Vraag nr. 4
van 1 oktober 2004
van mevrouw GREET VAN LINTER TBC – Preventie
Uit persberichten is naar voren gekomen dat er weer gevallen van TBC zijn waargenomen in Vlaanderen.
Niet alleen de mensen in de directe nabijheid van de besmette personen lopen gevaar, maar ook op plaatsen waar veel mensen samenkomen, is het gevaar voor besmetting reëel.
1. Hoeveel gevallen van TBC werden waargeno-men in Vlaanderen in 2003?
Hoeveel gevallen zijn in Vlaanderen geregi-streerd in de laatste vijf jaar?
2. Is er een toename en hoeveel bedraagt die pro-centueel?
Welke maatregelen neemt de minister op het vlak van preventie?
3. Indien maatregelen genomen worden: op welke wijze wordt deze preventie gevoerd?
4. Gebeurt er een evaluatie over de maatregelen uit het verleden?
Antwoord
1. In 2003 werden 504 gevallen van tuberculose gemeld in Vlaanderen.
Het aantal gemelde gevallen van tuberculose bedroeg de laatste vijf jaar respectievelijk: 609 in 1999
568 in 2000 648 in 2001 614 in 2002 504 in 2003
2. Er is geen toename van het aantal tuberculose-gevallen in Vlaanderen. Van begin tot midden van de jaren negentig bleef de incidentie gelei-delijk dalen. Sindsdien is de incidentie relatief stabiel en schommelt ze rond 9,5 per 100.000 inwoners.
De preventie van tuberculose in Vlaanderen wordt uitgevoerd volgens internationaal aan-vaarde richtlijnen. Deze omvatten zowel de nodige maatregelen voor bron- en contacton-derzoek in de omgeving van tuberculosepatiën-ten als een georganiseerde screening van bepaal-de risicogroepen.
3. Enerzijds organiseert de Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap bron- en con-tact-onderzoek bij elk geval van tuberculose dat bekend is. Hierbij wordt steeds gewerkt volgens het ringprincipe van de internationaal aanvaarde richtlijnen. De eerste ring betreft de dagelijkse contacten, de tweede ring de weke-lijkse contacten en de derde ring de sporadische contacten. Op deze manier wordt een eventuele bron opgespoord zodat ook hier behandeling kan gestart worden en besmetting van meer personen kan voorkomen worden. Het contact-onderzoek maakt het ook mogelijk na te gaan of er ondertussen nog personen besmet wer-den, zonder daarom ziek te zijn. Bij hen kan een preventieve therapie gegeven worden om te vermijden dat ze zouden ziek worden en zo anderen eventueel kunnen besmetten. Ook wor-den de nodige afspraken gemaakt voor verdere follow-up.
Daarnaast gebeurt er ook een actieve tubercu-loseopsporing en -bewaking bij risicogroepen. Voor de uitvoering hiervan werd een convenant afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vereniging voor Respiratoire Gezondheids-zorg en Tuberculosebestrijding (VRGT). Voor systematische screening werden de laatste jaren volgende risicogroepen geselecteerd: gedetineer-den, intraveneuze druggebruikers, asielzoekers en daklozen.