• No results found

Vraag nr. 1 van 1 oktober 2004 van mevrouw MIEKE VOGELS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 1 van 1 oktober 2004 van mevrouw MIEKE VOGELS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 1

van 1 oktober 2004

van mevrouw MIEKE VOGELS VAC Antwerpen – Uitbreiding

De ondertunneling van het centraal station in Antwerpen heeft ook heel wat gevolgen voor de directe omgeving van dit station. Zo wordt een tweede ingang gebouwd aan het Kievitplein en wordt dit plein volledig heraangelegd. De ideale ligging vlakbij het openbaar vervoer heeft Alcatel ervan kunnen overtuigen haar vestiging daar in te planten binnen een nieuw te bouwen kantoorcom-plex. Ook de Vlaamse Gemeenschap heeft haar kantoren aan het Kievitplein en zou plannen heb-ben om uit te breiden. Deze uitbreiding zou echter niet opgenomen zijn binnen de al geplande kan-toorruimte, maar de Vlaamse overheid zou hiertoe het "Dominicanenklooster" in de Ploegstraat slo-pen en ombouwen tot kantoren. Dit klooster heeft een riante tuin, een groene oase in een voor de rest veeleer "stenen" omgeving.

De bouwaanvraag met als onderwerp het uit-breiden van een bestaand kantoorgebouw en de afbraak van het kloostercomplex werd namens de Group GL International – Kairos Development ingediend door de gewestelijke stedenbouwkundi-ge ambtenaar van het Vlaams Gewest, en dit in het kader van artikel 127 van het decreet ruimtelijke ordening. Dit artikel 127 stelt dat wanneer de aan-vraag betrekking heeft op "werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang, overeenkomstig art. 103", het Vlaams Gewest via de gewestelijke ambtenaar de aanvraag doet.

Dit houdt in dat het gewest zich hier beroept op het algemeen belang. Tegelijkertijd wordt ook de rol van de stad Antwerpen gereduceerd tot orga-nisator van het openbaar onderzoek. De stad kan enkel advies geven en kan niet beslissen over de bouwvergunning.

Op het gewestplan staat het gebied waar zich het klooster bevindt nog steeds als woonzone inge-kleurd. Kantoren kunnen dus niet. De bestemming van deze zone moet worden vastgelegd in het ste-delijk structuurplan. Dit plan is er nog niet, dus dient er eerst een bijzonder plan van aanleg (BPA) opgemaakt of minstens een ruimtelijk uitvoerings-plan (RUP) te worden uitgetekend. Er is wel een RUP voor de aangrenzende zone, de eigenlijke bouwput Kievitplein.

Er is als gevolg van deze handelwijze heel wat ongenoegen en onzekerheid bij de buurtbewoners. Er gebeuren zeer omvangrijke ingrepen zonder dat er een globale visie is over de toekomst van deze buurt. Deze wijze van werken strookt ook niet met de geest van het Vlaams regeerakkoord, waarin gepleit wordt voor actief burgerschap. Dit kan maar als je die burger ook au sérieux neemt. Een goede verstandhouding tussen de ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap die hun werkplek heb-ben aan het Kievitplein en de omwoners, lijkt me essentieel.

Tot slot wil ik erop wijzen dat het aantal kantoor-gebouwen in deze buurt enorm is. Voorbeelden in andere steden hebben aangewezen dat een mono-functionele invulling van een wijk leidt tot verloe-dering en "dode" straten 's avonds en in het week-end. In Brussel is daarom rond het Noordstation gekozen voor de herziening van het oorspronke-lijk plan en is er nu ook bewoning in deze kan-toorbuurt. Het zou onvergefelijk zijn dat we in Antwerpen deze fout herhalen !

1. Waarom werd voor de bouwaanvraag voor de uitbreiding van de kantoren van de Vlaamse Gemeenschap aan het Kievitplein te Antwerpen gebruikgemaakt van artikel 127 ?

Hoe kan het algemeen belang dat met artikel 127 wordt ingeroepen, worden verantwoord ? 2. Zal er een BPA of RUP worden opgemaakt om

de bestemming van het klooster, nu gelegen in woonzone, te wijzigen ?

3. Werd met de stad overlegd over de bestem-mingswijziging van het klooster en over de glo-bale toekomst van deze wijk ?

N.B. Een vraag over dit onderwerp werd eveneens gesteld aan minister Geert Bourgeois (vraag nr. 2).

Antwoord

(2)

vervat in artikel 127 van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimte-lijke ordening, of overeenkomstig de bepalingen van artikel 43 van het coördinatiedecreet. Ook de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar bij wie het dossier werd ingediend in toepas-sing van artikel 127 DRO, heeft bij de evaluatie van de ontvangst van het ingediende dossier, zich deze vraag gesteld. De Vlaamse regering besliste namelijk op 11 juni 2004 dat voor de verdere uitwerking van betreffend project geop-teerd kan worden voor verder onderzoek naar een mogelijke contractuele PPS-formule. De bouwheer diende zijn aanvraag ook op deze wijze in. Volgens het tussentijds ingewonnen advies van 2 september 2004 van de afdeling Juridische Dienstverlening van het departement LIN werd in casu het toepassen van artikel 127 DRO toelaatbaar geacht.

Inzake de toepassing van artikel 127 DRO, navolgende toelichting:

Krachtens artikel 103, § 1, eerste lid van het DRO, bepaalt de Vlaamse regering de lijst van de werken, handelingen en wijzigingen van algemeen belang waarvoor de bijzondere vergunningsprocedure van artikel 127 geldt. Overeenkomstig artikel 2, 7° van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwij-zing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester, die-nen o.m. als werken, handelingen en wijzigin-gen van algemeen belang te worden beschouwd, deze die betrekking hebben op : "7° de gebouwen opgericht voor het gebruik of de uitbating door de overheid of in opdracht ervan;" In betreffend dos-sier werd een aanvraag ingediend door de THV KAIROS - GL GROUP INTERNATIONAL voor de realisatie van de uitbreiding van het VAC Antwerpen naar het Predikherenklooster. Het was blijkbaar de bedoeling van de aanvra-ger om zijn eigendom "VAC Antwerpen" en de aanpalende eigendom "Predikherenklooster" in één geheel te integreren, om het geheel, nadat de uitbreiding is gerealiseerd, door de Vlaamse Gemeenschap in gebruik te laten nemen.

De discussie heeft betrekking op het feit dat uit het dossier niet ontegensprekelijk blijkt dat de gebouwen worden opgericht 'in opdracht van

de overheid' en dat het ook niet zeker is of de gebouwen, na de realisatie ervan, 'effectief zul-len worden gebruikt' door de overheid, vermits hierover nog geen beslissing werd genomen door de Vlaamse regering. Het enige dat men uit het dossier kan afleiden is dat het schijnbaar de bedoeling is om de gebouwen na uitbreiding, uitsluitend door de overheid (i.c. het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) te laten gebrui-ken.

Hoewel het, overeenkomstig voormeld artikel 2, 7°, voldoende is dat de gebouwen opgericht worden voor het gebruik of de uitbating door de overheid, ongeacht wie de opdrachtgever voor de werken is, is de loutere bewering dat het de bedoeling is om de gebouwen te laten gebrui-ken door de Vlaamse Gemeenschap niet vol-doende als juridische verantwoording voor de behandeling van de aanvraag overeenkomstig artikel 127 DRO.

De gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar concludeerde dan ook dat m.b.t. het ingediende dossier de toepassing van artikel 127 DRO op dat ogenblik niet éénduidig kon worden verant-woord en verzocht de aanvrager om op basis van een aangevuld en volledig dossier een dui-delijk standpunt in te nemen en dit te verwerken in een juridisch draagkrachtig document voor toepassing artikel 127 DRO dan wel artikel 43 van het gecoördineerd decreet.

Op 11 oktober 2004 werd de aanvraag mede omwille van andere procedurele redenen dan ook onontvankelijk bevonden en teruggezon-den.

2. Het decreet voorziet niet in het wijzigen van de functie van een gebouw d.m.v. een BPA. Een BPA of RUP regelt de ordening van een gebied en niet de functie van een gebouw. Overigens dient opgemerkt dat het klooster bijna integraal gesloopt wordt en vervangen wordt door een nieuwbouw. Er geschiedt dus geen functiewijzi-ging van het klooster. Enkel de bestaande kerk, die aan dit klooster verbonden is, blijft behou-den zowel qua uiterlijke kenmerken als qua hui-dige functie (eredienst).

(3)

juridische randvoorwaarden gecreëerd worden of aanwezig zijn die er voor moeten zorgen dat het gevraagde niet strijdt met de bestemming die voor het gebied geldt. Hieromtrent bepaalt artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen wat in woongebied kan worden toegestaan, met name: "De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienst-verlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimte-lijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan vopr zover ze ver-enigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving'* Hieruit kan worden afgeleid, en dit wordt ook bevestigd door vaststaande rechtspraak van de Raad van State, dat een woongebied als een gemengd gebied moet worden beschouwd. Niet alleen wonen maar ook alle activiteiten die daarbij aansluiten kunnen bijgevolg in 'woon-gebieden' worden toegestaan.

Hieronder moeten ook kantoren worden begre-pen als dienstverlenende activiteit zodat de gevraagde gebouwen met de bestemming van het gebied principieel in overeenstemming zijn. De nabijheid van het centraal station is ter zake overigens een pluspunt. Er dienen bijgevolg geen bijkomende randvoorwaarden te worden gecreëerd zoals bijvoorbeeld de opmaak van een RUP of BPA - zoals de vraagsteller voorop stelt - om de bouw van kantoren in dit gebied juridisch toelaatbaar te maken. De eventuele toelating tot het bouwen van kantoren is der-halve énkel afhankelijk van een opportuniteits-beoordeling.

3. Er is geen enkele decretale bepaling die aan een aanvrager voorafgaandelijk overleg met het gemeentebestuur oplegt. Wel geldt dat bij een aanvraag die ingediend wordt conform artikel 127 DRO de vergunningsverlenende overheid (Vlaamse Regering of gewestelijk ste-denbouwkundig ambtenaar) steeds het advies inwint van de lokale overheid (in casu van de stad Antwerpen). In dit advies, waarbij tevens uitspraak moet worden gedaan over de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

On langs heeft de pro jec tont wik ke laar Group GL In ter na ti o nal/Kai ros Pro ject De vel op ment een aan vraag tot ste den bouw kun di ge ver gun ning in ge- diend bij het

Ook de Vlaam se Ge meen schap heeft haar kan to ren aan het Kie vit plein en zou plan nen heb ben om uit te brei den.. 103", het Vlaams Ge west via de ge wes te lij- ke

In het re gee rak koord staat let ter lijk dat de Vlaam- se Re ge ring ini ti a tief zal ne men ter uit voe ring van het Pe ga sus plan van De Lijn, ter ont wik ke ling van de

Het stadsbestuur stelt dat het nieuwe decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, Staatsblad 10 februari 2004, en het bijbeho- rende besluit van de

Omdat de in het besluit beschreven procedure onvoldoende rekening houdt met de evoluties van het onderwijsaanbod en met de voort- schrijdende informatisering van de

Uiteindelijk betreft het slechts een prefinanciering, want in uitvoering van de collectieve arbeidsover- eenkomst worden de tegemoetkomingen door de werkgever in

Op deze manier wordt een eventuele bron opgespoord zodat ook hier behandeling kan gestart worden en besmetting van meer personen kan voorkomen worden.. Het

b) Toerisme Vlaanderen de bouwgrond zal ver- werven en de stad Antwerpen eigenaar blijft van het plein en het openbaar karakter wenst te behouden ;.. c) er met de stuurgroep