Vraag nr. 147 van 21 maart 2000
van de heer JOS DE MEYER Dijken – Afgraasbeleid Zie :
Minister-vice president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie
Vraag nr. 235 van 21 maart 2000
van de heer Jos De Meyer blz. 1203
Antwoord
Het beheer van de dijken langs de Schelde, d e Durme en de Nete valt niet onder mijn bevoegd-h e i d . Daarom kan ik niet inbevoegd-houdelijk antwoorden op de vier gestelde vragen. Uiteraard ligt de pro-b l e m a t i e k , gezien mijn pro-bevoegdheden, me echter wel nauw aan het hart. Bovendien lijkt een doorge-dreven samenwerking tussen verschillende afdelin-gen van het ministerie van de Vlaamse Gemeen-schap me de meest aangewezen manier om het ver-melde probleem op te lossen.
Eenzelfde werkwijze leidde op 29 april 1997, n a a r aanleiding van heel wat klachten en in opdracht van de toenmalige Vlaamse minister van Openbare We r k e n , Vervoer en Ruimtelijke Ordening, tot het opstellen van een nieuw maaibestek voor de Schel-d e, Schel-de Durme en Schel-de Nete. Dat gebeurSchel-de Schel-door Schel-de af-deling Zeeschelde, in nauw overleg met de afaf-deling Natuur en het Instituut voor Natuurbehoud. Op 10 september 1997 had een eerste evaluatievergade-ring en bijstuevaluatievergade-ring plaats. Tijdens de laatste evalu-atie van 28 februari 2000 werd een nieuw maaibe-stek opgemaakt, dat een uitgesproken meerwaarde aan natuur zal opleveren zonder afbreuk te doen aan andere waarden zoals veiligheid, landschap en recreatie.
Ook bij graasbeheer met schapen zijn er een aantal cruciale aspecten waar nauw moet op worden toe-gezien om extra natuurwaarde te creëren. Ik denk hierbij aan een optimaal aantal schapen per hecta-re en het verbod om biociden en meststoffen te ge-b r u i k e n . Deze aspecten werden door mijn admini-stratie dan ook naar voor gebracht toen hierover recentelijk informatie werd gevraagd door de afde-ling Zeeschelde. Eveneens van belang zijn duidelij-ke afspraduidelij-ken met de herders en controle op de uit-voering van het beheer.
De afdeling Natuur en het Instituut voor Natuur-behoud van de administratie Milieu-, N a t u u r-, L a n d- en Waterbeheer (Aminal) hebben reeds ge-ruime tijd ervaring met graasbeheer binnen en bui-ten natuurreservabui-ten. Die kennis en ervaring aan-wezig binnen het ministerie van de Vlaamse Ge-m e e n s c h a p, Ge-moeten uiteraard ook ter beschikking worden gesteld van de afdeling Zeeschelde van de administratie Waterwegen en Zeewezen, om in nauwe samenwerking te zoeken naar de beste op-lossing voor alle betrokken partijen (de waterloop-b e h e e r d e r, de herders, de recreanten en de natuur). Het overleg over het maaibeheer bewijst dat door een dergelijke constructieve manier van samenwer-ken snel ecologisch en technisch aanvaardbare be-heersvormen kunnen worden bereikt.
In het kader van een verbrede landbouw lijkt het onderhoud van dijken door schapenhouders een interessant gegeven, dat verder moet worden opge-v o l g d . Zowel het onderhoud opge-van het landschap als de toeristische troef van de weidende schapen moeten worden belicht.
Indien de kosten voor het onderhoud door scha-penhouders lager liggen dan de kosten voor onder-houd door anderen, kan worden verondersteld dat de schapenhouders verder deze dijken kunnen be-g r a z e n . Zelfs als het onderhoud door de schaapher-ders iets duurder is, zou men hen toch voorrang kunnen geven. Zij hebben in het verleden geïnves-teerd in een landbouwbedrijf met het oog op het onderhoud van deze dijken. Wanneer men zoekt naar een rechtmatige vergoeding of de vergoedin-gen wil aanpassen, zal de bedrijfseconomische boekhouding van deze bedrijven ongetwijfeld de nodige informatie opleveren.