Vraag nr. 128 van 4 maart 2005
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Taalgebruik gemeentediensten Vlaamse Rand – Toezicht
Naar aanleiding van de oprichting van de nieuwe afdeling van de Vlaamse Volksbeweging in Asse blijkt dat de politie van Asse in de deelgemeente Zellik, vlakbij Brussel gelegen, nogal makkelijk bereid is om op het Frans over te schakelen. Zoals de minister wel weet, laat de taalwetgeving in bestuurszaken dit niet toe.
1. Is de minister op de hoogte van deze gang van zaken ?
2. Hoe wordt erop toegezien dat alle gemeentelijke diensten in de Vlaamse Rand de taalwetgeving naleven ?
3. Neemt de minister de nodige initiatieven ter-zake ?
Antwoord
1. Het feit dat de politie van Asse, zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger beweert, nogal vlug zou overschakelen op het Frans in haar betrekkingen met het publiek, is mij niet bekend. Overigens is de organisatie van de poli-tiediensten als dusdanig een federale bevoegd-heid, geregeld door de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie-dienst gestructureerd op twee niveaus.
Deze wet voorziet onder meer in een specifieke toezichtregeling, uit te oefenen door de federale overheid, onder meer wat personeel en finan-ciën aangaat.
Daarnaast echter voorziet de wet ook in een algemeen administratief toezicht op handelin-gen van gemeentelijke instellinhandelin-gen (gemeen-teraden in eengemeentezones, politieraden en politiecolleges in meergemeentezones). Het is in het kader van dit algemeen administratief toe-zicht dat ik, in mijn hoedanigheid van minister bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenheden, zou kunnen optreden tegen handelingen van
de bedoelde gemeentelijke instellingen indien haar beslissingen de wet of het algemeen belang zouden schenden. Toegepast op het door de Vlaamse volksvertegenwoordiger aangehaalde voorbeeld over de politie van Asse, betekent een en ander dat ik geen bevoegdheid heb tussen-beide te komen in de eigenlijke organisatie van het politiekorps als dusdanig (en ik dus geen toezicht kan uitoefenen op het taalgebruik bin-nen dat korps) maar dat ik uiteraard wel zou kunnen optreden wanneer bijvoorbeeld bin-nen de politieraad van de zone Asse Frans zou gesproken worden, hetgeen ik echter niet durf te veronderstellen.
2. Constant en dagdagelijks toezicht op het gebruik van het Nederlands in de gemeentelijke diensten in de Vlaamse Rand is als dusdanig niet geregeld en uiteraard onmogelijk.
Wel zijn een aantal instrumenten aanwezig om de naleving van de wet, en dus ook van de taal-wetgeving, in de gemeenten na te gaan.
Zo volgt een vertegenwoordiger van de gouver-neur van Vlaams-Brabant elke gemeenteraad in de zes faciliteitengemeenten en maakt hierover een verslag op. In de colleges van burgemeester en schepenen is dan weer een Vlaamse schepen aanwezig die uiteraard onder meer zal toezien op de naleving van de taalwetgeving binnen het college van burgemeester en schepenen.
Wat de naleving van de taalwetgeving binnen de gemeentelijke administraties betreft, ga ik er van uit dat de hoogste ambtenaar van de gemeente en zijn diensthoofden zullen toezien op de correcte naleving van de wet. Dit is van-zelfsprekend niet alleen het geval in de facili-teitengemeenten, maar in alle gemeenten van Vlaanderen, dus ook in de gemeenten gelegen in de Rand rond Brussel.
Ten slotte is er de burger, die uiteraard de moge-lijkheid heeft om elke schending van de wet aan te kaarten bij de toezichthoudende overheid. 3. Gezien hetgeen voorafgaat, denk ik dat het