Vraag nr. 421 van 8 juli 1997
van de heer PATRICK LACHAERT
Geplande snelwegverbinding Merksem-Wo m m e l-gem – Stand van zaken
In het kader van het onderzoek naar mogelijke tracés voor de tweede spoorontsluiting voor de haven van A n t w e r p e n , is een andere discussie op gang gekomen.
Het gaat hierbij om de geplande verbinding over de weg tussen Merksem en Wo m m e l g e m . D e z e verbinding staat reeds sedert 1979 ingekleurd op het gewestplan en zal, volgens de minister, e e n autoweg worden met tweemaal twee rijvakken. Het verband met de tweede spoorontsluiting van de Antwerpse haven bestaat erin dat het tracé voor deze spoorverbinding wordt gepland in de midden-berm van die verbindingsweg. D i e n a a n g a a n d e bestaat er, aldus de minister in recente persberich-t e n , reeds een informeel haalbaarheidsrapporpersberich-t van de NMBS, dat nu verder wordt onderzocht door de administratie.
Daar de inwoners van de betrokken gemeenten zich terecht vragen stellen betreffende de uitvoe-ring van deze toch wel zeer belangrijke werken, ontving ik van de minister graag antwoord op de volgende vragen.
1. Wat zijn de resultaten van de haalbaarheidsstu-die van de NMBS ten aanzien van het uitbou-wen van de tweede spoorontsluiting voor de Antwerpse haven op de middenberm van de aan te leggen verbindingsweg MerkseWo m-melgem ?
2. Hoever staat men met de uitvoering van de plannen voor de verbindingsweg ?
3. Wat is de planning voor het begin en einde van de vereiste werken ? Wanneer wordt de weg in gebruik genomen ?
4. In welke mate past deze verbindingsweg, even-tueel met spoorverbinding in de middenberm, in de opties van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ?
Antwoord
Wat deze verbinding betreft, bestaan er inderdaad ideeën om zowel de tweede spoorontsluiting van
de Antwerpse haven als de autosnelwegverbinding A102 Merksem-Wommelgem gezamenlijk te leg-gen binnen de reservatiestrook op het gewestplan. Hierbij zou de spoorweg niet op de middenberm k o m e n , doch parallel met de weg aan de oostzijde ervan.
De diensten van het Vlaams Gewest en de NMBS onderzoeken momenteel de technische haalbaar-heid van deze optie inzake bochtstralen, h e l l i n g e n , e n z o v o o r t . Binnen deze optie zijn immers nog ver-scheidende scenario's mogelijk, bijvoorbeeld weg en spoorweg in uitgraving of in ophoging, uit oog-punt van milieu of maatschappelijke aanvaardbaar-heid van het project. Vermits de resultaten van deze studie nog niet beschikbaar zijn, kan op de eerste vraag niet worden geantwoord.
Wat de tweede vraag betreft, kan ik meedelen dat er aan de administratie nog geen opdracht werd gegeven voor het opmaken van de uitvoeringsplans van de A 1 0 2 . Momenteel wordt prioriteit gegeven aan het uitvoeren van de studie voor het sluiten van de kleine ring R1 van Antwerpen door middel van een vierde Scheldeoeververbinding. Er is dus nog geen planning voor het begin en het einde van de werken, laat staan het ingebruiknemen van de weg.
De A102 is opgenomen in het Ruimtelijk Struc-tuurplan V l a a n d e r e n . Wat het tracé van de spoor-verbinding betreft, is nog geen duidelijke keuze g e m a a k t . In ieder geval voldoet een eventuele gezamenlijke aanleg aan de opties van het Ruimte-lijk Structuurplan Vlaanderen tot bundeling van verschillende infrastructuren.