BIJLAGEN
Tabel 3.1 vergelijking oude en nieuwe ketenstructuren (bron: www.jvdconsulting.com)
Bijlage 1: Warehousing
Het kan gebeuren dat een klant in Spanje een product bestelt dat eveneens in Spanje geproduceerd wordt. Dit product zal eerst naar het EDC in Nederland getransporteerd worden en vervolgens, eventueel vergezeld van andere bestelde producten, weer terug naar Spanje vervoerd worden. Door middel van virtual warehousing moet dit efficiënter kunnen.
Hierbij worden de verschillende distributiecentra’s als een netwerk beschouwt. Het maakt niet meer uit waar de goederen opgeslagen liggen, als ze maar op tijd bij de klant afgeleverd worden. Bij voorkeur worden de goederen dicht bij de fabriek opgeslagen. Als vervolgens de orders binnenkomen, worden de gevraagde goederen zo efficiënt mogelijk door het netwerk van distributiecentra’s vervoerd, dus het liefst met volle vrachtwagens. Als de goederen worden gecrossdockt in het distributiecentrum in Nederland, dan krijgen we wel volle vrachten op de twee deeltrajecten. De totale kosten gaan hierdoor omlaag.
In tabel 3.1 worden de drie ketenstructuren vergeleken. Als we kijken naar de levertijd, dan zien we dat de overgang van RDC naar EDC zuiver bedoeld was als kostenmaatregel. Virtual warehousing zorgt daarentegen voor een reductie van de levertijden. Wat betreft de voorraadbeschikbaarheid zien we dat het bij de RDC-structuur kan gebeuren dat een klant niet beleverd kan worden omdat er geen voorraad aanwezig is in het nabijgelegen RDC, terwijl er wel voorraad is in een ander RDC. Bij het EDC is dit probleem verholpen, evenals bij virtual warehousing. De inbound-transportkosten gaan omlaag bij virtual warehousing aangezien we de voorraden bij de fabrieken opslaan. Bij het outbound-transport consolideert virtual
warehousing de zendingen. Dit verklaart waarom virtual warehousing bij uitstek geschikt is voor het uitleveren van kleine orders. De warehousingkosten voor virtual warehousing kunnen echter wel omhoog gaan in vergelijking met het EDC, aangezien we meerdere DC’s nodig hebben.
Een groot voordeel van het EDC is dat we de verschillende producten voor een order eenvoudig kunnen samenvoegen. Bij virtual warehousing gebeurt dit via merge-in-transit. De goederen voor een order komen vanuit verschillende distributiecentra’s samen op een vestiging in de buurt van het afleveradres. Hier worden de goederen eventueel land- of klantspecifiek gemaakt via value added logistics (VAL), waarna ze naar de klant gaan. Veel bedrijven zien zich geconfronteerd met toenemende eisen van afnemers, vereiste schaalvergroting en internationalisering. Door middel van Value Added Logistics is het mogelijk dat bedrijven tegemoet kunnen komen aan de toenemende markteisen.
In de literatuur wordt VAL op verschillende manieren gedefinieerd.
Van Damme (1995) definieert VAL als de combinatie van secundaire productieprocessen
(postponed manufacturing) met distributieactiviteiten.
Jagersma (1999) definieert VAL als het entameren van logistieke/distributieactiviteiten en het vervolgens opstarten van aanpalende andersoortige activiteiten, zoals R&D of productieactiviteiten.
Enkele VAL activiteiten zijn:
• Opslag/overslag
• Voorraadbeheer/voorraadhouden
• Orderpicken
• Crossdocking
• Verpakken/ompakken
• Labellen/stickeren
• Verzendklaar maken/klantspecifiek maken
• Retourlogistiek goederen
VAL leent zich met name voor producenten en goederen met een hoog voorraadrisico. Deze
producten worden onder meer gekenmerkt door: korte levenscyclus, hoge waardedichtheid,
lage doorstroomsnelheid, gedifferentieerde vraag en een moeilijk voorspelbare vraag. Steeds
meer producten herbergen deze kenmerken (deels) in zich. Voorbeelden zijn: elektronica,
kleding, voedings- en genotmiddelen, machines en apparaten.
Bijlage 2: Externe analyse
Toenemende invoer
Het blijkt dat aan de invoerzijde het aandeel van machines en transportmaterieel aanzienlijk is toegenomen (zie grafiek 5.4). Het is niet mogelijk om op basis van de beschikbare gegevens te onderzoeken in hoeverre deze invoer bestemd is voor doorvoer. Wel publiceert het CPB exportcijfers, waarbij de uitvoer wordt gesplitst in binnenlands geproduceerde exportproducten en doorvoerhandel.
Bij analyse van deze cijfers blijkt, dat
de doorvoerhandel sinds het einde van
Grafiek 5.4 Samenstelling invoer (bron: www.rabobank.nl)de jaren tachtig spectaculair sneller is
gestegen dan de binnenlands geproduceerde export (zie grafiek 5.5). Deze grafiek laat zien dat, waar de binnenslands geproduceerde uitvoer de groei van de wereldhandel bij lange na niet kon bijbenen, de doorvoerhandel sinds begin jaren negentig min of meer is geëxplodeerd.
Deze ontwikkeling weerspiegelt het belang van ons land als distributiepunt voor de Europese markt.
Nieuwe technologieën
Implementatie van nieuwe technologieën in de markt leidt tot een betere concurrentiepositie.
Kwaliteit, snelheid en betrouwbaarheid zijn belangrijk en het is belangrijk op de hoogte te blijven van de nieuwste technologieën. Een aantal technologische ontwikkelingen op de transportmarkt zijn:
-
De Lane Departure Warning Assistant (LDWA);
-
Het Gasotronic LPG injectiesysteem;
-
Voice picking systems.
De Lane Departure Warning Assistant is een systeem dat bestuurders van vrachtwagens en bussen automatisch een signaal geeft als het voertuig onbedoeld de rijstrook dreigt te verlaten.
Het Gasotronic LPG injectiesysteem maakt het mogelijk dieselmotoren te laten lopen op een mengsel van diesel en LPG. Het resultaat is aanzienlijk minder uitlaatemissie en een stijging van het rendement van de motor. Voice picking systems houdt in dat magazijnmedewerkers
Grafiek 5.5 Exportgroei en doorvoerhandel (bron: www.rabobank.nl)
met een draadloze terminal en een headset orders kunnen verzamelen en dus hun handen vaker vrij hebben om een order te picken.
Buitenlandse BTW terugvorderen
In Nederland wordt de BTW die in Nederland is betaald verrekend op de maandelijkse BTW- aangifte (www.evo.nl). Bedrijven binnen de Europese Unie hebben het recht BTW die in andere lidstaten is betaald, terug te vorderen. Als het bedrijf in die andere lidstaat of lidstaten geen eigen vestiging heeft, kan dit op grond van de zogeheten ‘Achtste BTW-richtlijn’.
Regelingen en subsidies rondom magazijnen
De drie belangrijkste regelingen en subsidies rondom magazijnen zijn de Mia/Vamil, EIA en de Farbo-regeling (www.logistiek.nl).
Met de MIA/Vamil (milieu-investeringsaftrek) kan tot veertig procent van het investeringsbedrag in mindering worden gebracht op de fiscale winst, bijvoorbeeld bij koelapparatuur en -systemen. De Vamil-regeling (stimulering vrije afschrijving milieu- investeringen) biedt een liquiditeits- en rentevoordeel, omdat bedrijven het willekeurig of vrij mogen afschrijven.
De EIA (energie-investeringsaftrek) is afkomstig van de ministeries van Financiën en Economische Zaken en is bedoeld voor investeringen in energiebesparende technieken en het toepassen van duurzame energie. Via een fiscale regeling kan 44 procent van deze investeringen worden afgetrokken van de fiscale winst. Voor 2006 zit onder meer isolatie van koel- en vriesruimten nieuw in de lijst.
De regeling willekeurige afschrijving Arbo-investeringen (Farbo) heeft tot doel het stimuleren van investeringen in bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van de arbeidsomstandigheden.
Ondernemingen kunnen bedrijfsmiddelen die voorkomen op de Arbo-lijst, fiscaal vrij afschrijven. Dit levert een rente- en liquiditeitsvoordeel op. De regeling is bedoeld voor ondernemers en winstgerechtigden.
CEMT-vergunningen
Sinds 1992 stimuleert de CEMT (Conferentie van Europese Ministers van Transport ) de inzet van milieuvriendelijke vrachtwagens en later zijn daar ook veiligheidseisen aan toegevoegd.
Vervoerders die rijden op landen buiten de Europese Unie hebben voor dit vervoer een CEMT-vergunning nodig of moeten gebruik maken van losse ritmachtigingen per rit en per land. Vanaf 1 januari 2006 geldt de regel dat met de CEMT-vergunning maximaal drie ritten mogen worden gedaan tussen CEMT-landen, anders dan het land waarin het voertuig is geregistreerd. Na die drie ritten moeten CEMT-vergunning en vrachtauto weer terugkeren in het land van registratie. In 2005 geldt nog de regel dat de vrachtauto en de CEMT-vergunning na een termijn van zes weken moet terugkeren in het land van registratie.
De toetreding van de tien landen tot de Europese Unie heeft op het gebied van de transportvergunningen de volgende consequenties (Niwo jaarverslag 2005):
• Voor het vervoer naar, van en door Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië zijn vanaf de datum van toetreding geen aanvullende ritmachtigingen of termijnmachtigingen meer nodig. Dit vervoer kan plaatsvinden onder dekking van de ‘Eurovergunning’.
• Voor het derdelandenvervoer tussen deze landen en een niet EU-land kan worden
volstaan met de ‘Eurovergunning’. Voor het niet EU-land is nog wel een ritmachtiging
of CEMT-vergunning vereist.
Cabotage
Het cabotagevervoer is voor de toetredende landen na 1 mei 2004 nog niet geliberaliseerd. Op grond van een overgangsregeling kan cabotage in een periode van vijf jaar na toetreding geleidelijk worden vrijgegeven. Nederland heeft in dat verband de volgende afspraken gemaakt.
• Met Estland, Letland, Litouwen, Slowakije en Tsjechië is afgesproken dat twee jaar na toetreding van deze landen tot de EU cabotage nog verboden is.
• Met Hongarije en Polen is afgesproken dat drie jaar na toetreding van deze landen tot de EU cabotage nog verboden is. Dit betekent dat het vervoer tussen twee plaatsen in een van deze landen door een Nederlandse vervoerder voorlopig verboden blijft.
Hetzelfde geldt voor vervoer tussen twee plaatsen in Nederland door een vervoerder uit een van de toetredende landen. Na deze periodes moet worden bezien of cabotage al dan niet geleidelijk kan worden vrijgegeven.
Invoerquota
In principe is iedereen vrij om producten te importeren. Voor het importeren van bepaalde producten heeft u echter wel een invoervergunning nodig. De invoervergunning is nodig:
•
Als er voor het product een invoerverbod geldt (bijvoorbeeld voor wapens of verdovende middelen).
•
Als er voor het product een hoeveelheidbeperking (quotum) geldt (bijvoorbeeld voor textiel en schoeisel).
Begin 2006 staan er 104.027 (8.381 + 95.646) binnenlandse vergunningbewijzen uit en gemiddeld genomen heeft een bedrijf op 1 januari 2006 8,7 binnenlandse vergunningbewijzen in bezit (zie tabel 5.2).
Per 1 januari van elk jaar
Gemiddeld per bedrijf binnenlands Euro
2000 8,2 6,3
2001 8,4 6,6
2002 8,6 6,9
2003 8,7 7,1
2004 8,7 7,1
2005 8,7 7,2
2006 8,7 7,2
Tabel 5.2 Gemiddeld aantal uitstaande vergunningen per bedrijf (bron: Niwo)
Op 1 januari 2006 staan er 71.515 eurovergunningbewijzen uit en gemiddeld genomen heeft een bedrijf 7,2 eurovergunningbewijzen in bezit. Het aantal binnenlandse vergunningbewijzen, dat gepaard gaat met een eurovergunningbewijs stijgt steeds verder.
Begin 2005 ging 68,4% van de binnenlandse vergunningbewijzen gepaard met een
Eurovergunning. Begin 2006 is dit gestegen naar 68,7%. Met een binnenlands- en een
eurovergunningbewijs aan boord van de vrachtwagen kan deze deelnemen aan het
grensoverschrijdend vervoer.
Aantal vergunningen Aantal bedrijven met een binnenlands en een Eurovergunning
per bedrijf 1 jan 2001 1 jan 2002 1 jan 2003 1 jan 2004 1 jan 2005 1 jan 2006
Minder dan 6 6.239 6.229 6.213 6.320 6.369 6.392
6 t/m 10 1.459 1.460 1.426 1.413 1.393 1.369
11 t/m 20 1.103 1.112 1.085 1.038 1.047 1.030
21 t/m 50 742 755 747 767 755 745
51 en meer 272 284 286 294 308 306
Totaal 9.815 9.840 9.757 9.814 9.872 9.842
Procentuele verandering vergeleken met het voorgaande
jaar +0,3% -0,8% +5,8% +5,9% -0,3%
Tabel 5.3 Aantal vergunningen per bedrijf (bron: niwo)
Substituten
Tot nu toe ‘profiteert’ het wegvervoer van de zwakkere concurrentie positie van met name het spoor. Het vrachtvervoer per spoor is sterk onderbenut en door de grote invloed van nationale overheden is de marktwerking onvoldoende ontwikkeld. Vanuit Brussel wordt er vaart gemaakt achter het openbreken van de spoormarkt binnen de Europese Unie. Verladers moeten veel meer keuze krijgen buiten de gevestigde spoormaatschappijen om. Door integratie van het Europese spoorwegennet en het invoeren van gemeenschappelijke eisen aan spoorvervoer kan het railvervoer 40% goedkoper worden. Als de spoorvervoerders inderdaad meer marktgericht gaan werken kunnen het geduchte concurrenten worden op internationale routes voor het wegtransport. Ook in de binnenvaart zijn er ontwikkelingen om de samenwerking op Europees niveau te verbeteren. De samenwerking richt zich vooral op het harmoniseren van de ‘River Information Services’. Met deze informatiedienst kunnen binnenschippers, overheden, verladers en rederijen informatie uitwisselen over de binnenvaart. Het gaat hierbij om informatie over bijvoorbeeld wachttijden, waterstanden, stremmingen en route-informatie. Op zich is dit voor het wegtransport niets nieuws, maar het geeft wel aan dat ook de binnenschippers steeds meer technologie gaan gebruiken om zodoende hun concurrentiepositie te verbeteren.
De machtspositie van toeleveranciers bij onderhandelingen
Er kunnen enkele ontwikkelingen voor producenten van trucks en trailers onderscheiden worden.
• De trailers worden hoofdzakelijk rechtstreeks aan de cargo transporteur verkocht. Zij kopen de voertuigen rechtstreeks van de producent. Daarentegen worden busjes of kleine trucks via een dealer gekocht. Dit zou veroorzaakt kunnen worden door de standaardisering van de vraag van de gebruiker. Gebruikers van trailers hebben meer specifieke eisen en de producten zijn duurder.
Figuur 5.10
Verkopen vrachtauto's (3,5 ttm) naar merk in Nederland
15,2%
3,5%
4,2%
14,4%
16,6%
9,1%
28,5%
8,5%
Scania Renault Iveco
Mercedes-Benz Volvo MAN
DAF Overig
• De omzet van de Nederlandse transportindustrie ligt onder druk en de opening van de
Europese grenzen zorgt voor nog meer concurrentie. Vervoerders kunnen de vracht
gemakkelijk inladen en hem elders transporteren. Daardoor liggen de prijzen onder druk
en moeten de fabrikanten kritischer kijken naar de functionaliteit van het voertuig dat ze
produceren. De kopers van voertuigen zijn niet geïnteresseerd in bijkomende luxe dat
erg duur is. Daarom kopen zij de gestandaardiseerde trailers in andere landen zoals
Duitsland en Frankrijk, waar deze trailers en semi-trailers geproduceerd worden in grote
hoeveelheden tegen lage prijzen.
Bijlage 3: Producenten NSTR-Hoofdklassen
Bron: Senternovem, Buck Consultants International: ‘Doelgroepanalyse KPMG’, 2005.
Bijlage 4: Marktontwikkelingen en logistieke consequenties per NSTR-
klasse
Bron: Senternovem, Buck Consultants International: ‘Doelgroepanalyse KPMG’, 2005.
Bijlage 5: Standaard Bedrijfsindeling (SBI 1993)
A Land, jachtbouw en bosbouw DM Vervaardiging van transportmiddelen 01 Landbouw en jacht 34 Auto-, aanhangwagen-, opleggerind 02 Bosbouw; dienstverlening v bosbouw 35 Overige transportmiddelenindustrie
B Visserij DN Vervaardiging van meubels; vervaardiging
05 Visserij, kweken vis, schaaldieren van overige goederen n.e.g.
C Winning van delfstoffen 36 Meubel- en overige industrie neg CA Winning van energiehoudedende 37 Voorbereiding tot recycling
delfstoffen E Productie en distributie van elektriciteit,
10 Turfwinning aardgas en warmwater
11 Aardolie- en aardgaswinning 40 Openbare energievoorzieningbedrijven CB Winning van niet-energiehoudende 41 Waterleidingbedrijven
delfstoffen F Bouwnijverheid
14 Zand-, grind-, klei-, zoutwinning 45 Bouwnijverheid
D Industrie G Reparatie van consumentenartikelen en
DA Vervaardiging van voedings- en handel
genotmiddelen 50 Handel, rep. auto's, motorfietsen 15 Voedingsmiddelen-, drankenindustrie 51 Groothandel en handelsbemiddeling 16 Tabakverwerkende industrie 52 Detailhandel (inclusief reparatie) DB Vervaardiging van textiel en H Horeca
textielproducten 55 Horeca
17 Textielindustrie I Vervoer, opslag en communicatie 18 Kleding- en bontindustrie 60 Vervoer over land
DC Vervaardiging van leer en lederwaren 61 Vervoer over water (exclusief kleding) 62 Vervoer door de lucht
19 Leer-, lederwaren-,schoenindustrie 63 Dienstverlening t.b.v. het vervoer DD Houtindustrie en vervaardiging van 64 Post en telecommunicatie artikelen van hout, kurk, riet en J Financiële instellingen
vlechtwerk (exclusief meubels) 65 Financiële instelling (excl. verzekering) 20 Hout-, kurk- en rietwarenindustrie 66 Verzekeringwezen, pensioenfondsen DE Vervaardiging van papier, karton en 67 Activiteiten t.b.v financiële instellingen papier- en kartonwaren; uitgeverijen en K Verhuur van en handel in onroerend goed, drukkerijen e.d. verhuur van roerende goederen en zakelijke 21 Papier(waren)- en karton(waren)ind. dienstverlening
22 Uitgeverij, drukkerij, reproductie 70 Verhuur, handel onroerend goed DF Aardolie en steenkoolverwerkende 71 Verhuur van roerende zaken
industrie; bewerking van splijt- en 72 Computerservice, informatie-technologie
kweekstoffen 73 Research
23 Aardolie-, steenkoolverwerkende ind. 74 Overige zakelijke dienstverlening DG Verwerking van chemische producten L Openbaar bestuur, overheidsdiensten en 24 Chemische industrie verplichte sociale verzekeringen
DH Verwerking van producten van rubber- 75 Openbaar bestuur; soc. Verzekeringen
en kunststof M Onderwijs
25 Rubber-, kunststofverwerkende ind. 76 Onderwijs
DI Vervaardiging van glas, aardewerk, N Gezondheids- en welzijnszorg cement-, kalk- en gipsproducten 85 Gezondheids- en welzijnszorg 26 Glas-,aardewerk-, cement- en kalk- O Milieudienstverlening, cultuur, recreatie
industrie en overige dienstverlening
DJ Vervaardiging van metalen in primaire 90 Milieudienstverlening
vorm en van producten van metaal 91 Ideële en belangenorganisaties 27 Basismetaalindustrie 92 Cultuur, sport en recreatie 28 Metaalproductenindustrie 93 Overige dienstverlening
DK Vervaardiging van machines en P Particuliere huishoudens met personeel
apparaten in loondienst
29 Machine- en apparatenindustrie 95 Particuliere huishoudens met personeel DL Vervaardiging van elektrische en in loondienst
optische apparaten en instumenten Q Extra-territoriale lichamen en organisaties 30 Kantoormachine- en computerind. 99 Extra-territoriale lichamen en org.
31 Overige elektr. apparatenindustrie 32 Audio-, video-, telecomm-app ind 33 Medische en optische apparatenind
Bijlage 6: Geselecteerde SBI sectoren voor enquête
A Land, jachtbouw en bosbouw DM Vervaardiging van transportmiddelen 01 Landbouw en jacht 34 Auto-, aanhangwagen-, opleggerind 02 Bosbouw; dienstverlening v bosbouw 35 Overige transportmiddelenindustrie
B Visserij DN Vervaardiging van meubels; vervaardiging
05 Visserij, kweken vis, schaaldieren van overige goederen n.e.g.
C Winning van delfstoffen 36 Meubel- en overige industrie neg CA Winning van energiehoudedende 37 Voorbereiding tot recycling
delfstoffen E Productie en distributie van elektriciteit,
10 Turfwinning aardgas en warmwater
11 Aardolie- en aardgaswinning 40 Openbare energievoorzieningbedrijven CB Winning van niet-energiehoudende 41 Waterleidingbedrijven
delfstoffen F Bouwnijverheid
14 Zand-, grind-, klei-, zoutwinning 45 Bouwnijverheid
D Industrie G Reparatie van consumentenartikelen en
DA Vervaardiging van voedings- en handel
genotmiddelen 50 Handel, rep. auto's, motorfietsen 15 Voedingsmiddelen-, drankenindustrie 51 Groothandel en handelsbemiddeling 16 Tabakverwerkende industrie 52 Detailhandel (inclusief reparatie) DB Vervaardiging van textiel en H Horeca
textielproducten 55 Horeca
17 Textielindustrie I Vervoer, opslag en communicatie 18 Kleding- en bontindustrie 60 Vervoer over land
DC Vervaardiging van leer en lederwaren 61 Vervoer over water (exclusief kleding) 62 Vervoer door de lucht
19 Leer-, lederwaren-,schoenindustrie 63 Dienstverlening t.b.v. het vervoer DD Houtindustrie en vervaardiging van 64 Post en telecommunicatie artikelen van hout, kurk, riet en J Financiële instellingen
vlechtwerk (exclusief meubels) 65 Financiële instelling (excl. verzekering) 20 Hout-, kurk- en rietwarenindustrie 66 Verzekeringwezen, pensioenfondsen DE Vervaardiging van papier, karton en 67 Activiteiten t.b.v financiële instellingen papier- en kartonwaren; uitgeverijen en K Verhuur van en handel in onroerend goed, drukkerijen e.d. verhuur van roerende goederen en zakelijke 21 Papier(waren)- en karton(waren)ind. dienstverlening
22 Uitgeverij, drukkerij, reproductie 70 Verhuur, handel onroerend goed DF Aardolie en steenkoolverwerkende 71 Verhuur van roerende zaken
industrie; bewerking van splijt- en 72 Computerservice, informatie-technologie
kweekstoffen 73 Research
23 Aardolie-, steenkoolverwerkende ind. 74 Overige zakelijke dienstverlening DG Verwerking van chemische producten L Openbaar bestuur, overheidsdiensten en 24 Chemische industrie verplichte sociale verzekeringen
DH Verwerking van producten van rubber- 75 Openbaar bestuur; soc. Verzekeringen
en kunststof M Onderwijs
25 Rubber-, kunststofverwerkende ind. 76 Onderwijs
DI Vervaardiging van glas, aardewerk, N Gezondheids- en welzijnszorg cement-, kalk- en gipsproducten 85 Gezondheids- en welzijnszorg 26 Glas-,aardewerk-, cement- en kalk- O Milieudienstverlening, cultuur, recreatie
industrie en overige dienstverlening
DJ Vervaardiging van metalen in primaire 90 Milieudienstverlening
vorm en van producten van metaal 91 Ideële en belangenorganisaties 27 Basismetaalindustrie 92 Cultuur, sport en recreatie 28 Metaalproductenindustrie 93 Overige dienstverlening
DK Vervaardiging van machines en P Particuliere huishoudens met personeel
apparaten in loondienst
29 Machine- en apparatenindustrie 95 Particuliere huishoudens met personeel DL Vervaardiging van elektrische en in loondienst
optische apparaten en instrumenten Q Extra-territoriale lichamen en organisaties 30 Kantoormachine- en computerind. 99 Extra-territoriale lichamen en org.
31 Overige elektr. apparatenindustrie 32 Audio-, video-, telecomm-app ind 33 Medische en optische apparatenind
Bijlage 7: Vragenlijst en begeleidende brief Nederlands
ENQUÊTE MET BETREKKING TOT DE VRAAG VAN OOST-EUROPESE BEDRIJVEN NAAR WAREHOUSING
Bij voorbaat dank voor uw medewerking Gerwin Folkerts
Rijksuniversiteit Groningen
De vragen in deze enquête zijn gericht op de vraag van Oost-Europese bedrijven naar het opslaan van goederen in Nederland.
De enquête bestaat uit vier delen, deel I t/m IV, en neemt gemiddeld drie minuten in
beslag.
Geachte heer/mevrouw,
Mijn naam is Gerwin Folkerts. Ik ben Master student Marketing aan de Rijksuniversiteit Groningen in Nederland en momenteel verzamel ik data voor mijn afstudeerscriptie.
De scriptie gaat over “de vraag van Oost-Europese bedrijven naar warehousing (het opslaan van goederen) in Nederland”.
Omdat op 1 mei 2004 tien landen in Centraal en Oost- Europa tot de Europese Unie zijn toegetreden, reist er een
interessante vraag op het gebied van logistiek. Deze is: ‘Wat zal de impact van deze toetreding zijn op Europese aanbodketens’? De vraag is ‘hoe zowel fabrikanten als logistieke dienstenverleners omgaan met de uitdagingen van het opzetten en managen van deze uitgebreide aanbodketennetwerken (supply chain networks)’.
Het doel is te onderzoeken of Oost-Europese bedrijven behoefte hebben om hun goederen op te slaan in Nederland.
Om aan informatie te komen over dit onderwerp verstuur ik een enquête (zie bijlage) aan bedrijven in Oost-Europa. Hierbij wil ik u vragen mee te werken aan deze enquête omtrent de opslag van uw goederen in het buitenland. De invulling van deze enquête kost maar circa
DRIE MINUTEN. U bent natuurlijk vrij om mee te doen, maar uw medewerking wordt zeerop prijs gesteld. Deze enquête kan het beste ingevuld worden door de verantwoordelijke persoon voor logistiek en transport in uw bedrijf.
De vraagstellingen zijn gericht op vrachtvervoer, niet op personenvervoer. De gegevens worden vertrouwelijk behandeld en zullen zodanig worden gerapporteerd dat anonimiteit gewaarborgd is (bedrijfsnaam en/of vestigingslocatie zullen nooit worden genoemd).
Ik verzoek u vriendelijk de ingevulde enquête uiterlijk 24-08-2006 terug te mailen naar
Nelly250@hetnet.nl of gerwin_folkerts@hotmail.com. Voor de respondenten die voor deaangegeven datum de ingevulde vragenlijst retourneren is een geanonimiseerde samenvatting van de resultaten verkrijgbaar. Indien u hierin bent geïnteresseerd, kunt u dat in de enquête aangeven en wordt deze te zijner tijd per e-mail opgestuurd.
Hoogachtend,
Gerwin Folkerts Merk 26
8711 CM Workum Nederland
gerwin_folkerts@hotmail.com
DEEL I: ALGEMENE BEDRIJFSINFORMATIE
1. Kunt u aangeven in welke bedrijfstak uw bedrijfsvestiging overwegend actief is?
Automotive
Chemie en petrochemie
Textiel en kleding
Bouwmaterialen
Elektronica & elektrische apparaten
Landbouw en voeding
Farmaceutica
Anders, namelijk………..
2. In welke regio’s is uw organisatie actief? (meerdere antwoorden mogelijk)
Benelux
Europa
Afrika
Midden-Oosten
Noord-Amerika
Midden en Zuid-Amerika
Azië
3. Hoeveel verschillende vestigingen heeft u momenteel in Nederland?
………
4. Hoe groot is het personeelsbestand van uw organisatie?
Minder dan 11
11 - 50
51 - 100
101 - 500
501 - 1000
1001 - 5000
Meer dan 5000
DEEL II: GOEDEREN- EN TRANSPORTSTROMEN
5. Met welke vervoerswijzen worden de goederen afgevoerd van uw eigen terrein?
Modaliteit Afvoer
Wegvervoer ……… Ca…….%
Binnenvaart ……… Ca…….%
Spoor ……… Ca…….%
Overig (zee, pijpleiding, enzovoort) Ca…….%
Totaal 100 %
6. Kunt u aangeven met welke laadeenheden uw goederen overwegend worden afgevoerd (meerdere antwoorden mogelijk)?
Containers
Pallets
Rolcontainers
Zakken
Vaten
Geen ladingdragers (bulk)
Overig
7. Wie verzorgt het transport vanaf uw eigen terrein?
Transport uitvoering Afvoer
Uw bedrijf zelf Ca……..%
Leverancier, klant Ca……..%
Beroepsvervoer Ca……..%
Totaal 100 %
DEEL III: WAREHOUSING
8. In welke van de onderstaande landen slaat u reeds goederen op?
België
Duitsland
Frankrijk
Luxemburg
Nederland
Geen
9. Wat zijn/waren voor u redenen om eventueel een nieuwe locatie te kiezen in het buitenland voor het opslaan van goederen? (meerdere antwoorden mogelijk)?
Groei
Consolidatie
Dienstverlening verbeteren
Kostenreductie
Nieuwe markt aanboren
Risicospreiding
Anders
10. Heeft uw bedrijf behoefte aan de opslag van goederen in Nederland?
Ja
Nee, ga naar vraag 12
11. Om welke goederen gaat het dan voornamelijk? (meerdere antwoorden mogelijk)
voedingsmiddelen
landbouwproducten
overige consumentenartikelen
halffabrikaten/componenten
machines/machineonderdelen
veevoer
vaste minerale brandstoffen
aardolieproducten
metaalafval
bouwmaterialen
chemische producten
ijzer, staal en non-ferrometalen
overig
12. Welke gebieden in Nederland vindt u het aantrekkelijkst voor het opslaan van goederen? (meerdere antwoorden mogelijk)
Het noorden
Het oosten
Het zuiden
Het westen
13. Hoe beschouwd u de volgende factoren voor het opslaan van goederen in Nederland?
Deze hebben alleen betrekking op de Nederlandse markt.
Factoren De factor word beschouwd als:
heel negatief
negatief neutraal positief heel positief 1 Arbeidsmarkt
2 Geografische ligging t.o.v. andere Europese bevolkingsconcentraties
3 Aanbod van ruimte 4 Imago
5 Infrastructuur
6 Achterlandverbindingen 7 Bereikbaarheid
8 Afstand tot de klant 9 Cultuur van zakendoen 10 Administratieve procedures 11 Deskundigheid van het personeel 12 Regelgeving
13 Douane en fiscaliteit
14 Beschikbaarheid en kosten van grond 15 Fysieke nabijheid arbeidsmarkt
DEEL IV: OVERIG
14. Wenst u een samenvatting van het onderzoek te ontvangen?
Ja (in dit geval is het noodzakelijk dat u uw e-mail adres invult bij ‘Algemene bedrijfsinformatie’ van de enquête)
Nee
15.
Bedrijfsnaam: ...
Adres: ...….
Postcode en plaats ...
Contactpersoon: ...
E-mail adres: ...………...
Hartelijk dank voor uw medewerking!
Gerwin Folkerts Merk 26
8711 CM Workum Nederland
tel: 0515-541590e-mail: nelly250@hetnet.nl
Bijlage 8: Vragenlijst en begeleidende brief Pools
ANKIETA DOTYCZĄCA ZAPOTRZEBOWANIA WSCHODNIOEUROPEJSKICH PRZEDSIĘBIORSTW
NA WAREHOUSING
Pytania w tej ankiecie są ukierunkowane na zainteresowanie wschodnioeuropejskich przedsiębiorstw magazynowaniem towarów w Holandii.
Ankieta składa się z czterech części, od I do IV, a wypełnienie jej zajmuje przeciętnie trzy minuty.
Z góry państwu dziękuję za współpracę Gerwin Folkerts
Rijksuniversiteit Groningen
Szanowni Państwo,
Nazywam się Gerwin Folkerts. Jestem Master studentem na kierunku Marketing Rijksuniversiteit Groningen w Holandii i zbieram obecnie materiały do mojej pracy dyplomowej. Praca ta dotyczy “zapotrzebowania przedsiębiorstw wschodnioeuropejskich na warehousing (magazynowanie towarów) w Holandii.
Ponieważ po 1 maja 2004 dziesięć krajów Europy
Centralnej i Wschodniej przystąpiło do Unii Europejskiej, rodzi się interesujące pytanie z dziedziny logistyki. Jaki wpływ będzie miało to przystąpienie na europejskie sieci ofert?
Pytaniem jest jak będą reagować zarówno fabrykanci, jak i udzielający usług z dziedziny logistyki, na wyzwania związane z tworzeniem i zarządzaniem tą szeroką gamą sieci ofert ( supply chain networks)’.
Celem jest zbadanie czy wschdnioeuropejskie przedsiębiorstwa mają zapotrzebowanie na magazynowanie swoich towarów w Holandii.
Aby zdobyć informacje o tym przedmiocie, rozsyłam ankietę (patrz załącznik) pomiędzy przedsiębiorstwami we Wschodniej Europie. Niniejszym chciałbym Państwa prosić o współpracę przy tej ankiecie, dotyczącej magazynowania państwa towarów zagranicą.
Wypełnienie tej ankiety zajmuje jedynie około
TRZECH MINUT. Mają Państwo naturalniewolny wybór wzięcia udziału w tej ankiecie, ale bardzo bym sobie cenił Państwa współpracę.
Najlepiej gdyby ta ankieta została wypełniona przez osobę odpowiedzialną za logistykę i transport w pańskim przedsiębiorstwie. Postawione tutaj pytania są ukierunkowane na przewóz towarów, a nie na przewóz osób. Z państwa danymi będziemy się obchodzić dyskretnie, zostaną one wykorzystane w raporcie w taki sposób, że anonimowość będzie zachowana (nazwa przedsiębiorstwa oraz/lub jego lokalizacja nie będą nigdy wymieniane).
Uprzejmie pana/panią proszę o odesłanie wypełnionej ankiety ostatecznie 24-08-2006 e- mailem na adres
nelly250@hetnet.nl lub gerwin_folkerts@hotmail.com. Dla respondentów,którzy odeślą wypełnioną listę pytań przed podaną datą, dostępne jest podsumowanie rezultatów. Jeżeli są państwo tym zainteresowani, proszę to podać w ankiecie, a zostanie ono w swoim czasie przesłane e-mailem.
Z poważaniem,
Gerwin Folkerts Merk 26
8711 CM Workum Holandia
nelly250@hetnet.nl
CZĘŚĆ I : OGÓLNE INFORMACJE O PRZEDSIĘBIORSTWIE
1. Czy może pan/-ni podać (zaznaczając jednym lub kilkoma krzyżykami) w jakiej gałęzi przemysłu działa przeważnie wasze przedsiębiorstwo?
□ Motoryzacja
□ Chemia i petrochemia
□ Tekstylia i odzież
□ Materiały budowlane
□ Elektronika i urządzenia elektryczne
□ Rolnictwo i żywność
□ Przemysł farmaceutyczny
□ Pozostałe………
2. W jakim regionie działa państwa organizacja? (więcej odpowiedzi możliwe) □ Benelux
□ Europa
□ Afryka
□ Środkowy Wschód
□ Ameryka Północna
□ Ameryka Środkowa i Południowa
□ Azja
3. Ile różnych oddziałów mają państwo obecnie w Holandii?
...
4. Jak liczny jest personel pańskiej organizacji?
□ Mniej niż 11
□ 11 - 50
□ 51 - 100
□ 101 - 500
□ 501 - 1000
□ 1001 - 5000
□ Więcej niż 5000
CZĘŚĆ II: TOWARY I DROGI TRANSPORTU
5. Jakim rodzajami przewozu są wywożone towary z państwa własnego terenu?
Rodzaje Wywóz
Przewóz drogowy ca... %
Żegluga śródlądowa ca ... %
Kolej ca ... %
Pozostałe (morze, rurociąg itd.) ca ... %
Razem 100 %
6. Czy mogą państwo podać w jakich jednostkach ładunkowych są przeważnie wywożone państwa towary? ( więcej odpowiedzi możliwe)
Kontenery
Palety
Kontenery na kółkach
Worki
Beczki
Luzem (ładunki bez opakowania)
Pozostałe
7. Kto zajmuje się transportem z państwa własnego terenu?
Wykonawca transportu Wywóz
Państwa przedsiębiorstwo samo ca ... %
Dostawca, klient ca ... %
Profesjonalny przewóz ca ... %
Razem 100 %
CZĘŚĆ III : WAREHOUSING
8. W którym z wymienionych poniżej krajów magazynują już państwo swoje towary?
Belgia
Niemcy
Francja
Luksemburg
Holandia
Żadnym
9. Jakie są/były przyczyny tego, że wybrali państwo nową lokację magazynowania swoich towarów za granicą? (więcej odpowiedzi możliwe)
Rozwój
Konsolidacja
Poprawienie jakości usług
Redukcja kosztów
Penetrowanie nowego rynku
Rozłożenie ryzyka
10. Czy państwa przedsiębiorstwo ma zapotrzebowanie na magazynowanie towarów w Holandii?
Tak
Nie, przejdź do pytania 12
11. O jakie towary głównie chodzi? (więcej odpowiedzi możliwe)
środki spożywcze
produkty rolnicze
pozostałe artykuły konsumpcyjne
półfabrykaty, komponenty
maszyny, części do maszyn
pasze dla bydła
stały opał mineralny
produkty pochodne ropy naftowej
złom
materiały budowlane
produkty chemiczne
żelazo, stal i metale nieżelazne
pozostałe
12. Jakie tereny w Holandii uwaą państwo za najbardziej atrakcyjne dla magazynowania towarów? (więcej odpowiedzi możliwe)
Północ
Wschód
Południe
Zachód
13. Jak oceniacie państwo następujące faktory w powiązaniu ze magazynowaniem towarów w Holandii? Odnodszą się one jedynie do rynku holenderskiego.
Faktory Faktor jest oceniany jako:
bardzo
negatywny negatywny neutralny pozytywny bardzo pozytywny
1
Rynek pracy2
Geograficzne położenie w stosunku do innych europejskich konglomeracji3
Oferta przestrzeni4
Imago5
Infrastruktura6
Powiązania z zapleczem przemysłowym7
Osiągalność8
Odległość od klienta9
Kultura prowadzenia interesów10
Procedury administracyjne11
Fachowość personelu12
Obowiązujące przepisy13
Urząd celny i skarbowy14
Dyspozycyjność i koszty gruntu15
Fizyczna bliskość rynku pracyCZĘŚĆ IV: POZOSTAŁE
14. Czy chcą państwo otrzymać podsumowanie z przeprowadzonego badania?
Tak (w takim przypadku konieczne jest podanie w ankiecie swojego adresu e-maila w
‘pytanie 15’)
Nie
15.
Nazwa przedsiębiorstwa: ...
Adres: ...
Kod pocztowy i miejscowość: ...
Osoba kontaktowa: ...
E-mail: ...
Serdecznie państwu dziękuję za współpracę!
Gerwin Folkerts Merk 26
8711 CM Workum Holandia
Tel: 0515-541590
e-mail: nelly250@hetnet.nl
Bijlage 9: Vragenlijst en begeleidende brief Tsjechisch
DOTAZNÍK ZAMĚŘEN NA POPTÁVKU Z VÝCHODNÍ EVROPY PO UKLADNĚNÍ ZBOŽÍ
Otázky v dotazníku jsou zaměřeny na poptávku společností z východní Evropy po uskladnění zboží v Nizozemí.
Dotazník je skládá ze 4 částí, část I až část IV a vyplnění by mělo trvat přibližně 3 minuty.
Předem děkuji za vyplnění dotazníku.
Gerwin Folkerts
University of Groningen
Vážení,
jmenuji se Gerwin Folkerts. Jsem posledním rokem studentem marketingu na Univerzitě Groningen v Nizozemí a pracuji na své diplomové práci, ke které bych rád získal některé informace.
Téma mé práce je Poptávka společností z východní Evropy po uskladnění zboží v Nizozemí.
Vstupem 10 zemí ze střední a východní Evropy do Evropské unie dne 1.května 2004 vyvstalo několik zajímavých otázek.
Jaký bude mít tento vstup vliv na obchodní evropský řetězec? Nebo tak jinak, jak výrobci a poskytovatele služeb se vypořádají se zřízením a provozováním těchto rozšířených
dodavatelských řetězců.
Tento výzkum má za cíl zjistit, zda společností z východní Evropy mají zájem po uskladnění zboží v Nizozemí.
K získání těchto informací zasílám společnostem ve východní Evropě přiložený dotazník (vid’ príloha). Rád bych Vás tímto požádal o účast na tomto výzkumu. Vyplnění dotazníku by mělo trvat přibližně 3 MINUTY. Účast je na dobrovolná, ale Vaši případnou pomoc bych velice ocenil.
Dotazník by měla nejlépe vyplnit osoba odpovědná za dopravu a skladování ve Vaši společnosti.
Otázky jsou zaměřené na dopravu nákladní, ne osobní. Ujišťuji Vás, že vybraná data budou považována za přísně důvěrná a všechny informace budou použity pouze pro účely mé diplomové práce (jméno společnosti a místo podnikání nebudou nikde zmíněna).
Prosím, zašlete vyplněný dotazník nejpozději do 24-08-2006 na následující adresu
nelly250@hetnet.nl či gerwin_folkerts@hotmail.com. Těm, kteří jej zašlou před uvedenýmdatem mohu zaslat dosavadní výsledek výzkumu. Pokud o něj máte zájem, prosím, poznačte to do dotazníku a bude Vám zaslán e-mailem.
Pokud máte jakékoliv otázky ohledně dotazníku, prosím zašlete je na e-mailovou adresu zmiňovanou dále.
Děkuji Vám předem za vyplnění tohoto dotazníku.
S pozdravem
Gerwin Folkerts Merk 26
8711CM Workum
The Netherlands
nelly250@hetnet.nlČÁST PRVNÍ: VŠEOBECNÉ INFORMACE O SPOLEČNOSTI
1. Prosím, označte oblast, ve které Vaše společnost převážně podniká?
Automobilový průmysl
Chemikálie & příbuzné výrobky
Textil a oděvy
Stavební materiály
Elektronika a další elektrická zařízení a jejich součásti
Zemědělské výrobky
Farmacie
Další………..
2. Ve které geografické oblasti Vaše společnost podniká? (možnost více odpovědí)
Benelux
Evropa
Afrika
Střední Východ
Severní Amerika
Střední a Jižní Amerika
Asie
Austrálie
3. Kolik podnikatelských zařízení máte v současné době v Nizozemí?
………..
4. Kolik máte zaměstnanců?
méně než 11
11 - 50
51 - 100
101 - 500
501 - 1000
1001 - 5000
více než 5000
ČÁST II. TOK ZBOŽÍ
5. Jaký druh dopravy používáte pro přepravu zboží?
Možnosti Přeprava
Silniční doprava Přibližně ……….%
Lodní doprava Přibližně………..%
Železniční doprava Přibližně………..%
Jiné (potrubní, další) Přibližne………..%
Celkem 100 %
6. Prosím, označte, jaký druh přepravních nosičů používáte? (možnost více odpovědí)
Kontejnery
Palety
Barely
Pytle
Bubnové obaly (drums)
Velkoobjemy
Další
7. Kdo se stará dopravu?
Dopravo Přeprava
Vaše vlastní společnost Přibližně ………%
Dodavatel, zákazník Přibližně ………%
Profesionální dopravce Přibližně ………%
Celkem 100 %
ČÁST III. SKLADIŠTNÍ PROSTORY
8. Ve které ze zemí Západní Evropy níže zmiňované jste již zboží skladovali?
Belgie
Německo
Francie
Lucembursko
Nizozemí
V žádné
9. Co je/bylo důvodem zvolení nového zahraničního místa k uskladnění zboží? (možnost několika odpovědí)
Zvýšená výroba
Konsolidace
Zdokonalení služeb
Snížení nákladů
Vstup na nový trh
Rozložení rizika
10. Má Vaše společnosti potřebu uskladnění zboží v Holandsku?
Ano
Ne, postupte na otázku 12
11. O jaký druh zboží se převážně jedná? (několik odpovědí možných)
Potraviny
Zemědělské výrobky
Jiné spotřební zboží
Polotovary/ součásti
Stroje/ strojní součásti
Krmivo pro telata
Zpracované minerálie (fixed mineral fuels)
Surové olejové produkty
Plechový odpad (metal detritus)
Stavební materiál
Chemické výrobky
Železo, ocel a non-ferrometals produkty
Jiné
12. Jaká část Nizozemí je, dle Vás, nejvíce atraktivní pro skladování zboží? (několik odpovědí možných).
Sever
Východ
Jih
Západ
13. Jak byste zhodnotili následující faktory týkající se uskladnění zboží v Nizozemí.
Následující fakta se vztahují pouze k holandskému trhu.
Faktory Faktor shledávám následovně:
velmi
negativně negativně neutrálně pozitivně velmi pozitivně
1 Pracovní trh
2 Geografická pozice ve srovnání s evropskou
zalidněností
3 Nabídka prostor
4 Image
5 Infrastruktura
6 Okolní spojeni
7 Dostupnost
8 Vzdálenost k zákazníkovi
9 Obchodní etika
10 Administrativní řízení
11 Odbornost personálu
12 Zákonodárství
13 Celní úředníci a daně
14 Dostupnost a náklady na stavení
15 Bezprostřední přístup na pracovní trh
ČÁST IV. DALŠÍ
14. Přejete si obdržet výsledek tohoto výzkumu?
Ano (v takovém případě je nutné vyplnit vaši emailovou adresu v části ‘15’)
Ne
15.
Jméno společnosti: ………..
Adresa společnosti: ……….
E-mail: ………..
Děkuji za vyplnění formuláře!
Gerwin Folkerts Merk 26
8711 CM Workum
The Netherlands
tel: +31 515 541590
email: nelly250@hetnet.nl
Bijlage 10: Vragenlijst en begeleidende brief Slowaaks
DOTAZNÍK TÝKAJÚCI SA DOPYTU KRAJÍN VÝCHODNEJ EURÓPY PO SKLADOVANÍ
Ďakujem vopred za vyplnenie dotazníka Gerwin Folkerts
Univerzita Groningen
Otázky v tomto dotazníku sú zamerané na dopyt obchodných spoločností so sídlom v krajinách východnej Európy po skladovaní tovaru v Holandsku.
Tento dotazník pozostáva zo štyroch častí, časť I až časť IV; na jeho vyplnenie sú
potrebné približne tri minúty.
Vážení,
volám sa Gerwin Folkerts. Študujem marketing (magisterské štúdium) na Univerzite v Groningene (Holandský) a v súčasnej dobe zbieram podklady a údaje za účelom spracovania mojej diplomovej práce. Vo svojej diplomovej práci sa zaoberám
“Dopytom obchodných spoločností so sídlom v krajinách východnej Európy po skladovaní tovaru v Holandsku”.
1. mája 2004, desať krajín strednej a východnej Európy sa stalo novými členmi Európskej únie. V súvislosti s prístupom týchto krajín vyvstáva zaujímavá otázka z oblasti logistiky.
Aký bude dopad pristúpenie týchto nových krajín na „celoeurópske“ zásobovacie reťazce?
Otázkou je "ako si výrobcovia a poskytovatelia logistických služieb poradia so zmenami v zakladaní a riadení takto rozšírených sietí zásobovacích reťazcov.“
Cieľom tohto výskumu je: zistiť, či výrobcovia z krajín východnej Európy majú záujem o skladovanie tovaru v Holandsku.
Za účelom zozbierania informácii týkajúcich sa tejto oblasti zasielam výrobcom z východnej Európy dotazník (viď príloha). Týmto sa Vás dovoľujem opýtať, či by ste boli ochotní zúčastniť sa tohto prieskumu a vyplniť dotazník o dopyte po skladovaní. Vyplnenie predmetného dotazníka by nemalo zabrať viac ako TRI MINÚTY. Účasť v danom prieskume je samozrejme dobrovoľná, Vašu súčinnosť by som si však nesmierne cenil.
Najvhodnejšie by bolo, pokiaľ by daný dotazník vyplnila osoba, zodpovedná vo Vašej spoločnosti za dopravu a logistiku.
Otázky sú zamerané na nákladnú dopravu, nie na dopravu pasažierov. Týmto by som Vás chcel uistiť, že všetky Vami poskytnuté údaje budú použité výlučne za účelom predmetného výskumu (obchodné meno ani sídlo obchodnej spoločnosti nebudú nikde uvedené) a s týmito údajmi bude nakladané pri zachovaní maximálnej dôvernosti.
Prosím, zašlite vyplnený dotazník do 24-08-2006 na nasledujúcu e-mailovú adresu:
nelly250@hetnet.nl ani gerwin_folkerts@hotmail.com. Pre tých respondentov, ktorí
odovzdajú vyplnený dotazník pred uvedeným dátumom bude k dispozícii anonymný prehľad výsledkov výskumu. Pokiaľ máte o tento prehľad výsledkov záujem, prosím, uveďte to v dotazníku a tento prehľad Vám bude zaslaný e-mailom.
V prípade akýchkoľvek otázok týkajúcich sa dotazníka, prosím, obráťte sa na mňa prostredníctvom nižšie uvedenej e- mailovej adresy. Vopred si Vám dovoľujem poďakovať za vyplnenie predmetného dotazníka.
S úctou,
Gerwin Folkerts Merk 26
8711 CM Workum
Holandské kráľovstvo
nelly250@hetnet.nlČASŤ I: VŠEOBECNÉ INFORMÁCIE O SPOLOČNOSTI
1. Môžete označiť v ktorom odvetví je vaša spoločnosť najaktívnejšia?
automobilový priemysel
chemikálie a obdobné produkty
textil a oblečenie
stavebné materiály
elektronické a iné elektrické zariadenie a komponenty
poľnohospodárstvo a krmivá
farmaceutický priemysel
iné...
2. V ktorých regiónoch je vaša spoločnosť aktívna? (môžete označiť viac odpovedí)
Benelux
Európa
Afrika
Blízky a stredný východ
Severná Amerika
Stredná a Južná Amerika
Ázia
Austrália
3. Koľko zariadení mate v súčasnosti v Holandsku?
………
4. Koľko máte zamestnancov?
Menej ako 11
11 - 50
51 - 100
101 - 500
501 - 1000
1001 - 5000
Viac ako 5000
ČASŤ II: PREPRAVA TOVARU
5. Aký druh dopravy najčastejšie používate na prepravu tovaru?
Druh Pomer
Cestná doprava Asi…….%
Lodná doprava Asi…….%
Železničná doprava Asi…….%
Iná (potrubie, letecky, atď.) Asi…….%
Celkom 100 %
6. Prosím označte druhy nákladných transportérov, ktoré najčastejšie používate na odvoz tovaru? (môžete označiť viac odpovedí)
kontajnery
palety
mobilné kontajnery/vozíky
tašky
sudy
veľkoobjemové tašky
iné
7. Kto zaobstaráva odvoz tovaru?
odvoz Pomer
vaša spoločnosť Asi……..%
dodávateľ, zákazník Asi……..%
profesionálny prepravca Asi……..%
celkom 100 %
ČASŤ III: SKLADOVANIE TOVARU
8. V ktorých z uvedených krajín západnej Európy v súčasnosti skladujete tovar?
Belgicko
Nemecko
Francúzsko
Luxemburg
Holandsko
ani v jednej
9. Z akých dôvodov sa rozhodujete alebo ste sa rozhodli skladovať tovar v novej destinácii v cudzine? (môžete označiť viac odpovedí)
rast
zlúčenie spoločností
zlepšovanie služieb
zníženie nákladov
vstup na nový trh
rozloženie risku
10. Potrebuje vaša spoločnosť z nejakého dôvodu skladovať tovar v Holandsku?
áno
nie, choďte na otázku 12
11. Aký druh tovaru je to najmä? (môžete označiť viac odpovedí)
potraviny
poľnohospodárske produkty
iný spotrebný tovar
polotovary/komponenty
stroje/súčasti strojov
krmivo pre dobytok
palivá
nerafinované ropné produkty
kovový šrot
konštrukčné materiály
chemické produkty
železo, oceľ a neželezné kovy
iné
12. Ktoré časti Holandska sú podľa vás najatraktívnejšie pre skladovanie tovaru?
(môžete označiť viac odpovedí)
sever
východ
juh
západ
13. Ako by ste ohodnotili význam nasledujúcich faktorov pre skladovanie tovaru v Holandsku? Tieto faktory sa vzťahujú len na Holandský trh.
Faktory Faktor hodnotíme ako:
Veľmi negatívny
Negatívny neutrálny pozitívny Veľmi pozitívny 1 Trh práce
2 Zemepisná poloha v porovnaní s ostatnými Európskymi krajinami
3 Dostatok priestoru 4 Imidž
5 Infraštruktúra
6 Spojenie s okolitými mestami 7 Dostupnosť
8 Vzdialenosť od zákazníka 9 Obchodná kultúra 10 Administratívne postupy 11 Skúsenosť personálu 12 Legislatíva
13 Clá a dane
14 Možnosť výberu a cena stavebných pozemkov 15 Okamžitá dostupnosť trhu práce
ČASŤ IV: INÉ
14. Prajete si obdržať závery tohto výskumu?
Áno (prosím uveďte vašu e-mailovú adresu v časti (‘15’)
Nie
15.
Obchodné meno spoločnosti:...
Poštová adresa: ...….
E-mailová adresa: ...………...
Ďakujem vám za čas strávený vypĺňaním tohto dotazníka!
Gerwin Folkerts Merk 26
8711 CM Workum
Holandské kráľovstvo
tel: +31 515 541590
e-mail: stager@oenema.nl
Bijlage 11: Vragenlijst en begeleidende brief Hongaars
KÉRDŐÍV KELET-EURÓPAI CÉGEK ÁRURAKTÁROZÁSI IGÉNYEIRŐL
E kérdőív kelet-európai cégek hollandiai áruraktározási igényeiről szól.
A kérdőív négy részből áll, I-IV. rész, kitöltése átlagosan 3 percbe kerül.
Előre is köszönöm együttműködését!
Gerwin Folkerts
Groningeni Állami Egyetem
Tisztelt uram, hölgyem!
A nevem Gerwin Folkerts. Végzős marketing szakos egyetemi hallgató vagyok a Groningeni Állami Egyetemen Hollandiában és jelenleg a diplomamunkámhoz gyűjtök anyagot.
Diplomamunkám témája a „kelet-európai vállalatok igénye a warehousing-ra (áruraktározásra) Hollandiában”.
Mivel 2004. május 1-én tíz közép-és kelet-európai ország csatlakozott az Európai Unióhoz, felmerül egy érdekes kérdés a logisztika terén. Hogyan fog e csatlakozás kihatni az európai kínálati láncokra? A kérdés az, hogy ’Hogyan bánnak a gyártók és a logisztikai szolgáltatók e széleskörű kínálati lánchálózat (supply chain networks) létrehozásának és irányításának kihívásaival?’
Célom megvizsgálni azt, hogy a kelet-európai vállalatok körében van-e igény áruik raktározására Hollandiában.
Információgyűjtés céljából küldöm ezt a kérdőívet (lásd mellékelve) kelet-európai cégeknek.
Szeretném megkérni, töltse ki ezt a kérdőívet a külföldön történő áruraktározásról. E kérdőív kitöltése csupán kb. HÁROM PERCBE kerül. Természetesen Ön dönti el, hogy közreműködik- e, de nagyra tartanám együttműködését. A legjobb, ha ezt a kérdőívet cégének a logisztikáért és a szállításért felelős személye tölti ki.
A kérdések teherszállításra vonatkoznak, nem személyszállításra. Az adatokat bizalmasan kezelem és oly módon dolgozom fel, hogy az anonimitás biztosítva legyen (a cég nevét és-vagy telephelyét soha nem fogom említeni).
Kérem hogy a kitöltött kérdőívet legkésőbb 24-08-2006 szíveskedjen visszaküldeni a következő e-mail címre:
nelly250@hetnet.nl vagy gerwin_folkerts@hotmail.com. Akérdőívet időben visszaküldők kaphatnak egy névtelen összefoglalót az eredményekről.
Amennyiben érdekli ez a lehetőség, bejelölheti azt a kérdőívben és az eredményt majd megkapja e-mailben.
Tisztelettel,
Gerwin Folkerts Merk 26
8711 CM Workum Hollandia
nelly250@hetnet.nl
I. RÉSZ: ÁLTALÁNOS CÉGINFORMÁCIÓ
1. Kérem jelölje be hogy melyik vállalati ágazatban tevékenykedik túlnyomóan az Ön cége:
Autóipar
Vegyipar és petrokémia
Textil és ruházat
Építőipari anyagok
Elektronika és elektromos gépek
Mezőgazdaság és élelmiszeripar
Gyógyszeripar
Egyéb...
2. Melyik régióban aktív az Ön cége? (több válasz lehetséges)
Benelux
Európa
Afrika
Közel-Kelet
Észak-Amerika
Közép- és Dél-Amerika
Ázsia
3. Hány különböző telephelye van cégének jelenleg Hollandiában?
...
4. Hány személyt foglalkoztat az Ön cége?
Kevesebb mint 11
11 - 50
51 - 100
101 - 500
501 - 1000
1001 - 5000