Vraag nr. 170
van 21 september 2001
van de heer JOS DE MEYER
Loonsverhoging directies basisonderwijs – Criteri-um
Eén van de punten van CAO VI was de loonsver-hoging voor directies basisonderwijs met 50.000 frank op jaarbasis voor een directeur van een school met 350 leerlingen, of meer met 20.000 frank voor een directeur van een school met min-der dan 350 leerlingen (CAO : collectieve arbeids-overeenkomst).
Deze maatregel breekt met de huidige regeling die inhoudt dat alle directies basisonderwijs eenzelfde wedde genieten.
1. Is dit onderscheid gebaseerd op een weten-schappelijke basis ?
Waarop baseert de minister zich om de grens te leggen op 350 leerlingen ?
2. Hoeveel scholen zijn er momenteel die méér dan 350 leerlingen tellen ?
Hoe zijn deze scholen verdeeld per net ?
Antwoord
Deze maatregel is genomen in het kader van de opwaardering van de directiefuncties in het basis-o n d e r w i j s. De basis-overheid erkent de zware taakbelas-ting van de directies en zal er daarom voor zorgen dat ze in hun opdracht worden ondersteund. D e bijkomende bedragen die vastgelegd zijn in het kader van CAO V I , zijn al een eerste stap in af-wachting van de totstandkoming van een nieuw verloningsbeleid.
De overheid werd tot aan de invoering van de pro-grammatiestop in het decreet onderwijs XIII ge-confronteerd met een voortdurende stroom aan-vragen tot opsplitsing van scholen. Uiteraard is het mijn bedoeling om een rationeel en coherent aan-bod te behouden in het basisonderwijs en tegelij-kertijd de verdere opsplitsing van het onderwijs-landschap tegen te gaan. Ik wil met een nieuw on-derwijslandschap naar entiteiten met een groter pedagogisch comfort evolueren. L e v e n s k r a c h t i g e scholen zullen een betere omkadering verkrijgen, in tegenstelling met de huidige situatie waarin de lestijdenschalen degressief zijn en een voordeel in-houden voor kleine scholen. Deze maatregel zal ongetwijfeld de interne dynamiek van het basison-derwijs verhogen, maar tegelijkertijd is het evident
dat de directies aanspraak moeten kunnen maken op een betere verloning.
Op dit ogenblik heeft een directeur in het basison-derwijs niet langer een lesopdracht wanneer de school 180 of meer leerlingen telt. In het verleden werden de meeste verticale splitsingen vastgesteld in scholen met 360 of meer leerlingen, zodat er in de twee nieuwe scholen twee klasvrije directies konden worden aangesteld. De financiële incentive is om die reden gedeeltelijk geënt op het voorko-men van een versnippering van het onderwijsland-schap.