• No results found

Vraag nr. 194 van 16 mei 2003 van mevrouw INGRID VAN KESSEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 194 van 16 mei 2003 van mevrouw INGRID VAN KESSEL"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 194 van 16 mei 2003

van mevrouw INGRID VAN KESSEL Baarmoederhalskanker – Preventiebeleid

Ik verneem dat ons land Europese subsidies in het kader van preventief onderzoek naar baarmoeder-halskanker dreigt mis te lopen wegens een gebrek aan organisatie en samenwerking tussen de federa-le overheid en de gemeenschappen. Het betreft fi-nanciële steun die het "Programma Europa Te g e n Kanker" aan elke EU-lidstaat geeft ter ondersteu-ning van de kwaliteit van baarmoederhalskanker-s c r e e n i n g, en deze beloopt 155.000 euro voor 2002 en 159.000 euro voor 2003. Eén van de voorwaar-den is evenwel een equivalente bijdrage door de lidstaat zelf.

Het uitblijven van reacties vanuit de overheid brengt het onderzoek van het Wetenschappelijk In-stituut Volksgezondheid (WIV) in het gedrang. H e t WIV werkt sinds 1994 aan de uitbouw van een pro-gramma voor baarmoederhalskankerscreening in B e l g i ë , dat zich in hoofdzaak richt tot vrouwen van 25 tot 64 jaar.

Vandaag stellen we vast dat er, na bijna tien jaar van voorbereidend werk, nog steeds geen duidelij-ke timing werd vastgesteld door de bevoegde over-heden voor zo'n screeningsprogramma. Meer nog, de opgebouwde expertise van het WIV dreigt ver-loren te gaan indien op korte termijn geen nieuwe impulsen worden gegeven voor de baarmoeder-h a l s k a n k e r s c r e e n i n g, en dan baarmoeder-heb ik baarmoeder-het niet alleen over financiële impulsen, maar ook over beleidsim-p u l s e n . Herhaaldelijk is dit de afgelobeleidsim-pen jaren aan-gekaart door collega-p a r l e m e n t s l e d e n . En telkens werd de lopende borstkankerscreening naar voren geschoven als een van de redenen om nog even te wachten met de baarmoederhalskankerscreening. Recentelijk werd dit door federaal minister Jef Ta-vernier herhaald naar aanleiding van een debat in de Senaat ; een streefdatum voor een grote cam-pagne over baarmoederhalskanker zou op zijn vroegst 2004 zijn. Er werd overigens gewezen op het feit dat het WIV zijn eigen portefeuille kan aanspreken om de Europese subsidies aan te vul-len.

Nochtans zou de huidige versnippering van de screening naar baarmoederhalskanker in V l a a n d e-ren jaarlijks meer dan honderd vrouwen het leven k o s t e n . De screening van borstkanker wordt wel gecoördineerd door de Vlaamse Gemeenschap, maar inzake baarmoederhalskanker kregen de pro-vincies een preventiebevoegdheid toegewezen. A

l-leen de provincie Limburg zou nogal goed preste-r e n . Recente cijfepreste-rs van de Limbupreste-rgse Kankepreste-rstich- Kankerstich-ting tonen aan dat de participatiegraad en de scree-n i scree-n g s r e s u l t a t e scree-n , escree-n bijgevolg de iscree-ncidescree-ntie vascree-n b a a r m o e d e r h a l s k a n k e r, verschillend zijn naarge-lang de gemeente waarin men woont.

1. Welk overleg heeft over de problematiek van de baarmoederhalskankerscreening plaatsgehad het voorbije jaar ?

Zijn er al tastbare resultaten en een concrete planning ?

2. Werden reeds onderhandelingen gevoerd met de federale overheid in het kader van screening-terugbetalingsnummers en diagnostische scree-ningsnummers ?

Hetzelfde geldt voor de financiering en terug-betaling van verschillende prestaties door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsver-zekering (Riziv) ?

Antwoord

(Het antwoord werd verstrekt door de opvolger van mevrouw Mieke Vogels : mevrouw Adelheid Bytte -b i e r, Vlaams minister van We l z i j n , G e zondheid en Gelijke Kansen – red.)

1. Het afgelopen jaar heeft geen overleg plaatsge-had tussen de verschillende overheden bevoegd voor het gezondheidsbeleid aangaande de baar-m o e d e r h a l s k a n k e r s c r e e n i n g. De prioriteit is in-derdaad gegaan naar de borstkankeropsporing. Binnen de gemengde werkgroep federaal-ge-meenschappen die werd opgericht ter uitvoe-ring van het protocol betreffende de borstkan-k e r o p s p o r i n g, werd door mijn administratie twee jaar geleden wel het voorstel aangekaart om op dezelfde wijze een reflectie te starten om van een opportunistische screening te evolueren naar een meer georganiseerde screening inzake b a a r m o e d e r h a l s k a n k e r o p s p o r i n g, maar op dit voorstel werd niet ingegaan door de ander par-tijen.

(2)

Ge-meenschap de provincies hiervoor door middel van convenants.

De bedoeling is om door gynaecologen en huis-artsen de uitstrijkjes te laten uitvoeren bij vrou-wen uit de doelgroep tussen 25 en 64 jaar, m e t een screeningsinterval van drie jaar. De Euro-pese aanbeveling terzake heeft het over een screeningsfrequentie tussen de drie en vijf jaar. De realiteit van de in de praktijk gangbare op-portunistische screening is echter enigszins an-d e r s. De enige manier om an-dit te verhelpen, is an-de herziening van de financiering van deze presta-ties op Riziv-niveau.

Uitstrijkjes met een screeningsinterval van drie jaar bij vrouwen uit de doelgroep zouden een voor de vrouw veel interessanter terugbetaling of zelfs gratis onderzoek moeten kunnen impli-c e r e n . Ook de finanimpli-ciering van de artsen of de laboratoria die de testen uitvoeren, moet een "good medical practice" aanmoedigen en een verkeerd gebruik van de middelen ontraden. Anderzijds hoeven uitstrijkjes met een normaal resultaat niet te worden herhaald binnen de pe-riode van drie jaar, op voorwaarde dat de afna-me en de lezing op een kwaliteitsvolle manier g e b e u r e n . Klinisch geïndexeerde uitstrijkjes of follow-upuitstrijkjes dienen een aparte terug-betaling te krijgen en vallen buiten dit bestek. Volgens experts gebeuren er in België overigens ook te veel colposcopies (één per drie uitstrijk-jes).

Om de kwaliteit van de screening te verbeteren, zouden in de toekomst de uitstrijkjes gelezen kunnen worden in cytologische laboratoria die een erkenning krijgen van de Vlaamse Gemeen-schap indien zij aan bepaalde kwaliteitsvoor-waarden voldoen, namelijk :

1) toepassing van een eenvormige manier van protocollering en codering van uitstrijkjes (het WUCC-protocol van de Working Party for the Uniformisation of Cervical Cytology) ; 2) systematisch een dubbele screening uitvoe-ren bij uitstrijkjes van vrouwen met een gy-naecologische voorgeschiedenis (targeted re-view) ;

3) bereidheid tot medewerking aan kosten-ba-tenanalyse inzake rapid review (methode om aan interne kwaliteitscontrole te doen) van alle preparaten ;

4) gegevenstransmissie naar huisartsen, g y n a e-cologen en screeningscentra volgens een door de Vlaamse overheid bepaald model, met inachtname van de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van de medische deontologie ;

5) bereidheid tot zelfevaluatie, tot evaluatie van de uitvoerders (huisartsen en gynaecologen) na aanpassing van de Riziv-nomenclatuur en tot evaluatie door peers en overheid.

Momenteel gebeurt het protocolleren en code-ren van de uitstrijkjes in Vlaandecode-ren in meer dan 100 laboratoria voor anatomopathologie of klinische biologie zonder verplichte kwaliteits-c o n t r o l e. Uit rekwaliteits-cent kwaliteits-cijfermateriaal van de pro-vincie Antwerpen blijkt dat een kwart van de uitstrijkjes van suboptimale of slechte kwaliteit is.

Experts zijn het nog niet eens over de juiste plaats in het screeningsgebeuren van tests ter opsporing van het HPV-virus (humaan papil-lomavirus) ter aanvulling van het uitstrijkje. D e huidige HPV-tests zijn gevoeliger dan het uit-strijkje (ongeveer 90 %) en dringen het aantal vals-negatieven dus terug. Anderzijds slaagt de H P V-test er niet in om een tijdelijke van een blijvende (en gevaarlijke) infectie te onder-s c h e i d e n , wat dan weer aanleiding kan geven tot te veel vals-positieven, zeker bij de jongere v r o u w e n . Een effectief vaccin tegen HPV zal waarschijnlijk nog tien jaar op zich laten wach-t e n . Hewach-t is niewach-t uiwach-tgeslowach-ten dawach-t op langere wach- ter-mijn een primair preventieve aanpak door mid-del van vaccinatie van de doelgroep kostenef-fectiever zal blijken dan de screening.

Het probleem dat ten gronde rijst, is dat de ge-meenschappen onvoldoende hefbomen hebben om het proces van de screening naar baarmoe-derhalskanker te sturen, zolang de modaliteiten van de terugbetaling eenzijdig door het Riziv en de federale instanties kunnen worden bepaald. Een mogelijke oplossing bestaat erin de preven-tiebudgetten die momenteel door het Riziv worden beheerd, te transfereren naar de ge-m e e n s c h a p p e n , die ten volle bevoegd zijn voor preventieve gezondheidszorg.

2. Er werden geen onderhandelingen gevoerd over deze zaken met het Riziv.

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens de besprekingen in de Commissie voor We l z i j n , Volksgezondheid en Gelijke Kansen van de begroting van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met

Deze sector (bedrijfspsychologische) is de laatste jaren fel geëvolueerd en ik neem aan dat er een soort van interne regulering geweest is, onder meer door het aannemen van

Het decreet van 25 februari 1997 betreffende de in- tegrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzienin- gen bepaalt dat elke verzorgingsvoorziening, w a a r- toe ook de huidige

OBC : observatie- en behandelingscentrum 3. Er zijn echter grote verschillen. D i t zowel tussen de provincies als binnen eenzelfde provincie naargelang het soort MDT... De eerste

Uit de cijfers voor Bel- gië blijkt dat in 2000 30 % van de actieve bevol- king stressklachten rapporteert, een gevoelige verslechtering ten opzichte van 1995 (23 % wer- kenden

De Vlaamse regering maakte voor dit onthaalonderwijs de afgelopen begrotingsja- ren steeds meer middelen vrij, zodat alle scho- len met anderstalige nieuwkomers deze extra

Volle melk is een must voor kinderen onder de vier jaar, omdat ze relatief meer vetten nodig hebben.. Op latere leeftijd is het beter om halfvolle melk te drinken en ma- gere kaas

In de enquête werd ook gevraagd naar het rookgedrag tijdens de voorbije week in aanwe- zigheid van het kind, thuis of op plaatsen waar het kind geregeld komt : 7,5% van de