• No results found

Vraag nr. 8 van 1 oktober 1996 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 8 van 1 oktober 1996 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 8

van 1 oktober 1996

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Opheffing Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie – Betrokkenheid

In 1996 gaf de Vlaamse Gemeenschap subsidies aan het federale Instituut voor Hygiëne en Epide-miologie (IHE). Bij de bespreking van deze subsi-dies in de Commissie voor We l z i j n , Gezondheid en Gezin werd erop gewezen dat de federale minister in zijn toelichting met geen woord repte over deze Vlaamse betrokkenheid bij het formuleren van de doelstellingen van dit Instituut.

Op 5 juli 1996 besliste de federale ministerraad over te gaan tot de oprichting van een We t e n s c h a p-pelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur, waarin het IHE wordt opgenomen. De activiteiten dienen verband te houden met de beleidsonder-steuning van federale materies. Met de gemeen-schappen en gewesten kunnen overeenkomsten worden afgesloten voor uitvoering van permanente programma's.

1. Kan men een instelling opheffen waarmee Vlaanderen een samenwerkingsakkoord had a f g e s l o t e n , zonder dat het Vlaams Parlement hiervan weet heeft ?

2. Werd de Vlaamse minister bevoegd voor Gezondheidsbeleid op voorhand hierbij betrok-ken ? Werd ze officieel op de hoogte gesteld ? 3. Wordt de minister betrokken bij de verdere

concrete uitwerking van deze dienst (formatie, huisvesting, ...) ?

4. Voor welke programma's waarbij V l a a n d e r e n werd betrokken, werd er in 1996 een akkoord afgesloten ? Zijn hiervan al resultaten bekend of wanneer worden ze verwacht ?

Antwoord

1. Het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie is een instelling die valt onder de bevoegdheid van de federale overheid. De federale overheid kan dan ook autonoom beslissen tot opheffing van deze instelling.

Wel moet de federale overheid hierbij oog ben voor de gevolgen die de opheffing zou heb-ben op het samenwerkingsakkoord van 18 mei 1995 tussen de staat, de Vlaamse Gemeenschap

en de Franse Gemeenschap betreffende de financiering van het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie voor de periode 1995-1999. D i t samenwerkingsakkoord werd bekrachtigd door het Vlaams Parlement (zie artikel 22 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepa-lingen tot begeleiding van de begroting 1996). De federale overheid zal dan ook overleg die-nen te plegen met de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, wil men geen proble-men creëren met betrekking tot de interpretatie of de uitvoering van het samenwerkingsak-koord.

2. De Vlaamse Gemeenschap is niet betrokken bij de oprichting van de nieuwe federale instelling, noch officieel op de hoogte gebracht van de beslissing van 5 juli 1996 van de federale minis-terraad.

3. Aangezien zowel het IHE als het nieuw opge-richte Wetenschappelijk Instituut Vo l k s g e z o n d-heid – Louis Pasteur instellingen zijn die vallen onder de bevoegdheid van de federale overheid, wordt de concrete uitwerking van het nieuwe instituut uitsluitend op federaal niveau gere-geld.

4. Alle programma's van het IHE waarbij de Vlaamse Gemeenschap is betrokken, zijn opge-nomen in het op 18 mei 1995 afgesloten w e r k i n g s a k k o o r d . Zoals bepaald in het samen-werkingsakkoord (artikel 5) diende het IHE reeds een jaarrapport en financieel verslag over 1995 en een semestrieel verslag 1996 in bij de administratie.

In het algemeen – en het IHE vormt hierop geen uitzondering – kan men trouwens vaststellen dat instellingen die afhangen van en/of gezamenlijk worden gefinancierd door de federale overheid en de gewesten/gemeenschappen, gebrek aan slag-kracht vertonen en meestal na afzienbare tijd wor-den afgeschaft en/of geherstructureerd.

Onverminderd het samenwerkingsakkoord, b e z i n t de Vlaamse regering zich over de verdere relaties met het IHE. Indien de voordelen van de gebun-delde samenwerking tenietgaan door gebrek aan s l a g k r a c h t , zal ik daaruit de passende conclusies trekken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1. Het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 houdende maatregelen om de capaciteit van de voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met

Door de principiële oprichting van de Interdepar- tementale Commissie voor Gelijke Kansen (ICGK) werd een belangrijke stap gezet in het kader van het

Zij vragen zich af of de BRTN geen deontologische code hanteert inzake het overdag uitzenden van dergelijke programma's1. Kreeg de BRTN-radio reeds eerder klachten over

De cursisten worden tijdens de stage begeleid door een verantwoordelijke van de organiseren- de opleidingsderde en door een verantwoorde- lijke van de

Met welke regelmaat worden deze voorzieningen gecontroleerd en waarop spitst deze controle zich toe.. Zijn er vergelijkende resultaten beschikbaar van de controles in instellingen

Binnen deze werkgroep wordt met verschillende actoren, alsook met de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten, gezocht naar de best mogelijke formule om de

(3) SERV & provincie : adviesverlening door Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en bestendige deputatie van de provincie... Aanvragen voor erkenning als

D i t zou wellicht ook niet mogelijk zijn omdat dit strij- dig zou zijn met de federale wetten inzake de over- heidsopdrachten en deze omtrent de mededinging, alsook met de