• No results found

Balens dialect

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Balens dialect"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Balens dialect

Dit woordenboek Balens bevat 28 gezegden, 458 woorden en 2 opmerkingen.

28 gezegden

∙ 't is niets waard - 't is niks va petik

∙ 't is spijtig - 't is suint

∙ de eieren van de vogels roven - de vogels langen

∙ dring niet aan - zit zoe ni te djetse

∙ Een aardje naar z’n vaartje hebben. - Den oawet nao genne vrimden hemmen.

∙ een fier meisje - ne fiejere bokstet

∙ een grote mond hebben - veul liejet hemme

∙ heb je ooit - hedde oeet

∙ Het is zinloos. - ´T hee gen avaans.

∙ het regent oude vrouwen - het rijgert ouw mujers

∙ hij heeft er geen verstand van - hij heit er gé bezaai van

∙ hij verwachtte er te veel van - hè docht datem den duvel mi ze moejer ha

∙ hoe doe je dat? - oesdoeregeda?

∙ Hoe zeg je dat - oeszenggeda

∙ iedereen om de beurt - iedereen beurtelings - ielek omtoer - ielek overhaand

∙ ik ben direkt terug - ik zen bediejeme vrom

∙ Ik doe het niet. - Gij kunt er es ferrem rond, sè.

∙ Ik moet nog naar de supermarkt. - Ik mût nog in de Nopri zèn.

∙ Ik stop ermee - Ik scheer er mee ut

∙ met alles erop en eraan - mee heejel de reutemeteut

∙ om de haverklap - alle honds gezaiken

∙ slagen krijgen - fater frijgen

∙ slecht uitgevoerd werk - vasevesaant- va keskeschiet-half se gat

∙ we gaan vertrekken - we zen riebedebie

∙ Ze ziet er maar belabberd uit. - Zaa zie erût lak een ellef ure laajk.

∙ zich vuil maken - zich begoien

∙ zijn hele hebben en houden - zenne hielen saanteboetik

∙ zonder geld op pad zijn - op de slobberbon

458 woorden

∙ aalbes, rode bes, trosbes - Sint-Jaanskiejez

∙ aan - oan

∙ aangedampt (bijv. raam) - oangewasemd

∙ aanrecht - pompbak

∙ aanstonds weldra - bedieme

∙ aardappelen - petette

∙ aardappelen door de roerzeef draaien - petatte deu de pasfiet duun

∙ aardappelmesje - petettemeske

∙ aardappelpuree - petettepuree

∙ aardbeien - jerbeezen

∙ aardbeien - etbizzemen

∙ aardbeien - etbezemen

∙ achterbaks - veneinig

(2)

∙ achterlicht - katoeweg

∙ achterstevoren, omgedraaid - aggestevuiger

∙ ademen - asseme

∙ ademloos - deimpeg

∙ afrikaantje (tagetes) - stinkerke

∙ Afwasbak - Pompbak

∙ allemaal - allemoal

∙ alsmaar - ammatoe

∙ anjer - genoffel

∙ anjer (dianthus caryophyllus) - zjanoffel

∙ armvegen - fliejeme of fletsen

∙ auto - otto

∙ autogarage - ottogaraasch

∙ averechts - tege-strop

∙ baan - boan

∙ babbelen, kletsen - sèmmelen

∙ babbelkous - sèmmelwijf

∙ bakharing - bokshekkik

∙ bakharing - bokshennik

∙ balen - boalen

∙ Balens - Boales

∙ balk - poetrel

∙ beeldje - postuurke

∙ beestenmarkt - biejestenmet

∙ begrafenis ondernemer - den dries

∙ ben je gek? - zerre ge zot?

∙ benzine - naft

∙ beroepsmilitair - boeffer

∙ bessen - bizeme - beezekes

∙ betonmolen - betonmeulen

∙ betonnen muurtje - stichel

∙ betweter - veulliejet

∙ bier met bruiswater - spavela

∙ bier met cola - mazout

∙ bier met limonade - kivela

∙ bindraad - beindraad

∙ blaren - bleine

∙ bloedworst - pijns

∙ boeren- maag keren - keuleke

∙ boerenkool - krollekeskoewèl

∙ bord - taloer

∙ bosmier - brag

∙ boterham - snee

∙ braadpan - kastrol

∙ breien - strikken

∙ breigaren - bolsaai

∙ broekzak - Buil

∙ bromvlieg - lol

∙ brughelling - raamp

∙ brutaal - astraant

∙ buiten - boawete

∙ buizerd - klaamper

∙ bunzing - fis

(3)

∙ burgers - buerregers

∙ carnaval - vaslavet

∙ daarnet - te’zjuust

∙ dadelijk - sebiet

∙ dadelijk - bedie-eme

∙ damesfiets - vrellievlo

∙ dat is een die vlug kwaad wordt - Da's an pettige

∙ dazerik (soort vlieg) - dets - datsch

∙ de ambulance - den 900

∙ de vaart - de vowet

∙ deken - sazzie

∙ dikke baby - brommes

∙ direkt - bediejemen

∙ dokkeren hobbelen - bodderen

∙ dokter - doktoor

∙ doodsprentje - doodsbeeleke

∙ doopsuiker - kinnekeskak

∙ doorgaan - veut gon

∙ doorgegaan - deurgegon

∙ Dorp - Deurrep

∙ drempel - durpel

∙ drempel - dulper

∙ drie - drij

∙ drukte - beschaar

∙ duizendschoon (dianthus barbatus) - trobbeltjes

∙ eekhoorntje - I' kuerre

∙ een - ne

∙ een brandweerman - ne pompier

∙ een eikelboom - een jukkelboom

∙ een hondje - e zjoeke

∙ een hoofdpeluw - nen heppenek

∙ een kapoen - ne fayou

∙ een krotterig huisje - een barak

∙ een motor - ne moteur

∙ een onbeholpen man - ne socius

∙ een opschepper - ne zjaarmoaker

∙ een perzik - een piejes

∙ een politie agent - ne gendarm

∙ een treuzelende vrouw - een taspreut

∙ een vestje - een zjakket

∙ een waaghals - nen hezdaz

∙ een zeel (soort touw) - een ziejel

∙ eerlijk - iejerlek

∙ eieren - aare

∙ electriciteit - elentric

∙ electrische fiets - elentrikevello

∙ emmer - aker

∙ ergens - ieves

∙ ergens - ieveraans

∙ ergens - erreges

∙ erwten en wortelen - etten en peeen

∙ expres - omspres

∙ favorietje - fletske

(4)

∙ feest - fiejest

∙ fiets - villo

∙ fietsemaker - kajuit

∙ fietser - tom boonen

∙ fijn zand - gemoalige zaand

∙ flemen - fletsen

∙ fluitje (klein glas bier) - flui je

∙ fotograaf - petrettentrekker

∙ fout naaien of breien - strossen

∙ friet - frut

∙ frietketel - frutketel

∙ gaan - gon

∙ gaar - meurreg

∙ gaar - meurig

∙ ganse - hiejel

∙ garage - garaas

∙ gazon - blaajk

∙ gedeelte in stal om de dieren te voederen - vuneire

∙ geit - gaat

∙ gekregen - gekreege

∙ geleden - geleje

∙ gerookte haring - bokzennek

∙ gescheiden - geschieje / van-iejen-af

∙ gestampte aardappelen met spinazie - grune petazie

∙ gezegd - gezèe

∙ Gij maakt er u nogal gemakkelijk van af - Gij ze nen hennige

∙ gootsteen - sink

∙ gras - gazon of grus

∙ gras maaien met de zeis - grus afdoen mee de zassie

∙ graszode - ne rus

∙ gratis - verniet

∙ gratis - veu de veniet

∙ gratis - veu niks

∙ grienen - zit doa nie te grinzen

∙ Groene stoemp (geplette aardappelen) - Grune petezzie

∙ groente - gruunte

∙ groententuin - groentenhof

∙ grote - groewete

∙ groter - greuder

∙ gulzig eten - moeeken - freite

∙ haarvlecht - trens

∙ haas - haos

∙ hagelslag - muesekeutels

∙ hakbijl - hastél

∙ haken - krosteren

∙ hand, handje - pol, polleke

∙ harmonica - mûnika

∙ hebben - hèmme

∙ heeft - hèèd

∙ heet - hieët

∙ heftig - grellig

∙ hei - haai

∙ herfst - boamistij

(5)

∙ hesp - hijsp

∙ hielen - vesse

∙ hoe - oes

∙ hoe doe je dat? - hoe duregge da?

∙ hoge hakken - pollevie's - tallonschunekes

∙ Hoofdkussen - hetpennik

∙ hooimijt - hooiopper

∙ hoort - hujert

∙ horloge - luzzie

∙ horlogemaker, horlogier - luzziemoaker

∙ houden - houwe

∙ huis - huijs

∙ iets stuk maken - verrenuweren

∙ ik ga verder - k zen vutser

∙ ja - hue'em

∙ jaarmarkt - joarmet

∙ jacht of vis vergunning - jacht of vis peteint

∙ jachtvergunning - pladerm

∙ jaloers - vlennig

∙ jaloers-kwaadaardig - vlaanig

∙ jas - frak

∙ jasje - frakske

∙ jeuken - juiksele

∙ jodiumtinctuur - teintrejot

∙ jonge vrouwen - vrellie

∙ kaars, kaarsje - kès, kèske

∙ kaas - kijs

∙ kachel - stoof

∙ kaft (schrift) - kappetunie

∙ kalf - meutte

∙ karbonaten - kermenaai

∙ kat, geboren in’t najaar - Tummetkat

∙ kerk - kèrrek

∙ kever - meulder

∙ kikker - kwakveus

∙ kinderwagen - een fatuur

∙ kinderwagen-buggy - een sjarret

∙ kippenhok - kiekenkot

∙ kippenstok - puilder

∙ klaar gaar - murrig

∙ klaar, gaar - vjerrig

∙ klagen, reclameren - mûzze, reklamére

∙ klein tasje - kebaaske

∙ kleuterschool - kakschool

∙ knikker - merrebol

∙ koe - kuj

∙ koeien verzorgen en melken - schommele

∙ koken (soep) - zoeweje (sop)

∙ koleirig - pettig

∙ kolen (voor de kachel) - hullie

∙ kolenhok - hulliekot

∙ kom - basseng

∙ Kom eens hier - kom es herres

(6)

∙ konijn - kuenijn

∙ kookpot - kastrol

∙ Kookt het water in de waterketel al - Zûjt de moeër al

∙ koolrabi - rapkoewel-bove-de-grond

∙ koord - tuinder

∙ kopje over duiken - ne keutelplas maken

∙ koppeling - ambriejage

∙ koprol - heubbelentaas

∙ koprol - keutelplas

∙ kotje - keu je

∙ kristalsoda / sodakristallen - duvel

∙ kristalsodapapje (water met soda) - duvelwater

∙ kruisbessen, stekelbessen - krunselle

∙ Krutkoek - Pannenkoek met paardenbloem

∙ kussensloop - kusflewijn

∙ kwaadaardig - vlaanig

∙ ladder - liejr

∙ leidsel - tuier

∙ loon - keziejem

∙ lopen (snel) - bizzen

∙ lui - leinzig

∙ maagoprisping - kuileke

∙ marginale mensen - karrekesvolk

∙ margriet - poleksblom

∙ Markt - Mèt

∙ masker - mombakkes

∙ meestal - miejestal

∙ meid - maasen

∙ meidenkast - schapraai

∙ mensen - vollek

∙ merel (vogel) - ‘n mêl

∙ mieren - mizaajkes

∙ mieren - mirzaajkes

∙ mijn hielen - m'n vessen

∙ mijn vrouw - man - die van os - dieje van os

∙ moeilijk gaan - saffelen

∙ moesten - muste

∙ moet - meut

∙ molen - meulen

∙ mondmasker - moontbakkes

∙ mondstuk (muziekinstrument) - amesuur

∙ mortel - mettel

∙ muis - moawez

∙ naakt - mujenaks

∙ naar hier en naar daar - herres en ginses

∙ naargelang - navenaant

∙ naast elkaar - neffeniejen

∙ nergens - nieverans

∙ niet waar - nie wowe

∙ niet waar - das nie wawwe

∙ niets bijzonders - niks van betik

∙ nochtans - pertang

∙ nootjes - nu-jes

(7)

∙ nu - nei

∙ Olmen - Olleme

∙ oma - moe

∙ onbeleefd - onbesnutst

∙ onderdelen - onderdiejele

∙ onderhemdje - lefke

∙ onderjurk - comenezon

∙ ondertussen - sweinst

∙ onderwijzeres - schoolmestès

∙ onmiddellijk - drek

∙ onze - ozze

∙ op blote voeten - berrevoets

∙ opa - boa

∙ opening over gracht van weide of veld - huetgat

∙ opjutten - hissen

∙ opnieuw - vanhaar

∙ opvang - gesticht

∙ oud - aaw

∙ oude fiets - ne nuts

∙ oude moeder - ouw mujjer

∙ overall (kledij) - kloon

∙ overjas - perresu

∙ overweg, spoorwegovergang - den bariejel

∙ paard - pjerd

∙ paard - pejet

∙ paardenbloem - sukkerei

∙ paardevlieg - pjetshommel

∙ Pannenkoek met paardenbloem - Krutkoek

∙ pantoffels - sloffe

∙ papierzak - pierebuil

∙ peer - peir

∙ Perzik - Pieës

∙ petje - potske

∙ politie - den gandaarm

∙ postbode - fakteur

∙ pronkboon, boerenteen (dikke witte boon) - boewn va genûgd, boerentiejn

∙ pruimen (Reine Claudes) - rieglotte

∙ puree - petazzie

∙ regenworm - pier

∙ richtingaanwijzer - klinjoteur - pinker

∙ rits - tiret

∙ roerei - hinnepik

∙ rolluiken - blaffeturen

∙ romp rug - kappestrang

∙ rozen - roe ezen

∙ rubberen afdichting - zwein

∙ ruilen - tui (k) elen

∙ ruw - rawaans

∙ sarren - kujeneren

∙ schaatsen - schoaverdijne

∙ scherven - gruzelemeinte

∙ schommel (speeltuig) - een suur

∙ schooljuffrouw - schoolmoestès

(8)

∙ schoolmeester - schoolmiejester

∙ schop - troffel

∙ schors - schuiss

∙ schort - veschoe et

∙ schraal - zerp

∙ schrijnwerker - Bruur

∙ schudden - rutsele

∙ serre - sère

∙ slechte kwaliteit - kamelot

∙ smakken - smepsen

∙ snede spek - broai spek

∙ snel iets doen - hoeter de koeter

∙ soep - sop

∙ soort dakpan - schallie

∙ soorten - sowette

∙ spade - schup, spit

∙ spiegelei - pjetsoog

∙ spiegelei - oog / patsei

∙ spiernaakt - mujenaks

∙ spijtig - zeund

∙ spreken - klappe

∙ sprenkelen - dratse

∙ staart - stet

∙ Stamcafé - Kruger

∙ station - de stoasie

∙ steeds opnieuw - alle hondsgezaaike

∙ stevig - strabaant

∙ stiekem kijken (achter raam of zo) - polleke

∙ stoeien - fikfakken

∙ stom staren - pol (k) en

∙ stond - ston

∙ stookolie - mazout

∙ storing / last - krengsel

∙ stro - streussel

∙ strompelen - dalken

∙ strozak - hup-pennik

∙ stukje gras dat uitschiet - schitbos

∙ stuurwiel - giedon

∙ taaltje - toltje

∙ tafelzeil, plastic tafelkleed - twalcirée - twalcerée

∙ tas koffie - jetje kaffe

∙ te braaf meisje - sibbediejes

∙ tegen - teege

∙ tegenaan wrijven - vralen

∙ televisie - tellevisie

∙ terug - vrom

∙ terwijl - sweinst

∙ tot straks - tut fleus

∙ tractor - tracteur

∙ treinspoor - de roet

∙ treuzelen - taffelen

∙ Tuinafsluiting - Stiggel

∙ tuinhek (bv. beton) - stichel

(9)

∙ uitluisteren - utlutsen

∙ veehandelaar - biejestekupman

∙ veel - veul

∙ veenmol - viejemol

∙ veldmuis - edmueske, jeirdolleke

∙ velg van fietswiel - ne riejep

∙ ventiel - sjoupape

∙ ventiel - sjepap

∙ ver - wètste

∙ ver - wijt

∙ verder - wèdder

∙ vergiet - basfiet

∙ verkoudheid - fleuris

∙ verschillend - tefrijnt

∙ versnellen - aveseren

∙ vervormd - utgeloterd

∙ verwelken - versleinse

∙ veter - nestel

∙ Vlaamse gaai - roeter

∙ vod - lodder

∙ voelen - haafele - tasse

∙ volgens - volleges

∙ voorbeeld - veurbeelde

∙ vork - frinket

∙ vrachtwagen - kabbejon

∙ vrije dag - congéé

∙ vrijpostig - astrant

∙ vroege voorjaarsajuin - juintjèn iejèn (1)

∙ vroeger - vruger

∙ vrouw, vrouwen - vremmes, vrellie

∙ w.c. - huske

∙ washandje - plotte (k) e

∙ washandje - lepke

∙ waterketel - moeër

∙ waterloop - graacht

∙ waterloop - Beek

∙ weduwe - weef

∙ weduwnaar - wever

∙ weg lopen - riejepe snijje

∙ weglopen - repe snije

∙ wei-weide - waai

∙ welk - waffer

∙ welke - wafere

∙ werd - wien

∙ werkjas - stoffrak

∙ wezel - wèssel

∙ woensdag - gunsdaags

∙ wol - soje

∙ woonden - weunden

∙ wortelen - poewete

∙ Wortelen en erwten - peekes en etjes

∙ wortelpuree - peekesstoemp

∙ wortelpuree - powetepetazie

(10)

∙ zaagmachine - zaogmachien

∙ zakdoek - bulnesdok

∙ zakdoek - benuesdoek

∙ zakje - buil

∙ zeis - haizazie

∙ zelf - zeullef

∙ zetel - zurreg

∙ zeuren - nirke (k wordt niet uitgespeken)

∙ zich opwarmen aan een kachel - grissen

∙ zich vuil maken, zich bezatten - begaffele, begoaje

∙ zijn - zèn

∙ zilverpopulier - canada

∙ zin in iets hebben - kriemig zijn

∙ zoals - gelek

∙ zodadelijk - bediejeme

∙ zoeken - sneu (k) ele

∙ zonder betalen meedoen - op de schabberbon

∙ zotte doos - bremgaat

∙ zuurkijker - moeskop

∙ zwaluw - ‘n zwellem

∙ zweertje op het ooglid - padzaai (k) er

2 opmerkingen

∙ Uit de tijd van mijn grootvader

nen nuzzel --- een ursulbalans? –De voddeman gebruikte

die balans met een veer om de zakken oude kleren te wegen Naarmate het gewicht konden we dan een shouwpostuurke of een speelgoedautootje winnen

een flagzassie...Een “zeis” om graszoden uit te kappen een Haaizassie Een Zassie (zeis) omheidestruiken uit te kappen de shunnêre De aarden (eerden, êre) vloer van de schuur

en de Vunnêre De aarden vloef vooraan in de schuur, waar het koren werd gedorst (gedussen)

En Balense vervoegingen:

Ik zoog dass’ont sjotte wêre en ik zoog dat de kipper in de good loog.

Ik zag dat ze aan ’t voetballen waren en ik zag dat de keeper in de goal lag En onze befaamde “glottis slag” in e pe’je – een paardje of een wegeltje (het

kerrekepe’je) en een zje’je – een jatje of een tasje koffie en een hunne’e – (een hondje) En het bekendde

“Moe ik hem duijjst, dan ga ma na vuiijst doa hemme z’nn hunne’e en da pist inouw munne’e”

∙ hinnepik is een variatie op roerei. Kluts een ei, voeg melk en bloem toe (koud) . Dan zachtjes opwarmen tot het opgesteven is terwijl men goed roert. Een beetje zout toevoegen en je hebt hinnepik.

De ma van Jan (uit Mol) kan dat goed maken en het is lekker. Ik ben van Antwerpen en had het woord nog nooit gehoord en de ontbijverrrassing nog nooit geproefd. Helga

(11)

Dit woordenboek 'Balens' is samengesteld door bezoekers van www.mijnwoordenboek.nl. Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 52 en volgende van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVD) en artikel 73 en volgende van

Omdat deze bomen onderdeel vormen van het park en we het park groen willen houden, zullen er twee nieuwe bomen voor het appartementencomplex worden aangeplant.. Dit

1 Wil je een boom kappen om je bos goed te beheren, spreek dan van kapmachtiging en niet van een kapvergunning.. 2 Wil je bomen kappen met als doel te ontbossen, spreek dan

Je hebt een omgevingsvergunning nodig voor het kappen van een boom waarvan de omtrek van de boomstam meer is dan één meter gemeten op één meter hoogte ten opzichte van het

Geef in het geval van herbeplanten aan op welke locatie en met welke soorten u dat wilt gaan doen?.

Een bouwbedrijf kapte in maart vijf bomen voor een nieuwbouwproject, omdat de gemeente had aangegeven dat er voor deze bomen geen vergunning nodig was, zo bericht

De Raad oordeelt dat de gemeente de belangen van de VvE van het kappen zorgvuldig heeft afgewogen tegen de belangen van behoud van de boom en de ver- gunning terecht

‘Mijn advies is altijd: laat een besmette es zo lang mogelijk staan en ga hem niet meteen kappen.. Alleen als het echt gevaarlijk wordt, voor bur- gers bijvoorbeeld, kun je een