• No results found

Vraag nr. 157 van 25 maart 2005 van mevrouw KATLEEN MARTENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 157 van 25 maart 2005 van mevrouw KATLEEN MARTENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 157 van 25 maart 2005

van mevrouw KATLEEN MARTENS

Volwassenenonderwijs – Nederlandse cursisten Onderwijs is de gemeenschapsmaterie bij uitstek ; het neemt bijna 43 % van de Vlaamse begroting voor zijn rekening. Het zijn de mensen van deze Vlaamse Gemeenschap die in de financiële midde-len voorzien die het onderwijs draaiende houden. Het onderwijs in Vlaanderen is kwalitatief hoog-staand. Die kwaliteit oefent haar aantrekkings-kracht uit. Maar anderzijds heeft die kwaliteit natuurlijk haar prijs. Dat de aantrekkingskracht van ons kwalitatief onderwijs vele Nederlanders aantrekt, heeft consequenties.

Sta mij toe kort de situatie te schetsen. Er zijn 18.000 Nederlandse studenten die in het Vlaams onderwijs participeren, tegenover slechts 3.500 Vlaamse studenten die naar Nederland gaan. Voor het basisonderwijs, secundair onderwijs en hoge-scholenonderwijs heerst de trend van een toene-mend absoluut en relatief aantal Nederlanders. Het universitair onderwijs en deeltijds kunston-derwijs (DKO) blijven status-quo. De grensgebie-den in de provincie Antwerpen en de provincie Limburg nemen meer dan 75 % van het totaalaan-tal in Vlaanderen studerende Nederlanders voor hun rekening. Het gaat zowel om Nederlanders die de grens oversteken, als om Nederlanders die hier wonen maar hun nationaliteit behouden.

Spijtig genoeg ontbreken duidelijke cijfers over het aandeel Nederlanders in het volwassenenonderwijs. De ervaring te velde leert ons echter dat net daar de situatie het meest problematisch is. Zo zijn er cursussen, bijvoorbeeld in Lommel, waar het aan-deel Nederlandse aan-deelnemers de 90 % benadert. 1. Klopt het dat onder meer in Limburg een groot

aantal Nederlandse cursisten een beroep doet op het aanbod van ons Vlaams volwassenenon-derwijs ?

Zo ja, kan de minister per provincie concrete cijfers meedelen over het totaalaantal cursisten in het volwassenenonderwijs en ook per provin-cie over het aandeel van Nederlanders hierin ?

2. Zijn de oorzaken van deze toevloed van Neder-landse studenten in de grensstreek reeds onder-zocht ?

Zo ja, wat waren hiervan de resultaten ?

3. Wordt de opleiding van deze cursisten gefinan-cierd uit het budget van het Vlaams volwassenen-onderwijs ?

4. Heeft de minister er weet van of Nederlandse studenten binnen het Vlaams volwassenenonder-wijs eventueel plaatsen innemen van de beoogde doelgroep voor die vorm van onderwijs ? 5. Heeft de minister weet van Vlaamse

studen-ten die geweigerd worden binnen een opleiding of cursus wegens een overaanbod van buiten-landse, Nederlandse cursisten ?

6. Hoeveel Vlaamse studenten volgen cursus in Nederland ?

Welke formules bestaan er ? Wie financiert deze studenten ? Antwoord

1. In het statistisch jaarboek onderwijs 2003-2004 kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger een globaal overzicht terugvinden van het aantal cursisten met een vreemde nationaliteit in het Vlaamse volwassenenonderwijs. Deze cijfers zijn evenwel niet beschikbaar per provincie of per centrum.

In het schooljaar 2003-2004 waren er in het Vlaamse volwassenenonderwijs 9.772 cursisten met de Nederlandse nationaliteit ingeschreven, waarvan 9.595 in het secundair onderwijs voor sociale promotie en 177 in het hoger onderwijs voor sociale promotie. Dit op een totaliteit van 298.607 cursisten, waardoor het aandeel van cursisten met de Nederlandse nationaliteit 3,2% bedraagt.

(2)

2. Er is nog geen systematisch onderzoek ver-richt naar de oorzaken van de aanwezigheid van Nederlanders in het Vlaamse volwasse-nenonderwijs. Wij hebben dus geen objectieve kijk op de mogelijke redenen waarom men zich inschrijft in de Vlaamse centra voor volwasse-nenonderwijs.

Toch kan ik een aantal mogelijke oorzaken aan-wijzen zoals een betere bereikbaarheid van de Vlaamse centra, de aanwezigheid van specifieke opleidingen die niet bestaan in Nederland of de goede kwaliteit van het Vlaamse onderwijs. Tevens moedigt Europa de mobiliteit van leer-lingen, studenten en cursisten aan, al moet de impact van dit beleid voor het volwassenenon-derwijs genuanceerd worden.

3. De Vlaamse Regering financiert enkel de leraar-suren van de centra voor volwassenenonderwijs. Deze werden, tot de recente wijziging van arti-kel 48 in het decreet betreffende het volwas-senenonderwijs van 2 maart 1999, bepaald op basis van het aantal lesuren-cursist. Het aan-tal lesuren-cursist wordt dan weer berekend op basis van het aantal financierbare cursisten dat op l/3de van de cursus is ingeschreven. Om

financierbaar te zijn moet de cursist op regel-matige wijze in het centrum voor volwassenen-onderwijs ingeschreven zijn. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met zijn of haar nati-onaliteit. Bijgevolg kunnen cursisten met de Nederlandse nationaliteit financierbare cursis-ten zijn en lesuren-cursist genereren.

Voor hun werkingsmiddelen moeten de cen-tra voor volwassenenonderwijs een beroep doen op het inschrijvingsgeld van de cursis-ten. Het decreet betreffende het volwassenen-onderwijs van 2 maart 1999 voorziet in een reeks van vrijstellingsmogelijkheden voor de cursisten, waarbij de Vlaamse overheid het gederfde inschrijvingsgeld aan de centra terug-betaalt. Uitgezonderd voor de studiegebieden Nederlands tweede taal en Algemene Vorming, waar een algemene vrijstelling van inschrij-vingsgeld van toepassing is, kon een vrijstelling maar mits een attest van de federale of Vlaamse overheidsdiensten.

Recente uitspraken van het Europees Hof van Justitie over het inschrijvingsgeld voor niët:

Belgen in het hoger onderwijs doen vermoeden

dat er ook voor deze huidige discriminatie van vrijstelling van inschrijvingsgeld in het volwas-senenonderwijs op basis van nationaliteit geen grond is. Derhalve zal ik in het luik vrijstelling van inschrijvingsgeld in het nieuwe decreet vol-wassenenonderwijs een aantal bepalingen opne-men opdat ook inwoners van andere Europese lidstaten deze vrijstellingsregeling kunnen genieten.

4. De doelgroep van het volwassenenonderwijs zijn volwassenen die voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht. Wanneer zij aan verdere toe-latingsvoorwaarden, eigen aan het niveau of de opleiding, voldoen, kunnen zij zich vrij inschrij-ven ongeacht de nationaliteit die zij hebben. Ik heb evenwel geen weet van een verdringing

van Vlaamse cursisten door Nederlandse cur-sisten.

5. Ik heb geen weet dat centra op systematische wijze cursisten zouden weigeren door een over-aanbod van Nederlandse cursisten.

Als een cursist niet wordt toegelaten tot de opleiding kan dit diverse organisatorische rede-nen hebben. De directie kan om verschillende redenen beslissen een bepaald aanbod maar in beperkte mate aan te bieden waardoor niet elke cursist die zich wil inschrijven, ook effectief kan starten. Evenwel heeft dit meer te maken met de beperkte mogelijkheden van het centrum door een tekort aan leraarsuren, beschikbare leerkrachten of aangepaste infrastructuur, en niet met een teveel aan cursisten met een andere nationaliteit.

6. Momenteel heb ik geen enkel zicht op het aan-tal Vlaamse studenten die cursus volgen in het Nederlandse volwassenenonderwijs. Ik heb ook geen zicht op de formules die er bestaan om Vlaamse cursisten naar het Nederlandse vol-wassenenonderwijs te halen of op de financie-ring van deze cursisten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanuit de ervaring dat organisaties die zich daarop toelegden niet over- leefden zonder subsidies, heeft de decreetgever voorzien in een decretale basis die naast opdrach- ten

Artikel 15 van het decreet van 30 april 2004 tot regeling van de binnenlandse en interlandelijke adoptie van kinderen voorziet in de aanwijzing van de Vlaamse Centrale

Artikel 25 van het decreet van 30 april 2004 tot regeling van de binnenlandse en interlandelijke adoptie van kinderen verleent aan jongeren ouder dan 14 jaar inzagerecht in

Bij de aanvang van de cursusreeks van Anita Daulne heeft het cultuurcentrum aan de cur- sisten uitdrukkelijk gevraagd om haar bij te staan om het Nederlands te oefenen en haar niet

Hoe rijmt de minister het advies van de cel Huisvesting van de afdeling ROHM West- Vlaanderen waarin de stelling wordt gehanteerd dat projecten moeten worden gebouwd afgezien van

Kan de minister, per socialehuisvestingsmaat- schappij, de wachttijd meedelen die kandidaten (die geen wettelijk recht op voorrang kunnen laten gelden) die momenteel een sociale

Deze analyse kan wellicht de toets doorstaan voor het hele Vlaamse land en een graadmeter zijn voor het al dan niet verder in stand houden van deze maatregel naar aanleiding van

de markt gelooft niet in synergieën tussen bedrijven uit deze sectoren ; geen meerwaarde voor Suez door Electrabel-belang.. – Fusie van Electrabel en Tractebel in België leidt