Vraag nr. 117 van 14 maart 1996
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Heffing leegstand – Beschermde gebouwen
Krachtens het decreet inzake heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting (decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, hfst. VIII, afde-ling 2 – Belgisch Staatsblad 30-12-1995, blz. 36108 e.v.), geldt er voor beschermde gebouwen een vrijstel-ling "gedurende de termijn van behandevrijstel-ling door de bevoegde overheid van het restauratiedossier".
Heeft de minister al richtlijnen uitgevaardigd of uitge-werkt inzake de concrete toepassing van die bepalingen ? Geldt de heffing bijvoorbeeld niet zodra een dossier is ingediend, ongeacht het uitblijven van een beslissing ? Geldt de heffing voor de periode tussen de goedkeu-ring van het dossier en de aanvang van de werken ? Geldt ze tijdens de uitvoering van de werken ?
Antwoord
De uitvoering van het decreet inzake de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting valt onder de bevoegdheid van mijn collega de heer Leo Peeters, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting.
Wat de vrijstelling van heffing voor beschermde gebou-wen betreft, moet als termijn van behandeling van het restauratiedossier door de bevoegde overheid worden beschouwd : de termijn die loopt vanaf de indiening van de volledig bevonden aanvraag tot de definitieve oplevering van de werken.