• No results found

Vraag nr. 266 van 9 augustus 1996 van de heer MICHEL DOOMST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 266 van 9 augustus 1996 van de heer MICHEL DOOMST"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 266 van 9 augustus 1996

van de heer MICHEL DOOMST

Stichting Kerkelijk Patrimonium – Stand van zaken Het kerkelijk patrimonium wordt een heel grote zorg voor vele gemeentebesturen in Vlaanderen. De kosten voor het onderhoud bezwaren de begrotingen van heel veel gemeentebesturen en kerkfabrieken. Daarom pro-beert men op verscheidene plaatsen te komen tot ratio-neler gebruik en zingeving voor diverse leegstaande gebouwen. De vrees is niet onterecht dat hierdoor bestemmingen worden toebedeeld aan gebouwen die uiteindelijk toch een heel ander karakter uitstralen. Op het Vlaamse ministerie van Cultuur wordt beves-tigd dat, inzake de subsidiëring van geplande renova-ties, de overheid niet kan voldoen aan de vraag om financiële steun. Wij vernemen evenwel dat de minister een stichting in het leven wil roepen die over het kerke-lijk roerend en onroerend patrimonium wil waken. 1. Hoever staat het met de oprichting van een

Stich-ting Kerkelijk Patrimonium ?

2. Hoe zal de samenstelling van een dergelijke stich-ting vorm krijgen ?

3. In hoeverre worden de gemeenten bij de stichting betrokken ?

4. Is er op dit ogenblik een inventaris beschikbaar van betwistbaar gebruik van gebouwen ?

Antwoord

De zorg om het kerkelijk patrimonium is een belangrijk aandachtspunt in mijn beleid. Niet enkel vanuit cul-tuurhistorisch, maatschappelijk of monumentaal oog-punt, maar ook omwille van de betekenis die het kerke-lijk patrimonium binnen de hedendaagse samenleving kan spelen, onder meer voor de culturele dynamiek en de herwaardering van onze leefomgeving. Het beheer en de bestemming van kerkelijke of religieuze gebou-wen en sites is een zorg voor de komende decennia waarop vandaag een antwoord moet worden gezocht. En ook de inventarisatie, de conservatie en de ontslui-ting van de roerende kerkelijke collecties moet sterker en museaal worden gecoördineerd.

Rekening houdend met dit gegeven zijn er vanuit ker-kelijke instanties inderdaad plannen om een VZW op te richten die de inventarisatie, het behoud, het beheer en de ontsluiting van het kerkelijk erfgoed zou begelei-den en coördineren.

Wellicht wordt geopteerd voor een vereniging met ver-scheidene partners. De samenstelling en de mogelijke betrokkenheid van verscheidene instanties is nog in onderzoek. Uiteraard zullen de gemeenten een bevoor-rechte partner zijn wanneer concrete initiatieven naar het kerkelijk patrimonium binnen de gemeente worden uitgewerkt.

M.b.t. de laatste vraag kan ik meedelen dat er momen-teel geen inventaris beschikbaar is van betwistbaar gebruik van gebouwen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de bij het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 1995 betreffende de mededeling van de vaste benoeming aan het departement Onderwijs vast- gestelde werkwijze niet

Luidens artikel 10, § 8 van het besluit van de Vlaamse regering (BVR) van 13 september 1989 betreffende de organisatie, de coördinatie en de financiering van de

Onderwijzend personeel – Betaald educatief verlof Artikel 108, § 3 van de herstelwet van 22 januari 1995 houdende sociale bepalingen, stelt dat de afdeling 6 "Toekenning

Blijkbaar hebben de projecten betrekking op fundamenteel onderzoek of industriële projecten inzake TV- of radioprogramma's op verzoek, telewer- ken, eductainment,

In antwoord op zijn vraag vindt de Vlaamse volksverte- genwoordiger hierbij een schematisch overzicht van de lopende terbeschikkingstellingen wegens bijzondere opdracht en

Zijn er buiten deze personeelsleden, nog perso- neelsleden bij koepels van inrichtende machten werkzaam waarvan de loonlast ten laste valt van de Vlaamse Gemeenschap?. Zo

de implicaties van dit systeem voor de gemeen- ten, heb ik enkel kunnen vaststellen dat de federale overheid duidelijk de nodige (financiële) inspanningen verwacht van de

Waar de Vlaamse volksvertegenwoordiger als een gebrek van het systeem het gebrek aan motivatie van de jongere poneert, ben ik van mening dat de verplichte integratiecontracten