• No results found

Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756 · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756 · dbnl"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756

Willem van Geldof

bron

Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756. Z.p., ca. 1756

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/geld055nieu02_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

1

Een Nieuw Lied, gemaakt op de Victory, Bevogten door de Koning van Pruyze, den 1 October 1756.

Stem: Van gebakken Botje, of Aardze Godinnen.

WIe wil horen singen / En aenhoore Een nieuw Lied: Wat datter in kortelinge / In Boheemen is geschiet: Ziet

de Heele Pruyze magt: viel in Zaxzen onverwagt / Als zy stonden in slag order

Sloegen zy met groote kragt.

2. Wanneer men doen schreven / Duyzent Seevenhondert jaer: Ses-en-vijftig daer beneven: den Eersten October klaar;

Sloeg den Koning Frederik / dapper die van Oostenrijk / Om haer zelven te zalveren:

Vlugten zy met schant gelijk.

3. Men sloeg zonder treuren: Men vogt daer zonder kwartier / van smorgens ten zeven uuren / Tot de Klok sloeg smiddags vier / Brunswijk door zijn Trouwe daet

En ons Konings goede raet Moest den vijandretireren vloot met schant op heter daet.

4. Conon en Karkasse / de felle Muskattery:

't Was om ons vijand te verrasse

Ider die vogt even bly / Za val aen en doet u best / Jaegt den vyand na zijn nest Wy zullen nog Actakkeren / Syn verschanzing en zyn vest.

5. Sy hebbe manmoedig: Met vijfendertig Duyzent man: Tegen vijftig Duyzent spoedig / Daer aen ziet men Godes hant:

Gy zyt goedertierent heer / Die op uw vertrouwen zeer; Vlegt een krans van Lauweriere:

Zingt een Lied tot zynder eer.

6 In die stryd zyn gebleven / Van Pruize twee Duyzent man: Van Oostenryk vier Duyzent eeven / So vermelt de brief en krant / Roept victory al gelyk dringt de vyand na zyn ryk; Looft nu God den Heer verheven; Met Psalm en muzyk.

7. Ons word nog beschreeven / dat de

Keurzakze Armee: Haer meede moest gevange geve / En verlaten dorp en stee: Om

dat zy door den honger groot; daer zaten in grote noot / Moesten zy kapittileren / dat al tot haar spyt minjoot.

8 Tenten en Begasie / verlieten zy al den bras: veel Kanon en de voerasie bomme mortier en Karkas: men kreeg daer terstont veel buyt / van Snaphaen Kogels en Kruyt / Wilt nu God de Eere geven dat hy ons vyande stuyt.

9. Singt dit Lied tot Glorie / dat God

met ons op die tyd heeft gegeven / de victorie

Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756

(3)

/ Ik hoop God zal de vreede geven dat hy ons vyande stuyt. W.v. Geldof.

Een Dronkaarts Lied.

Stem: Als 't begint.

IK kwam lest over de mart gegaen / Daer von ik een Dronkaert staen:

Heel verslaegen al door de dronk;

Het schijnt ofme geen Heilige meer vont / In depous en is niet hier /

En hy is Gedesertteert / Want nogtans de dronke mans / Worde in 't minst geeft tee meer.

Kom ik dan wederom dronke tuys / Ik heb verteert zo munt als kruys:

Heel verslaage door de min / Mijn wijf liep als een Duyfellin;

Dan zeit zy jou Schelm jou dief jou hont En jou vielt jon Vage bont /

Ik wenste wel dat jou vel / Op een Rat genagelt stont.

Vorders stont mijn dat booze wijf / Haar nagels tweepaar vijf /

En siet mijn gezwint en rad:

Puur als jan zijn ouwe kat;

Of ik schreeuw of ik tier / En zy Brult gelyck een Stier / Met geschrey is dat niet een:

Vreugt voor mijn.

(4)

2

Het beklag der Dronkaars, over het opslaan van alle gebrande watere.

Stem: Zo den Sanger zingt.

GEen Waerdin wil mijn meer borge / Kaelle Ionker zonder goet / Nu leef ik in groote zorgen:

Daer is geen waert die mijn meer groet Het is al by de Waerdin gebleeven / In het bloeje lief van mijn tijt /

Nu ben ik ouwt en ik moeter gaen swerven Ik bender mijn Geltje en mijn goetje quit.

Het was strak Monsjeur kom binne Wel wat is dat u mankeert /

Strack praete zy van het zoete spel der min Maar sie nou alles is verteert /

Zy wiste mijn zo wel te onthaale:

Met een Glasie Spaense wijn nu ben ik out En ik moeter gaan dwalen /

Niemant wilder meer by mijn zijn.

Waar zijn nouw al mijn Tafel vrinde Daer ik voor deeze by was geeert / Nu is 'er niemant meer te vinde:

Dat gaet nou alles met mijn verkeert / Zy wiste mijn zoo wel te vermaeke / Zo lang as ik mijn Geldje had;

Maer het is verkeert het zijn andere zaeke Zy schoppen mijn met een voet vuur gat.

Het was strak myn Liefe konfrater / wel waer gayje za na toe heb je niet geweest een wyn verlaeter / Benje het leven nog zo niet moe: Siet myn ellebogen kome deur myn mouwe / en myn haer komt deur myn hoet Van droefheyd kan ik myn zelfers niet onthouwen / Ziet reys wat het Keelgat doet.

Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756

(5)

Op een aangename Voys.

HAju dan Schoonste fier / der Heemel reyze dier:

Ons minnen ende aangename lust;

Zoo dier ontmier bewust / Wert ziebalt en dee.

Waar blyft de Liefde tyd / die vorege Vrindelyckheyd:

die vroege stonde waer blyft dandis dan das En ik weet nog wel waets /

Sy zyn verslonde.

Dat blad het Ziegon gewant / Geluck en 't onbestant /

Haer myn betroven / Geluk is tynmael hen Of ick schun niet by dier bien /

Hab ik toeg toeg tee hoten.

Daarom zeg nouw wat stoewilt / een Zarttes weyfje beelt kan wel beveellen / Ik grade Leeridem /

En kunt Tien om gerel;

Myn hert wel streellen.

ô Ondertusse zo leebe wol / wyl ik van u schyde zol / Gedenck tog myner

Ick leef in de hofning stiel / En zegge noe zo veel:

Gedenck tog myner.

E Y N D E .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zou ik van myn twintig jaaren, Zitten in 't kinder geschrei, En voor vrouw en kinders sparen, Neen viva de Libertyd,3. 'k wil met plaisieren, eerst nog wat zwiere En myn hart

Naar de Kolonies heen, Wy gaan vol moed van wal, En als men weer komen zal, Zyn onze Schepen weer ryk gelaan.. Gaan wy, het zal

6 Ik was eerst van zints na kooy te gaan Maar ik kreeg nog trek om eens te rooken, Zaa Jonge geeft myn de pyp eens aan, Myn Heer die heb ik zoo gebrooken, Dogt ik het niet jou

Naar de Kolonies heen, Wy gaan vol moed van wal, En als men weer komen zal, Zyn onze Schepen weer ryk gelaan.. Gaan wy, het zal

Een jongman praat veel wonder zoet, Maar het is zomtyds daarom, Dat hy dan eerst zyn listval doet, En plukt de maagdeblom,. Want dat de maagd er na beklaagd, Men vint er hier als

Want daar is geen troost meer over, Daar de liefde driftig vaart, 't Is een leeven zonder leeven, 't Is gestadig sterven pyn, Als twee herten zaamen kleeven, Moet het schyden

Want ik heb van Jantje Paf geproevd Soete lieve Meid die laat haar kussen Van bombe latie Peeperkoek3. Van bombe latie

Waar is wel de plek op aard, Zelfs in de duistere hoeken, Waar ik om u niet zoude zoeken, offer steeds voor u mijn bloed, Het zij in voor- of tegenspoed.. Verlaten in het aardsche