Vraag nr. 128 van 25 maart 2005
van mevrouw HILDE EECKHOUT De Lijn – Vrije concurrentie pachters
De Lijn doet een beroep op privé-bedrijven voor de uitbating van de ruim 40 miljoen kilometer bus-verbindingen. Elk van deze privé-bedrijven mag niet meer dan 5 % busverbindingen uitbaten. De controle van het Rekenhof bracht het vol-gende aan het licht. Kleine privé-bedrijven hebben niet dezelfde kansen als de grote privé-bedrijven. Wanneer rekening gehouden wordt met de aandeel-houdersstructuur van de verschillende privé-bedrij-ven, hebben bepaalde marktspelers ruimschoots meer dan 5 % in handen. Er is sprake van 25 % door Connex, 23,9 % door Intrabus.
Het is een economische wetmatigheid dat de vrije concurrentie moeilijk kan spelen als de markt beheerst wordt door een zeer beperkt aantal spe-lers. In een dergelijke markt staat meteen de deur open voor mogelijke belangenvermenging tussen de bestuurders van De Lijn en de privé-aanbieders van openbaar busvervoer, of voor mogelijke prijs-afspraken tussen de verschillende privé-aanbieders van openbaar busvervoer.
Om een eerlijke concurrentie te garanderen, die-nen beide het onderwerp te vormen van een onder-zoek.
Het doel van deze onderzoeken is ervoor te zor-gen dat Vlaanderen door het spel van de eerlijke concurrentie tussen privé-bedrijven ofwel dezelfde busverbindingen tegen een lagere prijs met dezelfde kwaliteit krijgt, ofwel meer busverbindingen tegen dezelfde prijs met dezelfde kwaliteit krijgt.
1. Wordt er een onderzoek gevoerd naar de ver-schillende privé-aanbieders waarmee De Lijn gesprekken heeft gevoerd voor de toewijzing van de contracten voor uitbating van busver-bindingen ?
2. Wordt er eveneens een onderzoek gevoerd naar de aandeelhouders van de verschillende privé-aanbieders ?
3. Wordt er ten slotte nagegaan of de vrije con-currentie überhaupt ten volle kan spelen in deze
markt ? Denk hierbij aan mogelijke belangen-vermenging, prijsafspraken, …
Antwoord
1. De Lijn is beheerder van de contracten met privé-exploitanten, zoals duidelijk gesteld in de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en De Lijn. De Lijn beschikt aldus over de nodige autonomie om de contracten toe te wijzen.
Er is geen onderzoek gevoerd naar de ver-schillende privé-aanbieders waarmee De Lijn gesprekken heeft gevoerd.
2. Juridisch erkent De Lijn de exploitanten zoals zij in de erkenningsregeling zijn gekwalificeerd, hetzij afzonderlijk, hetzij in de vorm van een tijdelijke vereniging. De Lijn heeft geen zicht op de aandeelhoudersstructuur van de verschil-lende privé-exploitanten.