Vraag nr. 90 van 21 maart 2000
van de heer JOS DE MEYER
Boelwerf Temse – Sanering en herbestemming In 1994 ging de Boelwerf failliet. De terreinen, ruim 85 hectare, hebben nog altijd geen nieuwe be-s t e m m i n g. Nochtanbe-s zijn heel wat bedrijven op zoek naar geschikte vestigingsplaatsen.
Het grootste probleem bij de herbestemming lijkt de sanering van het terrein. Ik vernam dat er vori-ge maand een bijeenkomst was op het kabinet van de minister van Leefmilieu over deze sanering. Naast vertegenwoordigers van de minister van Leefmilieu waren ook een kabinetsmedewerker van de minister van Ruimtelijke Ordening, e e n personeelslid van de Openbare A f v a l s t o f f e n m a a t-schappij voor het Vlaams Gewest (OVA M ) , d e burgemeester van Temse en de curatoren aanwe-z i g. Er aanwe-zou afgesproken aanwe-zijn dat de sanering van het terrein in percelen zou kunnen gebeuren.
De kostprijs van de hele saneringsoperatie zou 400 miljoen bedragen en de Vlaamse regering kan wel 90 procent subsidies toekennen. De curatoren moeten een deel van de opbrengsten van de ver-koop van niet-vervuilde percelen reserveren voor de sanering van de vervuilde gedeelten van de voormalige scheepswerf.
1. Is het terrein van de vroegere scheepswerf Boel in zijn geheel of slechts gedeeltelijk vervuild, e n in welke mate ?
2. Wat is de geraamde kostprijs voor de sanering van de vastgestelde vervuiling ?
3. Kan de sanering van het terrein in verschillende percelen en fasen gebeuren ?
4. Wanneer vangt de sanering aan en welke timing wordt vooropgesteld voor de herbestemming van deze gronden ?
5. Welke engagementen heeft de Vlaamse rege-ring via OVAM op zich genomen met het oog op een spoedige sanering en herbestemming van deze gronden ?
Welk aandeel heeft Gimvindus in de sanering en herbestemming ?
6. Welk aandeel van de verkoop van de gronden moeten de curatoren reserveren voor de sane-ring van de vervuilde gronden ?
7. Welke visie en toekomstplannen heeft de minis-ter van Economie met betrekking tot deze gron-den ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan me-vrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmi-lieu en Landbouw.
Gecoördineerd antwoord
1. Het terrein van de vroegere Boelscheepswerf is in meerdere zones verontreinigd met zowat alle klassieke verontreinigingsparameters, n a m e l i j k minerale olie, vluchtige aromaten, p o l y cy c l i s c h e aromatische koolwaterstoffen, zware metalen en vluchtige gechloreerde solventen.
Vooral ter hoogte van de voormalige triage- e n s t o r t p l a a t s, het sledepark en rond een aantal grotere opslagtanks doen zich de voornaamste problemen voor.
2. Op basis van de momenteel bekende gegevens werd een raming van de saneringskosten opge-m a a k t . In een "best case"-scenario worden de saneringskosten geraamd op 62 miljoen frank. In een "worst case"-scenario zouden de sane-ringskosten oplopen tot 420 miljoen frank. Op basis van de beschikbare gegevens wordt momenteel een bedrag van 150 miljoen frank als een vrij realistische schatting vooropgesteld. 3. De sanering van het terrein kan gebeuren in
verschillende percelen en fasen mits gebruik te maken van artikel 48 van het bodemsanerings-d e c r e e t . Op basis van bodemsanerings-dit artikel kan beslist wor-den de overdracht van de gronwor-den te laten plaatsvinden vooraleer de verplichtingen tot bo-demsanering worden vervuld, maar dan wel onder de voorwaarden van het aangaan van een verbintenis en het opbouwen van een financiële z e k e r h e i d . De OVAM heeft reeds in die zin een advies aan de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw toegestuurd en is momenteel bezig met de verfijning van het advies.
Op die manier wordt de sanering, te beginnen met het beschrijvend bodemonderzoek, van het terrein telkens gekoppeld aan de overdracht van een deel van het perceel.
enkel voor het deel dat op dat moment wordt overgedragen.
5. De OVAM heeft een gunstig advies uitgebracht voor de toepassing van artikel 48 van het bo-d e m s a n e r i n g s bo-d e c r e e t , waarbo-door bo-de overbo-dracht van delen van het perceel wordt toegestaan. Gimvindus kan, met eigen middelen, via haar fi-liaal Werfinvest en binnen de perken van de be-h e e r s o v e r e e n k o m s t , marktconforme investerin-gen meefinancieren samen met privé-investeer-d e r s, en privé-investeer-dit met risicoprivé-investeer-dragenprivé-investeer-d kapitaal. Het privé-investeer-doel van de herbestemming is de creatie van vervan-gende werkgelegenheid.
6. De overdracht van het administratief gebouw aan de gemeente Temse wordt vrijgesteld van de opbouw van een financiële zekerheid.
Bij de andere overdrachten dienen de curatoren echter 50 % van de verkoopsom van de ver-kochte delen te reserveren voor de bodemsane-ring.
Daarbij dienen ze een reserve op te bouwen van 80 miljoen frank, zijnde iets meer dan de helft van de geraamde saneringskosten.
7. Het gebrek aan bedrijventerreinen in V l a a n d e-ren maakt dat er conform de beleidsintenties van de Vlaamse minister van Economie een in-strumentarium zal worden uitgewerkt voor de herbestemming van ongebruikte industrieterrei-nen met een milieupassief.
