Vraag nr. 74
van 16 oktober 1996
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Sociale economie – Overheidsopdrachten
Er ontstaan heel wat projecten rond sociale econo-mie in de meest ruime zin van het woord. O p d r a c h-ten vinden die dergelijke projech-ten economisch rendabel maken, is echter dikwijls moeilijk.
In welke mate kunnen gemeenten, i n t e r c o m m u n a-l e s, Va-laamse investeringsmaatschappijen, d i e n s t e n , . . . een beroep doen op werknemers die verbonden zijn met sociale-economieprojecten, b e s c h u t t e w e r k p l a a t s e n , welzijns- of tewerkstellingsinitiatie-ven ?
Wordt dit gestimuleerd ? Op welke wijze ?
Antwoord
De precieze draagwijdte van de vraag is niet een-duidig.
Indien wordt gevraagd naar de mogelijkheid om overheidsopdrachten "bij voorrang" toe te kennen aan initiatieven in het kader van de "sociale econo-mie" in de ruime zin van het woord, dan luidt het antwoord als volgt.
De overheidsopdrachten worden niet "bij voor-rang" toegekend aan voormelde initiatieven. D i t zou wellicht ook niet mogelijk zijn omdat dit strij-dig zou zijn met de federale wetten inzake de over-heidsopdrachten en deze omtrent de mededinging, alsook met de Europese regelgeving inzake het vrij verrichten van diensten en het vrij verkeer van goederen, kapitaal en personen.
Betreft de vraag het a priori uitsluiten van initiatie-ven in het kader van de "sociale economie" als mogelijke uitvoerder van overheidsopdrachten, dan kan volgend antwoord worden gegeven. Voor "het leveren van diensten of goederen" in het kader van een overheidsopdracht zijn er geen bij federale wet vastgelegde erkenningsnormen. Betreft de overheidsopdracht "het uitvoeren van w e r k e n " , dan moet de inschrijver voldoen aan de vereiste erkenningsnorm en klasse-accreditatie. Voormelde criteria betreffen algemene regelen vastgelegd in federale wetgeving.