• No results found

Vraag nr. 194 van 9 februari 2000 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 194 van 9 februari 2000 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 194 van 9 februari 2000

van de heer JOS DE MEYER

Kanaal Gent-Te r n e u zen – Studie waterpeilverho-ging

De administratie Waterwegen en Zeewezen heeft ruim een jaar geleden een studie gegund aan het studiebureau Belgroma/Bravenboer & Scheers voor 2,45 miljoen frank om de impact van een wa-terpeilverhoging op het Kanaal Gent-Terneuzen te bepalen.

Zoals ik de minister vice-president vroeger reeds m e e d e e l d e, zijn de gemeentebesturen en polders en wateringen bijzonder bezorgd mochten deze plannen ooit worden gerealiseerd. Zij vrezen dat eenzelfde waterpeilverhoging zich zou voordoen in de Moervaart, de Stekense Va a r t , de Durme. D e gevolgen voor de beken en overstorten die uitmon-den in deze waterlopen zullen zeer groot zijn. M e n vreest dat de risico's voor de lagergelegen aange-l a n d e n , ook in sommige dorpen en steden, s t e r k zullen toenemen.

Op 26 en 27 december 1999 werden historisch hoge waterstanden genoteerd in de Stekense Vaart en de Moervaart (8 cm hoger dan het vorig recordpeil van 14 en 15 september 1998). Bovendien hielden ze ook heel lang aan. Hierdoor werd de globale af-watering binnen de polder Sinaai-Daknam sterk b e m o e i l i j k t . In de omgeving van de monding van de Belselebeek en de Molenbeek leidde dit tot overstromingen in de Leebrugse en Stekense m e e r s e n . Ter hoogte van de monding van de Mo-lenbeek werd op 27 december een doorsijpeling in de Stekense Vaart vastgesteld. Door een snel ingrij-pen van het bestuur van polders en wateringen kon grotere schade aan het dijklichaam worden verme-den.

1. Zijn de resultaten van de studie inzake de even-tuele waterpeilverhoging op het Kanaal Gent-Terneuzen reeds bekend ?

Zo neen, wanneer mogen de resultaten worden verwacht ?

Zo ja, wat zijn de voornaamste conclusies ? Is het verantwoord dat op deze wijze de haven van Gent toegankelijk wordt voor diepliggende schepen terwijl er veiligheidsproblemen kunnen ontstaan ?

2. Voor wanneer is er overleg gepland met de be-trokken steden, gemeenten en polderbesturen ? 3. Wanneer worden de geplande

verstevigingswer-ken met damplanverstevigingswer-ken eindelijk uitgevoerd aan de beide oevers van de Stekense Vaart ? Wat is de timing ? Wat is de kostprijs ?

4. Wanneer worden in de Moervaart de nodige slibruimingen uitgevoerd ? Wat is de timing ? Wat is de kostprijs ?

5. Zijn er alternatieve afwateringsmogelijkheden bij een constant hoger peil in het Kanaal Gent-Terneuzen ?

N.B. Deze vraag werd, met het oog op deelvraag 3, eveneens gesteld aan mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Land-bouw.

Gecoördineerd antwoord

1. De studie "waterpeilverhoging" heeft niet tot doel de hoogste waterstanden te verhogen, maar wel werd erin nagegaan of een beperkte verhoging van het laagste bevaarbaar peil in het Kanaal Gent-Terneuzen kan worden gereali-seerd.

Alhoewel de studie uitwijst dat een verhoging van het laagste peil met 10 cm geen meetbare verhoging van de hoogste waterstanden tot ge-volg heeft, is er geen sprake van dit minimum-peil zomaar 10 cm te verhogen. Dit kan overi-gens niet zonder een "peilbesluit" voor het Ne-derlandse deel van het Kanaal Gent-Terneuzen. Omdat de effecten van een verhoging van 10 cm van het minimumpeil zo moeilijk meetbaar zijn, heeft men ook een minimumpeilverhoging van 25 cm in het Kanaal Gent-Terneuzen bestu-d e e r bestu-d . Hieruit blijkt bestu-dat bestu-deze wel een beperkte verhoging (+ 10 cm) van de hoge waterstanden in Lokeren zou veroorzaken.

(2)

Ondertussen blijft het minimumpeil van het Ka-naal Gent-Terneuzen onveranderd. De lichte variaties in de reële peilen blijven afhankelijk van de waterbeheersing aan de sluizen van Te r-neuzen en de periodes waarin er wordt "ge-spuid".

2. Zowel het polderbestuur als de stad Lokeren werden reeds in kennis gesteld van de mogelijk-heid om de hoge waterstanden af te toppen door een constructie in de dam in Lokeren. Nu op de begroting ook 25 miljoen frank is in-g e s c h r e v e n , zal opnieuw contact worden in- geno-men met de betrokken instanties.

3. De werken voor de versteviging van de dijken van de Stekense Vaart in opdracht van de afde-ling Water van de administratie Milieu-, N a t u u r-, Land- en Waterbeheer zullen uiterlijk op 1 mei 2000 aanvangen.

De kostprijs op basis van de aanbesteding be-draagt 46.143.550 frank (excl. BTW).

4. Om het hydraulisch profiel van de Moervaart te h e r s t e l l e n , zou er tussen Lokeren en de mon-ding in het Zeekanaal een 350.000 m3b a g g e

r-specie moeten worden verwijderd. In de onder-houdsbegroting 2000 (BA 14.05 programma 64.20) zijn de middelen opgenomen om onder meer voor 190.000 m3baggerwerken uit te

voe-ren op de Moervaart tussen het Kanaal van Ste-kene en de brug in de John Kennedylaan in Gent.

De werken zullen starten in de loop van de maand april 2000 en voltooid zijn tegen septem-ber 2000. Op dat ogenblik zal ook de aanleg-plaats van de NV Suikergroep in Moerkerke opnieuw bereikbaar worden voor de commer-ciële scheepvaart en kan het bedrijf de wateweg opnieuw gebruiken voor transport. Ve r-wacht wordt dat hierdoor een trafiek van een 20.000 ton over de waterweg zal worden gege-nereerd.

De kostprijs voor de baggerwerken op de Moer-vaart bedraagt 96 miljoen, inclusief BTW. De baggerwerken in het opwaartse deel van de M o e r v a a r t , tussen het Kanaal van Stekene en L o k e r e n , zullen pas kunnen worden uitgevoerd na 2003.

Met de huidige op de Moervaart en in het Zee-kanaal te baggeren hoeveelheid specie zal de capaciteit van de stortplaats Callemansputte in Zelzate volledig benut zijn. De afdeling

Boven-schelde van de administratie Waterwegen en Zeewezen voert momenteel de studie uit voor het uitbreiden van de stortplaats. Gelet op de termijn van de studie en de termijnen van ver-gunningen mag worden verwacht dat pas na 2003 opnieuw capaciteit zal beschikbaar komen om verdere baggerwerken uit te voeren op de Moervaart.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De verminde- ringen werden soms niet toegekend, ook al was voldaan aan alle voorwaarden, omdat in som- mige gevallen de gegevens van de verschillende externe organisaties niet

– Milieubeleidsplan 1997-2001 – Karakterisatie bodems voor bevaarbare waterlopen – Biolo- gisch onderzoek : gegund aan de Universiteit Gent voor een bedrag van 3 miljoen fr.

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening

Indien de kosten voor het onderhoud door scha- penhouders lager liggen dan de kosten voor onder- houd door anderen, kan worden verondersteld dat de schapenhouders verder deze

Zo neen, werd hiervoor reeds een procedure gestart en voor wanneer mag de bescherming worden verwacht2. Wat is een vermoedelijke en mogelijke kostprijs van

Door de afdeling Zeeschelde wordt dan ook onder- zocht of een herverdeling van de beschikbare per- celen niet aangewezen is, en op welke wijze in de toekomst

Wanneer vangt de sanering aan en welke timing wordt vooropgesteld voor de herbestemming van deze gronden2. Welke engagementen heeft de Vlaamse rege- ring via OVAM op zich

Leerlingen-stagiairs – Bescherming op het werk De welzijnswetgeving bepaalt dat leerlingen in stu- dierichtingen waarvan het opleidingsprogramma in een vorm van arbeid voorziet,