Vraag nr. 4
van 1 oktober 2004
van mevrouw MIEKE VOGELS
Terugbetaling woon-werkverkeer – Stand van zaken
De onderwijsinstellingen zijn verplicht om het woon-werkverkeer (openbaar vervoer en fiets) aan hun personeelsleden terug te betalen, en dit con-form de omzendbrief van het departement Onder-wijs. De onderwijsinstellingen krijgen hiervoor, samen met de hen toegezegde werkingstoelage, een voorschot van 50 % en het resterend bedrag bij de goedkeuring van het globale dossier woon-werk-verkeer van een bepaald kalenderjaar. De centra voor volwassenenonderwijs krijgen, aan-gezien zij geen werkingstoelage ontvangen maar enkel het gederfde inschrijvingsgeld van bepaalde groepen cursisten, geen voorschot op de betalin-gen van het woon-werkverkeer.
Tot op vandaag moeten we echter vaststellen dat de terugbetaling van het woon-werkverkeer van het kalenderjaar 2003 niet is gebeurd (ondertussen zijn we reeds september 2004), alhoewel de dos-siers reeds zijn ingediend eind februari 2004. Voor de centra voor volwassenenonderwijs, die ook geen voorschot hebben ontvangen, begint deze prefinanciering echt door te wegen!
Wanneer worden de kosten van het woon-werk-verkeer 2003 aan de onderwijsinstellingen terug-betaald?
Klopt het dat het budget vastgelegd voor die terug-betaling op de begroting 2004, reeds uitgeput is? Antwoord
De vervoerskosten woon-werkverkeer met het gemeenschappelijk openbaar vervoer in de vorm van een sociaal abonnement worden vanaf 1 janu-ari 2001, ter uitvoering van de sectorale sociale programmatie van de sector Onderwijs (CAO V Onderwijs), volledig ten laste genomen van de werkgever. Tevens wordt vanaf die datum een fiets-vergoeding toegekend, eveneens te betalen door de werkgever.
Deze tegemoetkomingen door de werkgever zijn bedoeld voor alle personeelsleden onderworpen
aan de decreten rechtspositie van 27 maart 1991, de hogescholen en de pedagogische begeleidings-diensten, ongeacht het net en het niveau.
De uitbetaling van de fietsvergoedingen en de abonnementskosten openbaar vervoer worden in eerste instantie door de inrichtende machten als werkgever uitbetaald.
Uiteindelijk betreft het slechts een prefinanciering, want in uitvoering van de collectieve arbeidsover-eenkomst worden de tegemoetkomingen door de werkgever in de vervoerskosten woon-werkverkeer na verloop van het jaar waarin ze werkelijk werden betaald, door het departement Onderwijs terugbe-taald aan de betrokken inrichtende macht.
De procedure bestaat uit volgende stappen. – Vóór 28 februari volgend op het jaar waarop
de vervoerskosten betrekking hebben, moeten de schuldvorderingen door de instellingen inge-diend zijn bij het departement.
– Volgens de regels uitgewerkt in de omzend-brief met referentie 13/AC/CR/JVM/JS van 21 december 2000 dient eind juni volgend op het jaar waarop de vervoerskosten betrekking heb-ben, het departement Onderwijs over te gaan tot de betaling van enerzijds het saldo en ander-zijds een voorschot op basis van de gegevens van het ingediende kalenderjaar.
In antwoord op de gestelde problematiek over de terugbetaling van het woon-werkverkeer specifiek voor de centra voor volwassenenonderwijs kan ik meedelen dat er geen verschil wordt gemaakt in de betaling van het woon-werkverkeer tussen de onderwijsniveaus.
Om budgettaire redenen is er een vertraging in de uitbetaling van de schuldvorderingen 2003. De oorzaak hiervan is enerzijds het succes van de maatregel en anderzijds het in het verleden niet aanpassen van het overeenkomstige budget inge-schreven in de uitgavenbegroting.
ritme van de kosten.
Het resultaat was een tekort aan middelen om ver-der tegemoet te komen aan de terugbetaling en de uitbetaling van voorschotten.