Bonheidens dialect

Bonheidens dialect

Dit woordenboek Bonheidens bevat 12 gezegden, 74 woorden en 11 opmerkingen.

12 gezegden

∙ (Vlaamse) gaai - rotzak

∙ een veldwachter (de slijkveldwachter en de spiegelveldwachter - ne gârde (de sla-ikgarde en de spiegelgarde)

∙ heel veel - braa

∙ het regent pijpenstelen of blaasjes - 't reigent po(e)apesteele / bloskes

∙ ik woon in bonheiden waar ze kappen en snijden en met de kruiwagen rijden. - ik woe'en in bênaa waa ze kappe en snijn en mé de keurrewaage rijn..

∙ Ik woon in Bonheiden, waar ze kappen en snijden en met de krijwagen rijden - Ik wuen in Benaa, waa ze kappe en snaae en me de keurrewage raae

∙ In Bonheiden snijden ze aardappelen en rijden ze met de kruiwagen - In Benaa snijn ze petètte en rijn ze me de kerrewage

∙ Mie had het koud. Mie had het heel koud. Waar had Mie koud Op de markt had Mie koud - Mia-a-kaa.

Waa a Mie kaa Oep de m

∙ ruzie krijgen - na mn kloete kroage

∙ snel fietsen - hèt trappe me de velo

∙ stoverij / stoofvlees van paardenvlees - schep

∙ strook omgeploegde grond waarop groenten worden geteeld - gewent

74 woorden

∙ 's morgens - s'mereges

∙ (een) ei - eena

∙ Aardbei - Yerebees

∙ babbelen - tèttere

∙ beemden - bemme

∙ bh - tèttezjeir

∙ binnenkort - bedie

∙ Bonheiden - Bênaa

∙ Booischot - Busschot

∙ boom - boe-êm

∙ Boortmeerbeek - Meirbeik

∙ bronput - beur-re-put

∙ dak - d

∙ echt - effenaf

∙ een glijbaan (kinderspel) - scho-(e)fvaf

∙ een koffietas - een zjat

∙ eetbord - tello-er

∙ fiets - vlo

∙ fietspad - vloweg

∙ gras - ges

∙ gratis - verniet

∙ gratis werken - verniet travakke.

∙ groen - gruun

∙ heel - iel

∙ heel erg - bra

∙ heide (de) - d'aaa of 'de haa

∙ hooizolder - 't schellef

∙ horloge of klok - leuzze

∙ hospitaal - kliniek

∙ hovaardig - oevjieirig

∙ ik zie u graag - ik zien a gère

∙ jaarmarkt - jaarm

∙ kelderkamer (een kamer boven de kelder in boerderijen) - kellekamer

∙ kikker - veus of kikveus

∙ kip - kiek of kieke

∙ kippenvel (bij koude of angst) - kieke-vel

∙ koe - koei

∙ koffie - kaffe

∙ Koningshooikt - Jut of Koningsjut

∙ kraai - kro-(e)

∙ kruiwagen - keurrewaa-gen

∙ lepel - leiper (niet altijd 'r' meest ook met 'l' achteraan

∙ maandverband - voddenband.

∙ maandverband. - voddenband.

∙ melk - m

∙ molen - meule

∙ niet - ni

∙ nu - naa

∙ onzin uitkramen of zagen / zeuren (zeveren) - zi-e-verre

∙ paard - pjeit

∙ paarden - pjeire

∙ praten - klappe

∙ putte - put

∙ rijkswachter - pakkeman

∙ rijkswachter. - chonderm

∙ s'morgens. - s'mereges

∙ schommel - zwier

∙ schommel (met kettingen) - zwieschakel

∙ school (de) - 'tscho-(o)l

∙ spijbelen - brosse.

∙ spijbelen. - brosse.

∙ stoep - borduur

∙ straks - strèk (kort)

∙ vaars (1 jarig vrouwelijk kalf) (vierge) - vijeis (in e

∙ varken - vérreke

∙ veel - veul

∙ veel eten / vreten - frette

∙ verlof - congé

∙ vest - zip

∙ vlinder - vlinder ( maar oudere mensen spraken over een Peepel

∙ voor - veu

∙ weg - boan

∙ weldra - bedeemme

∙ zwart - zwet (kort)

11 opmerkingen

∙ 'Hij zit onder de struiken' is dan 'Hij zit onder doechele'

∙ As ge bij ... mé de riek in 't gewent stekt dan lotert het aan den andere kant van de pesseme

∙ Bonheiden en buurgemeente Onze-Lieve-Vrouw Waver konden elkaar in vroeger tijd niet goed verdragen. Zo vonden de Bonheidenaars de Wavenaars hovaardig(uit de hoogte doende). Zo zei mijn tante ooit eens: 'Die van Waver, die wonen allemaal oep een bergske` en de uitdrukking 'oevji-airig Waver' kwam steevast erna

∙ Bonheiden heeft echt zijn naam niet gestolen, hoewel je vandaag moet zoeken naar heide was er vroeger ( tot vlak na WOII) wel degelijk heide te vinden. De wijk 'kleine heide' aan het kerkhof, verwijst hier naar. De heide lag aan de westkant van het dorp. Maar je had ook een 'grote heide' die zich bevond langs de oostkant van het dorp en zich uitstrekte van Bonheiden tot Keerbergen. De kleuren van de vlag verwijzen naar die heide (en dennen). Paars (heide), geel (brem) en groen (dennen).

∙ De 'slijk'veldwachter en de 'spiegel'veldwacher

∙ De scheldnaam voor Bonheidenaren is 'de langemannen'

∙ Door Bonheiden loopt geen grote rivier maar wel enkele grote beken. De grootste is de Boeimeer. De straat die ernaar genoemd werd is de Boeimeerstraat die in het Benaas door de mensen soms de 'Bo-emestraat' wordt genoemd. Andere beken waren of zijn o.a de 'scheusbeik' en de 'rosse beik' maar die laatste naam was niet algemeen. Het bos rond het Zellaerkasteel / Bleydenberghoeve werd / wordt 'den boskee' genoemd. Daar stond langs een wandelweggetje ook de dikste en oudste boom van Bonheiden die 'den dikkenbeuk' werd genoemd.

∙ Elke getogen Bonheidenaar (Benaaneir) herkent direct aan de uitspraak van de naam van het dorp of iemand een échte is. Het woord klinkt als benaaâ maar de dubbelklank is belangrijk.

∙ Vandaag staat er in Bonheiden een gekend ziekenhuis. Maar tot in de jaren 60-70 was het een sanatorium voor tuberculosepati

∙ as ge in Benaaa zijt dan zedde nog ni in Mechele.

∙ eigenlijk is een knoesel de knobbel buitenkant van de enkel. soms wordt er de hele enkel mee bedoeld soms alleen dit deel. Het woord 'enkel' wordt ook gewoon gebruikt

Dit woordenboek 'Bonheidens' is samengesteld door bezoekers van www.mijnwoordenboek.nl. Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.