• No results found

Vraag nr. 34 van 7 oktober 1996 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 34 van 7 oktober 1996 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 34 van 7 oktober 1996

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Bejaardenvoorzieningen – Controles

In de bejaardensector in Vlaanderen is controle verplicht voor alle voorzieningen die bejaarden opvangen.

Hoeveel voorzieningen voor bejaarden in V l a a n d e-ren krijgen geen subsidies ?

Met welke regelmaat worden deze voorzieningen gecontroleerd en waarop spitst deze controle zich toe ?

Zijn er vergelijkende resultaten beschikbaar van de controles in instellingen die subsidies krijgen en in instellingen die geen subsidies krijgen ?

Antwoord

Het is mij niet geheel duidelijk wat de V l a a m s e volksvertegenwoordiger bedoelt met subsidies. E r moet immers een onderscheid worden gemaakt tussen investeringssubsidies en werkingssubsidies. Daarnaast moeten we ook nog een differentiatie doorvoeren naar de aard van de ouderenvoorzie-n i ouderenvoorzie-n g. De term "oudereouderenvoorzie-nvoorzieouderenvoorzie-niouderenvoorzie-ng" is immers eeouderenvoorzie-n verzamelnaam waar zowel de rusthuizen, de servi-c e f l a t g e b o u w e n , de woningservi-complexen met de d i e n s t v e r l e n i n g, de dagverzorgingscentra, als de dienstencentra mee worden bedoeld.

Ik zal eerst de werkingssubsidies toelichten.

De rusthuizen ontvangen een zorgforfait vanwege het Riziv (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invalidi-t e i Invalidi-t s v e r z e k e r i n g ) . DiInvalidi-t is eigenlijk een werkingsInvalidi-toe- werkingstoe-lage die wordt toegekend op basis van een aantal criteria : de graad van zorgbehoevendheid van de b e w o n e r s, het aantal zorgbehoevenden in het rust-h u i s, rust-het ROB- of RV T-statuut van rust-het rustrust-huis of van de afdeling, en de personeelsformatie. Elk rust-huis dat beantwoordt aan de gestelde criteria ont-vangt de overeenstemmende subsidies (zorgfor-faits) van het Riziv. Voor meer details hierover ver-wijs ik naar deze federale instelling.

De serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening ontvangen deze forfaits niet. D e bewoners doen er een beroep op de bestaande diensten inzake thuisverpleging of op een dienst voor gezins- en bejaardenhulp. Hier geldt dezelfde regeling als in de thuissituatie. De bewoners beta-len er per geleverde prestatie.

De dagverzorgingscentra ontvangen evenmin een R i z i v - t o e l a g e. Meestal worden de bezoekers vooraf thuis verzorgd door een thuisverpleegkundige. D e 24 erkende dagverzorgingscentra ontvangen een werkingssubsidie vanwege het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Die bedraagt 500.000 frank per centrum en 60 frank per dag en per bezoeker waarvan het vervoer ten laste wordt genomen.

De 111 erkende dienstencentra ontvangen even-eens een werkingstoelage vanwege de V l a a m s e G e m e e n s c h a p. Die bedraagt 150.000 frank voor openbare dienstencentra en 250.000 frank voor de centra georganiseerd door een V Z W. De Brusselse dienstencentra ontvangen 500.000 frank.

Wat de bouwsubsidies betreft, is het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor per-soonsgebonden aangelegenheden (VIPA – V l a a m s Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden A a n-gelgenheden) van toepassing. Enkel V Z W ’s en openbare besturen kunnen in aanmerking komen voor investeringstoelagen vanwege de V l a a m s e Gemeenschap.

Inzake controle worden alle voorzieningen die onderworpen zijn aan een erkenning op identieke wijze geïnspecteerd, en dit volgens dezelfde erken-n i erken-n g s erken-n o r m e erken-n . Hierbij wordt geeerken-n eerken-nkel oerken-nder- onder-scheid gemaakt tussen de verschillende beheersin-s t a n t i e beheersin-s, en evenmin beheersin-speelt het al of niet gebeheersin-subbeheersin-si- gesubsi-dieerd zijn van de bouwwerken een rol. Alle gelijk-aardige voorzieningen zijn onderworpen aan de dezelfde normen en aan hetzelfde toezicht vanwe-ge het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Alle voorzieningen worden in de regel jaarlijks g e ï n s p e c t e e r d . De zogenoemde risicorusthuizen krijgen daarbij bijzondere "aandacht".

Afhankelijk van de ernst van de problemen en de remediëringsperiode kan een rusthuis ook bijvoor-beeld maandelijks worden bezocht.

In de toekomst wordt ernaar gestreefd om nog meer het accent te (ver)leggen op de strakke opvolging van de probleemvoorzieningen.

Er zijn geen gegevens beschikbaar over het ver-schil in opvolgingsfrequentie tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde voorzieningen. Het al of niet gesubsidieerd zijn heeft geen invloed op de inspectiefrequentie, wel de wijze van functioneren. Tijdens de bouwfase wordt de gesubsidieerde voor-ziening wel van nabij gevolgd in het kader van de V I PA - p r o c e d u r e. Dit is niet het geval voor voorzie-ningen die zonder subsidies worden opgericht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de principiële oprichting van de Interdepar- tementale Commissie voor Gelijke Kansen (ICGK) werd een belangrijke stap gezet in het kader van het

Zij vragen zich af of de BRTN geen deontologische code hanteert inzake het overdag uitzenden van dergelijke programma's1. Kreeg de BRTN-radio reeds eerder klachten over

De cursisten worden tijdens de stage begeleid door een verantwoordelijke van de organiseren- de opleidingsderde en door een verantwoorde- lijke van de

Binnen deze werkgroep wordt met verschillende actoren, alsook met de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten, gezocht naar de best mogelijke formule om de

(3) SERV & provincie : adviesverlening door Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en bestendige deputatie van de provincie... Aanvragen voor erkenning als

D i t zou wellicht ook niet mogelijk zijn omdat dit strij- dig zou zijn met de federale wetten inzake de over- heidsopdrachten en deze omtrent de mededinging, alsook met de

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Verpleegkundige opleidingen – Neonatologie Op 1 oktober 1996 verschenen in het Belgisch Staatsblad de koninklijke besluiten (KB) van

– Voor de uitwerking van de intersectorale modu- le werd, in nauw overleg met vertegenwoordi- gers uit de verschillende welzijnssectoren waar- onder Kind en Gezin, een akkoord