• No results found

Gedeputeerde Staten van Gelderland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gedeputeerde Staten van Gelderland"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Antwoord op Statenvragen PS 2021-480

De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid de heer T. Diepeveen Partij voor de Vrijheid over de herindeling Barneveld-Scherpenzeel

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van de heer Diepeveen toekomen.

Inleiding 1 – position paper Herindelingstraject Scherpenzeel-Barneveld Tijdens de oordeelsvormende bijeenkomst op 23 juni jl. waarin het Herindelingsadvies

Scherpenzeel- Barneveld werd behandeld, merkte gedeputeerde Markink op toen hem gevraagd werd over een lobbypaper, dat dit (door hem aangeduid als ‘position paper’ en hierna verder te noemen lobbypaper) was opgemaakt op basis van het herindelingsontwerp. Naar aanleiding daarvan hebben wij de volgende vragen:

Vraag 1:

Wie is portefeuillehouder ‘lobbyen’ in dezen, de CdK de heer Berends (Gelderse Public Affairs) of gedeputeerde Markink (Sterk Bestuur)?

Antwoord:

De commissaris van de Koning is portefeuillehouder coördinatie public affairs en buitenlandse betrekkingen. De gedeputeerden zijn verantwoordelijk voor hun eigen public affairs

aangelegenheden in de portefeuille. Gedeputeerde Markink is de inhoudelijk verantwoordelijk portefeuillehouder voor onder meer algemeen bestuur en gemeentefinanciën.

Vraag 2:

Op welk moment hebben PS aan GS opdracht gegeven voor een lobby in het kader van het dossier herindeling Scherpenzeel-Barneveld?

Antwoord:

Vanuit public affairs onderhouden wij actief netwerken op ambtelijk, bestuurlijk en politiek niveau.

Wij hebben u hierover geïnformeerd via de Focus in de Gelderse Public Affairs (PS2020-575). Een van de daarin vermelde prioriteiten is Vitaal Openbaar Bestuur, waaronder ook de versterking van de bestuurskracht en de financiële positie van gemeenten wordt verstaan. De provincie is immers verantwoordelijk voor toezicht op de gemeenten; met name op hun

financiën en de kwaliteit van het openbaar bestuur. In het position paper wordt gesproken over ‘de provincie’. In het begeleidend

Datum 29 juni 2021 Zaaknummer 2021-009126 Inlichtingen bij Provincieloket 026 359 99 99 post@gelderland.nl Blad1 van 6

(2)

Datum 29 juni 2021 Zaaknummer 2021-009126 Blad

2 van 6

schrijven en in mondelinge gesprekken is expliciet vermeld dat PS nog geen besluit hebben genomen.

Vraag 3:

Zijn GS van mening dat het gerechtvaardigd is om te lobbyen in onderhavig dossier waarover PS nog geen definitief besluit hebben genomen?

Antwoord:

Met de verkiezingen van maart 2021 is een nieuwe Tweede Kamer gekozen, met veel nieuwe partijen, nieuwe Kamerleden en/of Kamerleden met een nieuwe portefeuille. Het opbouwen en het onderhouden van de contacten in Den Haag is voor de provincie van essentieel belang. Sinds de installatie van de nieuwe Tweede Kamer hebben onze bestuurders daarom op meerdere dossiers, die voor Gelderland van belang zijn, kennismakingsgesprekken met (nieuwe) Kamerleden gevoerd.

Ten aanzien van dit dossier is vooralsnog gesproken met drie Kamerleden (BZK-woordvoerders van VVD, D66 en CDA) en is informatie gestuurd aan FvD, die hierover Kamervragen had gesteld.

Bij de contacten met de Kamerleden is expliciet vermeld dat de besluitvorming door PS nog moest plaatsvinden. Ook zijn verscheidene werkbezoeken van Kamerleden aan Gelderland georganiseerd.

Dergelijke activiteiten zijn na de verkiezing van een nieuwe Tweede Kamer gebruikelijk.

Vraag 4:

Zijn GS zich bewust van de verschillende gevoelens die ten aanzien van dit dossier in PS leven?

Antwoord:

Wij zijn ons ervan bewust dat er in PS verschillende gevoelens ten aanzien van dit dossier leven.

Vraag 5:

Op welke datum is opdracht gegeven tot het opstellen van het onderhavige lobbypaper en door wie is die opdracht gegeven?

Antwoord:

Ter voorbereiding op zijn kennismakingsgesprekken met Kamerleden heeft de verantwoordelijk portefeuillehouder in het voorjaar van 2021 gevraagd om een position paper over het

herindelingstraject.

Vraag 6:

Van wanneer dateert de eerste versie van het lobbypaper?

Antwoord:

Het position paper is vanaf maart 2021 voorbereid en in mei gefinaliseerd en gedeeld met enkele Kamerleden.

(3)

Datum 29 juni 2021 Zaaknummer 2021-009126 Blad

3 van 6

Vraag 7:

Is in het kader van dit lobbypaper ook een lobbystrategie geformuleerd? Zo ja, wie heeft deze vastgesteld, en kunnen wij deze ontvangen?

Antwoord:

Voor dit dossier is geen specifieke strategie geformuleerd. Voor bestuurlijk relevante dossiers, zoals de onderhavige, zoeken wij actief contact met Kamerleden om hen te informeren en de stand van zaken aan te geven. Dergelijke activiteitenen zijn (zeker) na de verkiezing van een nieuwe Tweede Kamer gebruikelijk.

Vraag 8:

Kunnen GS een indicatie geven van de tijdsbesteding en kosten (intern alsook extern) van dit lobbytraject?

Antwoord:

Dit is binnen de staande organisatie opgepakt er zijn dan ook geen externe kosten gemaakt.

Vraag 9:

Is het betreffende lobbydocument, nadat de eerste versie tot stand is gekomen, geactualiseerd en zo ja op welke momenten en zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Nee, want het is een algemeen document dat de aanleiding tot het herindelingsvoorstel en de context schetst.

Vraag 10:

Indien het lobbypaper is geactualiseerd, ontvangen wij graag de diverse versies met daarbij een overzicht door wie zij op welk moment aan welke persoon/partij /organisatie is/zijn verstrekt.

Antwoord:

Hiervoor verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 9. Het document is verstrekt aan Kamerleden.

Vraag 11:

Is het lobbypaper naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen aangepast? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Hiervoor verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 9.

(4)

Datum 29 juni 2021 Zaaknummer 2021-009126 Blad

4 van 6

Vraag 12:

In dit lobbypaper wordt niet de uitkomst aangegeven van de verschillende draagvlakmetingen die hebben plaatsgevonden. Waarom niet?

Antwoord:

Hiervoor verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 9.

Vraag 13:

Is het lobbypaper aangepast naar aanleiding van het referendum, gehouden tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart jl.? Zo ja, op welke punten? Ligt hieraan een besluit ten grondslag? Zo ja, graag een afschrift daarvan. Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Hiervoor verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 9.

Vraag 14:

Zijn GS van mening dat een lobbypaper op objectieve feiten gebaseerd dient te zijn? Zo ja, waarom voldoet het onderhavige lobbypaper daar dan niet aan? Zo ligt in het lobbypaper de focus op de analyse van het rapport van Seinstra Van de Laar terwijl niet het BMC rapport wordt vermeld over de bestuurskracht-verbetering sindsdien van de gemeente Scherpenzeel.

En dan de opmerking over ‘Artikel 12-gemeente’: volgens zeer recente rapporten waaronder die van BDO blijkt Scherpenzeel op dat punt kerngezond.

Antwoord:

Wij delen uw mening dat een position paper op feiten gebaseerd dient te zijn. Dat is hier ook het geval. Over deze feiten hebben wij u de afgelopen maanden uitvoerig geïnformeerd. Over de BDO- analyse hebben wij u specifiek geïnformeerd in Statenbrief PS2021-235.

Inleiding 2: lobbyen door GS en door de provincie als geheel

Tot op heden is onvoldoende besproken of sprake is geweest van contacten met bestuurders of volksvertegenwoordigers, met name uit Barneveld en Scherpenzeel, buiten de formele bestuurlijke overleggen of raadsbijeenkomsten. In dat kader hebben wij de volgende vragen:

Vraag 15:

Graag ontvangen wij een overzicht van alle (lobby) gesprekken met politici en bestuurders in Barneveld, Scherpenzeel en op Rijksniveau, waarin het dossier herindeling Scherpenzeel- Barneveld aan de orde is geweest, onder vermelding van data en gesprekspartner(s), gevoerd door de CdK en of andere leden van het college van GS.

Antwoord:

Een overzicht van alle bestuurlijke overleggen treft u aan in de bijlagenboeken I en II bij het herindelingsadvies. Kennismakingsgesprekken met Kamerleden over dit dossier hebben plaatsgevonden op 3 juni (Daan de Kort/VVD en Inge van Dijk/CDA) en op 14 juni (Joost Sneller/D66). Daarnaast zijn er de reguliere contacten tussen leden van ons college en

(5)

Datum 29 juni 2021 Zaaknummer 2021-009126 Blad

5 van 6

Vraag 16:

Zijn tijdens deze gesprekken concrete toezeggingen gedaan/standpunten kenbaar gemaakt?

Zo ja, door wie en om welke toezeggingen/standpunten gaat het?

Antwoord:

In de kennismakingsgesprekken is een toelichting gegeven op de positie van de provincie. Hierbij is gewezen op het feit dat de provincie de wettelijke taak heeft om erop toe te zien of gemeenten structureel in staat zijn hun taken uit te voeren en daarbij de financiën op orde hebben. Indien ons college meent dat een gemeente hiertoe niet in staat is en wij onze verantwoordelijkheid willen nemen, zijn onze instrumenten om in te grijpen echter beperkt. De beleidsregels bij de Wet arhi bieden een provincie de ruimte om een arhi-procedure op te starten als er geen alternatieven binnen handbereik zijn om het bestuurskrachtprobleem op te lossen, maar de stuurruimte is zeer beperkt.

Vraag 17:

Indien er gesprekken zijn gevoerd door de CdK de heer Berends, deed hij dat dan in zijn hoedanigheid als Rijksheer, als voorzitter van GS of als voorzitter van PS?

Antwoord:

De cvdK heeft als Rijksheer gesprekken gevoerd met de betrokken waarnemend burgemeesters. Dit waren geen lobbygesprekken. Daarnaast heeft hij – als voorzitter van GS en PS –het Bestuurlijk Overleg voorgezeten, dat in het kader van de arhi-procedure is gevolgd.

Vraag 18:

Hebben GS of leden van GS, op persoonlijke titel dan wel namens GS, over het dossier Scherpenzeel-Barneveld, contact gehad met individuele leden van PS dan wel met fracties uit PS waarbij het initiatief bij GS of haar afzonderlijke leden lag? Zo ja, wanneer zijn die

contacten geweest, met wie, met welk doel en wat was daarvan de uitkomst/het resultaat? Deze vraag stellen wij mede in het kader van de nieuwe bestuurlijke inzichten over ‘macht’ en

‘tegenmacht’.

Antwoord:

Zoals in bestuurlijk relevante dossiers gebruikelijk is, hebben leden van ons college hierover overleg met fracties en/of leden van PS. GS-leden zijn, zeker als zij hiertoe worden benaderd, graag bereid een toelichting te geven.

(6)

Datum 29 juni 2021 Zaaknummer 2021-009126 Blad

6 van 6

Vraag 19:

Is sprake geweest van inzet van professionele lobbyisten in het dossier Scherpenzeel-Barneveld? Zo ja, zijn zij lid van een Beroepsvereniging en zo ja welke en waar en wanneer zijn deze lobbyisten door GS ingezet?

Antwoord:

De provincie Gelderland heeft – samen met de provincie Overijssel - voor de totale public affairs portefeuille twee vaste lobbyisten in Den Haag. Zij zijn lid van de beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA).

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends - Commissaris van de Koning Henrice Wittenhorst - Plv. secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zie blz 2 statenbrief PS2021-556 onder kopje ‘hoe werkt het’: “Aangezien de woning bij de start een betaalbare woning was zal deze bij de vervolgverkoop in elk geval niet in het

Tijdens de bespreking van de RES’en op 9 juni 2021 in Provinciale Staten van Gelderland is gepleit voor een goede balans tussen kosten van de uitbreiding van het net en de

Nee, een initiatief voor een te starten verkenning naar de mogelijkheid van een keerspoor bij Harderwijk is op basis van door ons ingewonnen informatie niet bekend.. Mogelijk

In het gebied rondom de rondweg Voorthuizen komen dassen voor, waar dassentunnels voor zijn aangelegd zodat zij ondanks de rondweg van hetzelfde leefgebied gebruik kunnen

Lodder (50 Plus) op grond van artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland gestelde vragen inzake bovenvermelde aangelegenheid,.. ingediend op 25 juni

Jeurink (PvdA) op grond van artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland gestelde vragen inzake bovenvermelde aangelegenheid, ingediend op 16 juni

Als het risico laag wordt ingeschat, wordt er in ieder geval één keer in de drie jaar op gecontroleerd. Daarnaast voeren bouwinspecteurs gemiddeld één keer in de drie jaar

De door het Statenlid René Westra (VVD) op grond van artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland gestelde vragen inzake bovenvermelde