stelling van een bouwdossier de vertragingsele-menten vast te stellen en weg te werken of tot een minimum te herleiden ?

2. In welke mate is daartoe overleg tussen de ver-schillende bevoegde administraties ?

3. Als via overleg op korte termijn geen oplossing wordt bereikt, zie ik als enige mogelijkheid, i n afwachting van een definitieve regeling via het decreet op de ruimtelijke ordening, een wijzi-ging van het ministerieel besluit van 6 februari

1971 tot vaststelling van de samenstelling van het aanvraagdossier voor een bouwvergunning. Waarom zijn er geen maatregelen in die richting uitgewerkt ?

Antwoord

In het besluit dat de dossiersamenstelling van bouwaanvragen regelt en dat tot op heden van toe-passing is, staat inderdaad vermeld dat de tekenin-g e n , waaronder de situatietekenintekenin-g met de litekenin-gtekenin-gintekenin-g van het perceel in de wijk, in de nodige exemplaren aan het dossier dienen te worden toegevoegd. Hoewel het besluit dat niet uitdrukkelijk eist, is het inderdaad zo dat in de praktijk veelal een uittrek-sel uit het kadastraal plan voor dergelijke situatie-tekening wordt gehanteerd. Dat dit recentelijk voor moeilijkheden, vooral voor vertraging, h e e f t gezorgd, is mij bekend.

In het nieuwe besluit dat de dossiersamenstelling van bouwaanvragen moet regelen – het ontwerp-besluit werd in vergadering van 3 juni 1997 van de Vlaamse regering principieel goedgekeurd – is opgenomen dat het dossier een tekening op een gebruikelijke schaal groter dan of gelijk aan 1/2500 moet bevatten, waarbij binnen de onmiddellijke omgeving van het goed onder meer de percelen met de eventuele bebouwing worden weergegeven. Uiteraard zal in de praktijk, om aan die dossierver-eiste te voldoen, veelal nog steeds een uittreksel uit het kadastraal plan worden toegevoegd. Er is ech-ter niet vastgelegd dat het om een uittreksel uit het kadastraal plan dient te gaan. Het volstaat dat de aanvrager (of diens architect) een plan opmaakt of laat opmaken waarop de gevraagde gegevens, i n casu de begrenzingen van de percelen en van de b e b o u w i n g, staan vermeld. Hij kan dus zelf, of bij-gestaan door een landmeter, een dergelijk plan opmaken.

Om praktische redenen en omdat voor de behan-deling van de aanvraag veelal reeds een aantal kadastrale gegevens noodzakelijk zijn (bijvoor-beeld het kadastraal nummer, teneinde de eigenaar van een goed op te sporen en aldus de aanschrij-ving in het kader van de verplichte openbaarma-king van een aanvraag mogelijk te maken), w o r d t in de praktijk door aanvragers en architecten meestal teruggegrepen naar het voor hen blijkbaar makkelijkst te verkrijgen en klaarblijkelijk minst dure document, namelijk een uittreksel uit het kadastraal plan.

(2)

Op de concrete vragen van de Vlaamse volksverte-genwoordiger kan ik het volgende antwoorden. 1. Het nieuwe besluit dat de dossiersamenstelling

van bouwaanvragen moet regelen, poogt een aantal verouderde, v o o r b i j g e s t r e e f d e, of niet meer relevante bepalingen aan te passen. Tevens is een grotere "vrijheid" gegeven aan aanvragers en ontwerpers in de samenstelling van de verschillende documenten. Zo is mijns inziens aangegeven dat strikt genomen een uit-treksel uit het kadastraal plan geenszins vereist is.

Of nog vertragingselementen bestaan, zal de toekomst moeten uitwijzen.

Er kan echter worden opgemerkt dat het in het dossier aanwezig zijn van een bepaald plan van de omgeving, hetzij een door de aanvrager of diens architect opgemaakt plan, hetzij een uit-treksel van het kadastraal plan, geen voorwend-sel mag zijn om te stellen dat aldus een vertra-ging wordt teweeggebracht. Inderdaad kan het ontwerpen van een project slechts degelijk gebeuren wanneer rekening wordt gehouden met de onmiddellijke omgeving ervan. In het verleden werd al te dikwijls vastgesteld dat pro-jecten slechts op zichzelf stonden, enkel reke-ning houdende met de mogelijkheden of beper-kingen van het eigen perceel, en zonder degelij-ke relatie tot de omgeving. Reeds in de ont-werpfase zijn dus gegevens van de omgeving vereist.Het gaat dus niet op slechts op het einde van de planning van een ontwerp, met als alibi dat het dossier een dergelijk plan moet bevat-ten, snel nog de nodige gegevens van de omge-v i n g, namelijk een omgeomge-vings- of kadastraal plan, te gaan opvragen en de mogelijke vertra-ging van het dossier precies aan dat feit te wij-ten.

2. Omdat, zoals boven is gesteld, niet echt een uit-treksel uit een kadastraal plan aan het dossier dient te worden toegevoegd, is geen of nog geen overleg gepleegd met de bevoegde administra-tie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volledigheidshalve kan worden vermeld dat de probleemstelling van de hinder door omleidingen enigszins kan worden genuanceerd, in die zin dat zich op zevenhonderd meter van de brug

Voor de afbakening van (gemengde en/of speci- fieke) regionale bedrijventerreinen en de be- stemming van bestaande regionale toeleverende en verwerkende bedrijven waarvan het

Ingevolge het bijzonder plan van aanleg (BPA) op het grondgebied van Assenede, dat in 1990 door de toenmalige minister van Ruimtelijke Ordening werd goedgekeurd, stond de zone aan

Reeds meerdere maanden is de Ringvaartbrug W12 (type Magnel) op de Hundelgemsesteenweg (N444) in Merelbeke gedeeltelijk onderbroken door werken, zodat het verkeer van

o p d r a c h t e n , voorafgaandelijk aan de gunning van de opdracht, aan de inschrijvers/vennoot- schappen om de ware identiteit van hun be- stuurders en

Het jaagpad langs de Schelde op het grondgebied Destelbergen (vanaf de herberg 't Schipke tot aan de brug van Heusden) verkeert evenwel in een er- barmelijke staat, zodat het voor

Bouwvergunningen binnen deze KMO-zone kun- nen slechts worden afgeleverd wanneer deze nieu- we wijziging van het gewestplan Gentse en Kanaal- zone definitief door de Vlaamse

Verder wordt onderstreept dat de fractie in de gemeenteraad ijvert om de tewerkstelling op de gemeente te vrijwaren, en ook wordt nog aange- stipt dat de burgemeester en