• No results found

Vraag nr. 41 van 1 december 1999 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 41 van 1 december 1999 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 41

van 1 december 1999

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN We l z i j n s- en gezondheidssector – Loonharmonise-ring

Op 19 november 1998 werd binnen de Sectoriële Commissie We l z i j n s- en Gezondheidszorg (SERV ) een tussentijdse rapportering gegeven over de in-tersectoriële loonsvergelijking. De welzijns- en ge-zondheidszorg omvat immers een ruim gamma aan d i e n s t e n , waarin veel personen met een uiteenlo-pende kwalificatie tewerkgesteld zijn.

De gehandicaptenzorg, de bijzondere jeugdbij-s t a n d , de autonome centra voor algemeen welzijnjeugdbij-s- welzijns-werk en de centra integrale gezinszorg (CIG) en de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG) hebben de hoogste (eind)barema's, g e v o l g d door de ziekenhuizen en de autonome revalidatie-c e n t r a . Deze laatste hebben vooral hoge beginba-r e m a ' s. De diensten voobeginba-r gezins- en bejaabeginba-rdenhulp, de thuisverzorging en de rustoorden hebben ge-middeld de laagste barema's, met nog een groot verschil tussen de hoger gekwalificeerden en de laagst gekwalificeerden. Kind en Gezin, de dien-sten voor teleonthaal en de geïntegreerde centra voor algemeen welzijnswerk, het medisch school-toezicht (MST) en de centra voor geestelijke ge-zondheidszorg (CGG) hebben de laagste barema's. Naast de loonbarema's spelen nog vergoedingen zoals haard- en standplaatsvergoeding, e i n d e j a a r s-p r e m i e, v a k a n t i e g e l d , s-premies voor onregelmatige p r e s t a t i e s, tegemoetkomingen in woon-w e r k v e r-k e e r, a r b e i d s d u u r, . . . Daarenboven zijn er de ver-schillen tussen openbare diensten en private voor-z i e n i n g e n , en tussen directiefuncties in de verschil-lende voorzieningen.

De Sociaal-Economische Raad van V l a a n d e r e n ( S E RV) deed hierover onderzoek. De resultaten hiervan zijn belangrijk voor de sector, nu men overgaat tot fusies, s a m e n w e r k i n g s a k k o o r d e n , c o n-v e n a n t s, . . . waarbij telkens n-verschillende sectoren betrokken zijn die nadien als evenwaardige part-ners moeten samenwerken.

Heeft de minister, ter opvolging van deze studie, reeds stappen gedaan om :

– de lonen, waar deze uit middelen van de V l a a m-se Gemeenschap komen (enveloppe per voor-z i e n i n g, inbegrepen in dagprijs, ...) te harmoni-seren tussen de sectoren ;

– de vergoedingen voor onregelmatige prestaties, . . . op mekaar af te stemmen ?

Antwoord

Het rapport van de Sectoriële Commissie We l z i j n s-en Gezondheidszorg betreffs-ende de intersectoriële loonvergelijking binnen de welzijns- en gezond-heidssector is mij bekend. Deze studie bevat een beschrijvende vergelijking van een aantal loon- e n arbeidsvoorwaarden in de meeste subsectoren van voornoemde beleidsdomeinen. Ze werpt een licht op de overeenkomsten en verschillen in de verlo-ning en de arbeidsvoorwaarden zoals deze histo-risch gegroeid zijn. Op geen enkele plaats lees ik in dit rapport een oordeel, negatief of positief, b e-treffende deze toestanden, noch worden er voor-stellen tot wijziging geformuleerd.

De bepaling van loon- en arbeidsvoorwaarden is in eerste instantie een zaak tussen de sociale partners. De federale regering en/of de gemeenschapsrege-ringen treden hoofdzakelijk op als subsidiever-strekker.

Dit wil niet zeggen dat de impact van de overheid beperkt is. L o o n- en arbeidsvoorwaarden die een kostprijs inhouden, worden meestal maar in een akkoord tussen de sociale partners vastgesteld in-dien de werkgevers de zekerheid hebben dat de overheid met de noodzakelijke subsidies over de brug komt. In sommige sectoren zijn deze subsidies gedetailleerd in de regelgeving ingeschreven, in an-dere wordt gewerkt met enveloppefinanciering. Daarnaast moet ermee rekening worden gehouden dat er van de zijde van de overheid meerdere part-ners in het spel zijn, met elk een verschillende dy-namiek betreffende de evolutie van de loon- en ar-beidsvoorwaarden van de eigen ambtenaren. A m b-tenaren die soms rechtstreeks betrokken zijn in de dienst- en hulpverlening van deze sectoren.

Enige harmonisering van deze loon- en arbeids-voorwaarden lijkt mij wenselijk.

(2)

maar geleidelijk en over een lange termijn kunnen worden gerealiseerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 12 februari 1999 keurde de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijzi- ging van het koninklijk besluit van 18 januari 1994 houdende de lijst van

– Aan de Hogeschool Antwerpen opteerden 7 deelneemsters voor de richting Toegepaste In- formatica, 7 voor Marketing en eveneens 7 voor Accountancy-Fiscaliteit.. In Gent zijn de

Het standpunt dat ik inneem ten aanzien van het onderwijs in de verpleegkunde, niveau vierde graad voltijds beroepssecundair onderwijs, werd reeds toegelicht naar aanleiding van

De beoordeling van de kwaliteit van het zwem- water gebeurt zoals vermeld door de admini- stratie Gezondheidszorg, het Team Gezond- heidsinspectie en niet door de VMM, die instaat

Er worden geen onderhandelingen gevoerd met de federale administraties over de tegemoetkomingen via het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits- verzekering, noch met

Dit houdt in dat een voor- stel tot bijsturing van de beide partners (lokale besturen en Vlaamse overheid) kan uitgaan. Het geeft een overzicht van de doelstellingen die

Op voorstel van Vlaams minister van Econo- m i e, Ruimtelijke Ordening en Media Dirk Va n M e c h e l e n , zal de Vlaamse regering zich uitspre- ken over het thema dat Vlaanderen

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door mevrouw Mieke Vo g e l s, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en