Vraag nr. 112 van 12 maart 2004
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Vrouwen en jongeren in de politiek – Stand van zaken (2)
De regering nam in 1999 de optie stimuli te geven om meer uitvoerende mandaten aan vrouwen toe te kennen, en dit met de bedoeling de colleges van burgemeester en schepenen evenwichtiger samen te stellen.
Blijkbaar werd dit engagement nooit effectief op-g e v o l op-g d , aanop-gezien men mij de resultaten hiervan niet kan meedelen. De Vereniging van V l a a m s e Steden en Gemeenten (VVSG) kwam nochtans in 2003 met het aantal mannen en vrouwen in ge-meenteraden en colleges van burgemeester en schepenen naar buiten.
Om de evolutie officieel na te gaan van het aantal m a n n e n , vrouwen en jongeren bij de deputaties, d e p r o v i n c i e r a d e n , de burgemeesters, de schepenen, de v o o r z i t t e r s, de gemeente- en OCMW-raadsleden in V l a a n d e r e n , heeft de minister vorig jaar dan een onderzoek aan de provinciegouver-neurs gevraagd.
1. Zijn de resultaten van het aangekondigde on-derzoek voor de verschillende genoemde groe-pen nu beschikbaar ? Wat zijn de resultaten ? 2. Welke evoluties werden terzake tijdens deze
le-gislatuur vastgesteld en welke stimuli werden door de minister gegeven om uitvoerende man-daten meer aan vrouwen toe te kennen ?
Antwoord
Als antwoord op vraag nummer 28 van 30 oktober 2003 van de Vlaamse volksvertegenwoordiger werd bij brief van 28 november 2003 aan de provincie-gouverneurs gevraagd de betrokken gegevens te bezorgen.