• No results found

Vraag nr.40 van 1 december 1999 van mevrouw INGRID VAN KESSEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.40 van 1 december 1999 van mevrouw INGRID VAN KESSEL"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 40

van 1 december 1999

van mevrouw INGRID VAN KESSEL

Niet-dringend ziekenvervoer – Erkenningsnormen Een recent bericht in de Artsenkrant van 29 okto-ber 1999 met als titel "Dringende medische hulp en ziekenvervoer lopen in het 100" brengt de proble-matiek op de voorgrond van de normen waaraan de diensten voor niet-dringend liggend ziekenver-voer moeten voldoen om te worden erkend.

Deze reglementering werd vastgelegd bij konink-lijk besluit van 29 april 1999 van de toenmalige mi-nister van Volksgezondheid Marcel Colla (Belgisch Staatsblad van 13 augustus 1999). Dit besluit voer-de als wettelijke grondslag artikel 44 van voer-de wet op de ziekenhuizen aan, gecoördineerd op 7 augustus 1 9 8 7 , dat aan de Koning de bevoegdheid geeft om de regeling inzake medische apparatuur geheel of gedeeltelijk uit te breiden tot de medische diensten en medisch-technische diensten, ongeacht of deze in ziekenhuisverband zijn opgericht. De Ko n i n g kan tevens de normen bepalen waaraan de dien-sten moeten beantwoorden om als medische dienst en medisch-technische dienst te worden erkend. Hiermee ging de federale minister echter zijn be-voegdheid te buiten. Het advies van de Raad van State is duidelijk: de federale regering is onbe-voegd.

De toenmalige minister van Volksgezondheid zette nochtans door. De impasse waartoe dit heeft ge-l e i d , is inmiddege-ls voge-ldoende bekend : vanuit de sec-tor werden verzoeken tot schorsing en nietigver-klaring van het koninklijk besluit ingediend en de geplande termijn waarop de nieuwe normering van kracht zou worden, is inmiddels overschreden. Ik verneem dat de huidige minister van Vo l k s g e-zondheid Magda Aelvoet de procedure wil op-schorten en op basis van overleg met de gemeen-schappen tot een akkoord wil komen.

1. Welke concrete stappen werden inmiddels gezet vanuit de Vlaamse regering om terzake zelf re-gelgevend op te treden indien noodzakelijk ? 2. Welk standpunt neemt de minister in ten

aan-zien van de federale minister van Vo l k s g e z o n d-heid ?

3. Heeft de opschorting van de procedure concre-te gevolgen voor de diensconcre-ten die vandaag het n i e t-dringend ziekenvervoer in Vlaanderen ver-zorgen ?

Antwoord

1. De noodzaak van een reglementering "niet-dringend liggend vervoer" werd door de V l a a m-se Gemeenschap nog niet onderzocht.

In het licht van de federale initiatieven terzake is het wel aangewezen een standpunt daarom-trent in te nemen.

2. De Vlaamse Gemeenschap heeft een beroep tot nietigverklaring en een vordering tot schorsing ingediend bij de Raad van State van het konink-lijk besluit van 29 april 1999 tot bepaling van een organieke regeling en normen waaraan de diensten voor niet-dringend, liggend ziekenver-voer moeten voldoen om erkend te worden als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artkel 44 van de wet op de ziekenhuizen, g e c o ö r d i-neerd op 7 augustus 1987 (Belgisch Staatsblad van 13 augustus 1999), en tegen het wijzigings-besluit van 22 oktober 1999 (BS van 23 novem-ber 1999).

3. De overgangsbepalingen (artikelen 16 tot en met 18) van het KB traden, normaal gezien, i n werking op 1 november 1999. Van dan af aan moesten ambulanciers en ziekenwagens aan een aantal voorwaarden voldoen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarom werd in september 1998 op ini- tiatief van het project "Allochtoon ondernemen Antwerpen" in het Centrum voor Middenstands- opleiding Antwerpen een project opgestart

Nadat de definitieve beslissing inzake de plan- ningsvergunningen voor het zorgprogramma re- productieve geneeskunde B genomen is, z a l mijn administratie starten met

Daarnaast moet ermee rekening worden gehouden dat er van de zijde van de overheid meerdere part- ners in het spel zijn, met elk een verschillende dy- namiek betreffende de evolutie

Bij een wederverkoop van een woning waarvan de verkoopakte werd verleden na november 1993 is de schadevergoeding bepaald op 20 % van de oorspronkelijke verkoopprijs, met

Bij de latere heraanleg van de andere centrumstra- ten is geopteerd voor de mozaïekbestrating, d i e comfortabeler is voor de fietsers. Waar nodig wor- den verzakkingen in

De door dit instituut uitgereikte stu- diebewijzen zijn niet erkend door het departe- ment Onderwijs, dat enkel de studiegetuig- schriften uitgereikt door de centra voor

In de Vlaamse begroting 1998 werd een bedrag van 42 miljoen ingeschreven voor de uitvoering van een veilig fietspad tussen het kruispunt Fabiola en het kruispunt Lostraat..

Overeenkomstig het besluit van de Vlaamse rege- ring houdende de voorwaarden, procedure en duur van de erkenning van levensbeschouwelijke vereni- gingen voor het verzorgen van