• No results found

Vraag nr. 92 van 21 maart 2000 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 92 van 21 maart 2000 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 92 van 21 maart 2000

van de heer JOS DE MEYER

Leerlingen-stagiairs – Bescherming op het werk De welzijnswetgeving bepaalt dat leerlingen in stu-dierichtingen waarvan het opleidingsprogramma in een vorm van arbeid voorziet, onder de toepassing vallen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk. E e n leerling die tijdens het schooljaar stage volgt in een onderneming in het kader van een volledig leer-p r o g r a m m a , met het oog oleer-p het verwerven van be-r o e p s e be-r v a be-r i n g, wobe-rdt immebe-rs beschouwd als sta-giair.

De financieringsregeling voor de kosten van deze preventiemaatregelen wordt bepaald door de fede-rale overheid. De concrete tenuitvoerlegging van de bescherming van de leerlingen zal gebeuren in overleg met de gemeenschappen.

1. Welke leerlingen-stagiairs vallen onder de toe-passing van bovengenoemde wetgeving en in welke omstandigheden ?

2. Hoe en in welke mate wordt bovenvermelde wet op de bescherming van de jongeren op het werk effectief in de scholen nageleefd ?

Wie moet dit controleren ?

3. Is de school verantwoordelijk voor het naleven van deze wetgeving voor leerlingen-s t a g i a i r s, o f het bedrijf waar de leerling stage loopt ?

4. Indien de school verantwoordelijk is, moet zij dan zelf de onkosten dragen van medisch on-derzoek en persoonlijke beschermkledij ? Worden voor de werkingskosten van deze scho-len daartoe bijkomende middescho-len uitgetrok-ken ?

Kan de school deze onkosten verhalen op de leerlingen (of hun ouders) ?

5. Indien de bedrijven waar de leerlingen stage volgen deze onkosten moeten dragen, zal dit voor de school een weerslag hebben op het vin-den van voldoende stageplaatsen ? Hoe moet hierop worden ingespeeld ?

6. Kan het geneeskundig onderzoek in het kader van het medisch schooltoezicht volstaan als ar-beidsgeneeskundig onderzoek en waarom ?

7. Welk overleg heeft reeds plaatsgehad of is ge-pland met de gemeenschappen in de verdere uitvoering van deze wetgeving ?

Wat waren de resultaten en afspraken ?

Antwoord

De federale wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk is ook van toepassing op jongeren die in het kader van hun opleiding een vorm van arbeid v e r r i c h t e n . Voor het secundair onderwijs worden hieronder alleszins de praktijkvakken verstaan, g e-organiseerd hetzij als praktijkonderricht op school, hetzij als stages op basis van een overeenkomst in bedrijven of ondernemingen.

De welzijnswet en de uitvoeringsreglementering daarop confronteren de werkgevers met een uitge-breide reeks verplichtingen ; ik verwijs hier naar de bepalingen inzake de preventieadviseur en de in-terne/externe dienst voor preventie en bescher-ming op het werk en naar het arbeidsgeneeskundig o n d e r z o e k . Onder werkgevers worden, v o o r z o v e r het om leerlingen die praktijkonderricht op school volgen en om schoolpersoneel gaat, de respectieve inrichtende machten van het onderwijs verstaan. Voor leerlingen op stage dienen de welzijnsver-plichtingen daarentegen door de stagegevers te worden nagekomen.

De toepassing van de welzijnswet verloopt in de onderwijsinstellingen niet altijd op een gestructu-reerde manier. De techniciteit en complexiteit van de wet- en regelgeving, evenals het feit dat de scho-len niet altijd over de vereiste middescho-len en deskun-digheid beschikken, liggen hier aan de oorsprong v a n . De vertrouwdheid met de materie en de uit-bouw van een welzijnsbeleid zullen niet zelden rui-mer zijn in een technische en/of beroepsschool met veel leerlingen en personeel, dan in een kleinere school voor algemeen secundair onderwijs. De ver-antwoordelijkheid blijft hoe dan ook steeds bij de inrichtende macht liggen.

(2)

De problematiek van de welzijnswet is zeer actueel en wordt momenteel binnen het Onderwijsdepar-tement behandeld door een werkgroep ad hoc. B e-doeling is te onderzoeken in welke mate en in welke vorm de onderwijsverstrekkers kunnen wor-den gesteund in hun welzijnsverplichtingen.

Daarnaast zijn er ook reeds op het niveau van de administratie informele contacten geweest met het ministerie van Tewerkstelling en A r b e i d . De moge-lijkheid om het arbeidsgeneeskundig onderzoek te integreren in het medisch schooltoezicht is hier onder meer aan de orde gekomen.

Het verhalen van een deel van de onderwijskosten op ouders is niet uitgesloten. De kosteloosheid is immers niet absoluut ; uitsluitend inschrijvingsgeld mag niet worden opgelegd. Conform de Onderwijs-beleidsnota 1999-2004 moet, in afwachting van de conclusies van een wetenschappelijk onderzoek naar het factureren van kosten aan ouders, wel een "stand still" in acht worden genomen, wat betekent dat het kostenpeil zeker niet mag toenemen. O o k is het opportuun om voor het secundair onderwijs de bevoegdheden van de Commissie Laakbare P r a k t i j k e n , naar analogie van wat reeds bestaat in het basisonderwijs, uit te breiden met de behande-ling van vragen en klachten inzake het kosteloos-heidsbeginsel.

Van diverse zijden, inclusief de werkgeversvereni-gingen zelf, heb ik vernomen dat het gelijkstellen van leerlingen-stagiairs met werknemers op het vlak van de welzijnswet, geen hypotheek legt op het aanbod van stageplaatsen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer vangt de sanering aan en welke timing wordt vooropgesteld voor de herbestemming van deze gronden2. Welke engagementen heeft de Vlaamse rege- ring via OVAM op zich

De omvangrijke inventaris die de administratie o p s t e l d e, betreft niet enkel illegale woningen – zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger lijkt te veronderstellen – maar ook

Aan de administratie Land- en Tuinbouw (ALT ) , de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), de Maat- schappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid en de sociaal bemiddelaar voor Doel

Wanneer datzelfde personeelslid gedurende één uur staakt, wordt volgens de omzendbrief van 10 januari 1996 op zijn wedde een bedrag afgehouden dat gelijk is aan 12 % van 1/360

Uit het voorgaande blijkt dat de "toelage" die aan de algemeen directeur en aan de coördine- rend directeur zal worden toegekend, in werke- lijkheid als een

Eén van de punten van CAO VI was de loonsver- hoging voor directies basisonderwijs met 50.000 frank op jaarbasis voor een directeur van een school met 350 leerlingen, of

Het decreet schrijft niet voor dat de gemeenten mij moeten informeren over de stand van zaken van de lopende totstandkomingsprocedure, zodat niet bekend is welke

Groep 1 : producent-gebruikers op een inrichting waaraan volgens de toen geldende wetgeving geen nutriëntenhalte mocht worden toegekend omdat de inrichting niet voldeed aan