Vraag nr. 76 van 9 februari 2001
van de heer JOS DE MEYER Leerkrachten – Fietsvergoeding
Eind december 2000 verspreidde de minister een omzendbrief aangaande de terugbetaling van de kosten verbonden aan het woonwerkverkeer. D e z e o m z e n d b r i e f, die in feite de uitvoering was van een bepaling van de vijfde Vlaamse onderwijs-CAO (collectieve arbeidsovereenkomst), bevatte een luik "Fi e t s v e r g o e d i n g " . Leerkrachten die met de fiets naar school komen, ontvangen voortaan een vergoeding van 6 frank/kilometer.
Is deze terugbetaling effectief beperkt tot één ver-plaatsing per dag (eenmaal heen en eenmaal terug) ? Of is er geen beperking, aangezien leer-krachten nu eenmaal geen aaneengesloten lesop-drachten hebben ?
Antwoord
De omzendbrief bepaalt dat elk personeelslid dat de fiets gebruikt voor het volledige woonwerktra-ject of voor een gedeelte van het woonwerktrawoonwerktra-ject (vóór of nadat een ander transportmiddel wordt gebruikt) recht heeft op een fietsvergoeding. De omzendbrief bepaalt ook zeer duidelijk wat wordt verstaan onder volledig woonwerktraject en gedeelte van het woonwerktraject. Onder volledig woonwerktraject wordt verstaan, de verplaatsing met de fiets van de woonplaats of verblijfplaats tot aan de werkplaats, zonder dat een ander transport-middel wordt gebruikt. Onder gedeelte van het woonwerktraject wordt verstaan, de verplaatsing met de fiets vanaf de woonplaats of verblijfplaats tot op een plaats van waaruit het openbaar vervoer of een ander transportmiddel (bv. bij carpooling) wordt gebruikt voor de verdere woonwerkver-p l a a t s i n g, of de verwoonwerkver-plaatsing met de fiets vanaf een halte van het openbaar vervoer of de plaats waar een ander transportmiddel wordt verlaten tot aan de werkplaats.
Uit het voorgaande blijkt dat enkel, maar wel elke woonwerkverplaatsing in aanmerking komt. I n d i e n een personeelslid geen aaneengesloten lesopdracht heeft en zich tussentijds verplaatst van zijn werk-plaats naar zijn woonwerk-plaats en omgekeerd, is dit een woonwerktraject in de zin van de omzendbrief. Het is aan de instellingshoofden om vast te stellen in hoeverre het woonwerktraject in de feiten en in