• No results found

Berlaars dialect

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Berlaars dialect"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Berlaars dialect

Dit woordenboek Berlaars bevat 4 gezegden, 379 woorden en 4 opmerkingen.

4 gezegden

∙ draaierig worden - oorreg wuirre

∙ één is geen - ein angt schèif

∙ naakt door de velden lopen - meujenoks duij de bémme scheusse

∙ wij kwamen jullie tegen - welle kwéme elle tege

379 woorden

∙ aalput - zeikput en beerput

∙ aanblijven - oonblaave

∙ aap - oop

∙ aardappel - petoot

∙ aardappelmes - petootescheller

∙ aardbei - jèbèjs

∙ aardbeien - jèbèjze

∙ aarde - jeir

∙ aarden weg - jeirweg

∙ aardig - oorreg

∙ achteruit gaan - terug trekke

∙ activiteit - aktivitaat

∙ adem - oossem

∙ advocaat - avvekoot

∙ afdak - afdèk

∙ afdrogen - afdrujege

∙ Al, reeds - Begaurle

∙ als - as

∙ averechts - eeverechs

∙ azijn - azaan

∙ balpen - stillau

∙ bavetje, slab, slabber - bevet

∙ begrafenis - begroofenis

∙ begrijpen - begraape

∙ beneden - benèje

∙ berg - bèrreg

∙ Berlaar - Balder

∙ Berlaar-Heikant - de Haa

∙ betonnen tuinomheining - stikkeltjes en bekskes

∙ bevelen - commandeijren

∙ beven - doovere

∙ bij - bieke

∙ bijbel - baabel

∙ bijna - oontrent

∙ bijna - bekan

∙ binnen - binne

∙ blaar - blaan

(2)

∙ bladeren - bloowere

∙ blaffen - basse

∙ bleek zien - bliejek zien

∙ bliksem - hemellicht weerlichten

∙ blootvoets in zijn klompen - buis in zen klaune

∙ boom - boewem

∙ bord - talloewer

∙ borstel - buistel

∙ boterhammetjes - baukes

∙ boterhampasta (choco) - chokkau

∙ botermelk - bautermellek

∙ botsauto's - botsottauws

∙ broekzak - tès

∙ broer - bruur

∙ brood - broewed

∙ broodpudding - kattestront

∙ BTW - bèjtèjwèj

∙ cacao - kakkejouw

∙ cavia - stienesrat

∙ chicorei - bitterpèje of bittere

∙ cola - kaula

∙ crimineel - crimineil

∙ daarom - dooroem

∙ dadelijk - bediejemed

∙ dakgoot - kornis

∙ dakraam - dèkvenster

∙ dat - da

∙ dat denk ik - da paazek

∙ dat geloof ik - da geluujevek

∙ dekentje - suizzeke

∙ denken - paaze

∙ dikkopje - poempeloerke

∙ dinsdag - dèstag

∙ dode - doewe

∙ dommerik - loempe

∙ dommerik - stoemerik

∙ dood - doewed

∙ doodkist - djuitskist

∙ door de deur - duij de duij

∙ door de deur door - duij de duij duij

∙ drie - draa

∙ dronken - een goe stuk in zenne frak

∙ druiven - drooweve

∙ dweil - oepnèjmer

∙ éclair - sjoeke

∙ een - ne

∙ eerlijk - iejerleek

∙ eeuw - iejew

∙ egel - stèjkelvèrreke

∙ ei - aa

∙ eigenaar - aageneer

∙ emmer - iejemer

∙ enkel - knoesel

(3)

∙ erwt - aat

∙ erwtjes - ètjes

∙ fiets - vellauw

∙ fiets - vlaow

∙ flauw - flaa

∙ fluiten - floowete

∙ frieten - frut

∙ ga je mee verstoppertje spelen - go de mej piepeling speile

∙ gaan - goon

∙ gaar - muirreg

∙ gas - gaas

∙ gazon - blaak

∙ geit - gaat

∙ gek zijn - zot zaan

∙ geplette aardappelen - stoemppetoote

∙ gevonden - gevonne

∙ gierigaard - uirrek

∙ gij of jij - gaa

∙ goochelaar - schameteur

∙ gordijn - stoors, overgordijn: draperie

∙ graag - geerre

∙ gras - gès

∙ gratis - verniet

∙ guinees biggetje - stienesrat

∙ gulzigaard - sloebber

∙ gulzigaard - schoeffel

∙ haag - hoog

∙ halve kilo gehakt - pond gekapt

∙ handvat - handhèjf

∙ hangborsten - kaffebeuzze

∙ heeft - hee

∙ heimelijk - haameleek

∙ hesp - heps

∙ het fietspad is glad - de vlouweg is gelettig

∙ het water kookt - 't watter zoeêt

∙ hielen - vèsseme

∙ hoepel - riejep

∙ horloge - luizze

∙ houden van - geere zien

∙ houtworm - mèjmel

∙ huilen, wenen - bleete

∙ ijsje - kreem

∙ ik ben ongemakkelijk - kzen ampetant

∙ ik hou van je - ik zien a geere

∙ in de zak van zijn jas - in de tes van zijn zip

∙ Itegem - Itegoem

∙ jaar - joor

∙ jas - frak

∙ jeuk - juiksel

∙ jullie (bezittelijk vnw) - èlle

∙ jullie (persoonlijk vnw) - gèlle

∙ kaantjes - koakes

∙ kaars - kjeis

(4)

∙ kaart - koot

∙ kaas - kees

∙ kachel - stoof

∙ kachel - stauf

∙ kalf - muitte

∙ kalf - métte

∙ kanarievogel - karnuillevaugel

∙ katapult - musseschieter en slinger

∙ kauwgom - tuttefrut

∙ kazerne - kazeirn

∙ keizersnede - kaazersnèj

∙ kelderkamer - kellekoomer

∙ kerk - kaark

∙ kersen - kézze

∙ kikker - vuis

∙ kikkerdril - puirek

∙ kikkervisje - poempeloerke

∙ kip - kieke

∙ klauteren - klefferen

∙ klokradio - wekkerradiouw

∙ klompen - klauwne, blokke

∙ klontje (suiker) - klotteke

∙ kluis - kloowes

∙ knikkers - boemmekes

∙ koe - koj

∙ koelkast - aaskas

∙ koersstuur - koersgedon

∙ koestaart - kojstjeit

∙ koffie - kaffe

∙ kolen - hulle

∙ kolen (groente) - koewelle

∙ kolen (verwarming) - hulle

∙ kolenschop - hulleschup

∙ kom maar door de deur door - komt mo duij de duij duij!

∙ komt toe aan - is veur

∙ konijn - konaan

∙ Koningshooikt - Juit

∙ kool (groente) - koewel

∙ koordje - kjuirreke

∙ koude schotel - kouwe pla

∙ kruidnoot - kroowenaut

∙ kruisbessen - knoeselen

∙ kruisbessen (Ribes uva-crispa) - knoeselen

∙ kruisje - kruiske

∙ kruiwagen - kuirrewooge

∙ krulkool - slodderkoewel

∙ ladder - liejer

∙ lamp - lampadeir

∙ lange stoel - sjeinselon

∙ langs - last

∙ legplankjes - schabbekes

∙ lepel - leper

∙ lies - iejekenis

(5)

∙ lieveheersbeestje - lieveraake

∙ liften - ottauwstop doen

∙ lomperik - meutten

∙ looza - laawza

∙ lucifer - stekske

∙ mantel - frak

∙ Marbel - Marrebol

∙ meer dan eens - miejer as iejene kieje

∙ meikever - meulder

∙ melk - mellek

∙ merel - miëirel

∙ merel - mejeirel

∙ messenslijper - scheeresliep

∙ met - mèj

∙ meter en peter - mejtre en pejtre

∙ metselaarshamer - wulle

∙ mier - muuzaake

∙ mijnheer - menieër

∙ moeder - moe

∙ morgen - mèrrege

∙ mosterd - mostoot

∙ motto - toeffer of motsikkelet

∙ naakt - meujenoks

∙ naakt - mojjenoks

∙ naakt - meuenoks

∙ naakt - bloeéte

∙ naar - noo

∙ nachtemmer - pispot

∙ Nederlands - Hollands

∙ negen - nejge

∙ niet - ni

∙ nochtans - pertang

∙ notaris - natoores

∙ noten - nowte

∙ noten - nauwte

∙ okkernoten - hokkenauwte

∙ olifant - aulefant

∙ omdat - oemda

∙ omplooien - oemsloogen

∙ onderbroek met een gat in - snélzaaker

∙ ondertas - ondertalloewer

∙ onderwijzeres - schaulmistès

∙ onwaarschijnlijk - onwoorschaanlek

∙ oorlog - ourlog

∙ oorzuiper - eurrezuiper

∙ op zoek zijn - ont zoeken noar

∙ oven - hauve

∙ overgeven - spauwe

∙ overloop - allèj

∙ paard - pjeit

∙ paardenmolen - peirdemeul

∙ paardenmolen - pjeiremuile

∙ paling - pooling

(6)

∙ paling - poalink

∙ paling - poalingk

∙ papegaai - poopegoowe

∙ pekelharing - pèjkelheering

∙ peperkoek - pontekoek

∙ perzikboom - pezzeboewem

∙ pet - klak

∙ pickles - mostoot pikkele

∙ pier - piet

∙ pijn - ziejer

∙ plankier - plansier

∙ plassen - pisse (zaake)

∙ plastic - plastikke

∙ pleister - plèkker

∙ poeder - pojjer

∙ pofbroek - flosbroek

∙ politie - pollis

∙ postzegel - teimper

∙ prent - béjleke

∙ raam - room

∙ rakel - reik

∙ rapen - roope

∙ remmen - frein

∙ rijden - raan

∙ rijkswachter - zjandeirrem

∙ rijkswachter - zjanderm

∙ rolluik - blaffetuur

∙ rolluiken - blaffeturen

∙ rozijnenkoek - rozaanekoek

∙ salami - wit en zwet

∙ schaats - schofferdaan

∙ schade - schoowe

∙ schoenveter - nestel

∙ schommel - zwier of raatèk

∙ schommel - zwier

∙ school - schouwl

∙ schoorsteen - schauwpaap

∙ schroevendraaier - toernevies

∙ schuifaf - raazaf

∙ seffens - sebiet

∙ siliconen spatel - pottelèkker

∙ slabber - broslap

∙ slagvensters - blaveturen

∙ slak - slèk

∙ smeltkaas - smeerkees

∙ snee spek - schel spek

∙ snoepje - pilleken

∙ snoepje - bèjs

∙ soep - zop

∙ soms - sewaales

∙ spade - schup

∙ sparen - spoaren

∙ spelen - djokkeleuren

(7)

∙ spin - spinnoer

∙ spoelbak - poembak

∙ spreken - klappen

∙ springbommetjes - lamouskes

∙ spuwen - spiejeke

∙ station - stoose

∙ steenbeitel - breng

∙ steenkool - hulle

∙ steenweg - stiejeweg

∙ step - trottenet

∙ stoep - planchier

∙ straks, seffens - bediejemed

∙ struik - hoecht

∙ taart - vloowe

∙ tabak - toebak

∙ tafel - toofel

∙ tas - zjat

∙ tas koffie - sjat kaffe

∙ tas koffie - zjat kaffe

∙ te maken heeft - te moke hei

∙ televisie - tellevies

∙ terug - vroem

∙ tijger - taager

∙ toilet - huiske of schaathoowes

∙ tomaat - tommat

∙ traktor - trakteur

∙ twee - twieje

∙ ui - ajoowen

∙ urineren - pisse of zaake

∙ vaars - vjijs

∙ vaatdoek - schauwtelvod

∙ vals spelen - hoor doen

∙ varken - vèrreke

∙ ventiel - sjapap

∙ ver - waat

∙ vergiet - temst

∙ verhaaltjes - vertelselkes

∙ verschillende - verschaa

∙ verstaan - verstoon

∙ vest - zip

∙ vijf - vaaf

∙ vinder - pèjpel

∙ vlaamse gaai - rotzak

∙ vlinder - botervrijver

∙ vlinder - pejpel

∙ voetballen - sjotte

∙ vogel - vauwgel

∙ volgens - volges

∙ vond - von

∙ voordeur - vueiduij

∙ vork - frinket

∙ vrijdraaiend tandwiel op achterwiel van fiets - kamwiel

∙ waarom - worveur

(8)

woveuj veuwa

∙ wang - kook

∙ water - wooter

∙ weide - waa

∙ weldra - sebiet

∙ werkjas - werkzup

∙ wesp - peeweps

∙ wielspaak - rion

∙ wij - welle

∙ winkeltas - zak en winkel kabas

∙ woensdag - wunsdag

∙ worsten - wuiste

∙ wortel - pèjke

∙ wortelen en erwten - pèjkes en ètjes

∙ wreed - vriejet

∙ zakdoek - tessendoek

∙ zakmes - pennemes

∙ zeemvel - ziejemelap

∙ zeep - ziejep

∙ zeis - zaasel

∙ zeven - zèjve

∙ zij - zaa

∙ zoethout - kallissenhout

∙ zoo, dierentuin - zjollezie

∙ zwaluw - zwuillem

4 opmerkingen

∙ Bepaalde klinkers in AN worden bijna altijd op dezelfde wijze uitgesproken in het dialect, waardoor de lijst met woorden ingekort kan worden vb. aa wordt oa: staat > stoa, laten > loaten

∙ Het gaat hier over Berlaar bij Lier en niet over Berlare in Oost-Vlaanderen.

∙ Ik meen dat het Berlaars en Jeuts dialect praktisch gelijk zijn, ondanks het feit dat Koningshooikt bij Lier is gevoegd.

Juist of fout

∙ aarden weg = jeirweg karrespoor = kaarlies (j)

Dit woordenboek 'Berlaars' is samengesteld door bezoekers van www.mijnwoordenboek.nl. Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

∙ niet goed wijs zijn - gij vangt zeker. ∙ seffens is er ruzie - sebiet edde petijte

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

∙ misschien iets beledigend , maar in die tijd gemeen goed : de zoelse brekken komen de westelse talloeren uitlekken. Dit woordenboek 'Westels' is samengesteld

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

Sinds de renovatiewerken van het plein, toen er rode klinkers werden gelegd, heet dit in de volksmond `Het Rode Plein`, of in het Wezels `Troewej Plein`.. Dit woordenboek

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een