• No results found

Vraag nr. 132 van 24 maart 1999 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 132 van 24 maart 1999 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 132 van 24 maart 1999

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Arbeidszorg – Experimenten

Tijdens de begrotingsbesprekingen voor Welzijn 1999 werd ingegaan op de discussie rond de ar-beidszorgcentra, als nieuwe vorm van tewerkstel-ling voor personen met verminderde capaciteit. Vanuit het VFSIPH (Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap) werd meegedeeld dat men een experiment zou opzetten om deze centra onder de beschutte werkplaatsen te positioneren, aansluitend bij de populatie van de dagcentra. De personeelsomkadering zou worden gesubsidieerd.

Met het federale niveau zou worden onderhandeld om de tegemoetkoming via het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) te kun-nen behouden voor de werknemers.

1. Werd dit experiment ondertussen opgestart ? Werd hierbij voor een regionale spreiding geop-teerd ?

2. Zijn de afspraken met het federale niveau posi-tief beëindigd ?

Zo ja, behoudt men zijn Riziv-uitkering en eventuele tegemoetkoming van het ministerie van Sociale Zaken of andere kassen ?

Zo neen, in welke richting gaan de afspraken ? Wanneer worden ze gefinaliseerd ?

Antwoord

Betaalde arbeid, zelfs in een beschermde, sociaal georiënteerde omgeving, is voor heel wat mensen met een handicap een onmogelijk in te lossen ver-wachting. De structurele uitsluiting van het ar-beidsproces betekent tegelijk ook de uitsluiting van een aantal functies die het verrichten van ar-beid met zich mee brengt, zoals bijvoorbeeld tijds-structurering, sociale contacten, verder ontwikke-len van vaardigheden, waardering, ...

In een context van een ruimere definiëring van het begrip "arbeid", heb ik in overleg met het VFSIPH in het beleidsplan voor de gehandicaptenzorg 1997-2000 voorzien in "experimenten arbeidszorg" voor personen met een handicap. Deze experimen-ten moeexperimen-ten ons bijkomende informatie opleveren

om op langere termijn een passend antwoord te formuleren op een reële nood en waarvoor geen oplossing mogelijk is via de bestaande arbeids-marktvoorzieningen, noch via de dagcentra voor gehandicapten.

De inspanningen die de overheid doet op vlak van aangepaste arbeidsvormen voor mensen met ar-beidshandicaps, moeten volledig worden aange-wend om ook mensen met geringe kansen op de arbeidsmarkt tewerk te stellen. De specifieke voor-zieningen die voor die opdracht worden gesubsi-dieerd, moeten hun verantwoordelijkheid terzake volledig opnemen.

Er kan daarom, in tegenstelling tot de suggestie in de vraagstelling, geen sprake zijn van de creatie van een nieuwe vorm van beschutte arbeid door het erkennen en subsidiëren van een nieuw circuit van "arbeidszorgcentra".

Er is ook geen sprake van het opzetten van experi-menten om projecten "arbeidszorg" te positione-ren "onder de beschutte werkplaatsen". Het is voor mij evident dat alle personen met een handi-cap die door het Fonds zijn erkend voor bijstand inzake beschut of regulier werk, via de geëigende wegen kansen krijgen op professionele integratie. In die zin moet het concept van "arbeidszorg" zich richten tot gebruikers die in de formele zin "niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt".

Ik zal begin mei een ontwerp van besluit aan de Vlaamse regering voorleggen inzake de goedkeu-ring en subsidiëgoedkeu-ring van experimenten "arbeids-zorg". In antwoord op de concrete vragen kan ik bevestigen dat het mijn bedoeling is, na de beslis-sing van de Vlaamse regering, en na de oproep voor het insturen van projectaanvragen, de proce-dure voor goedkeuring op korte termijn te finalise-ren. Hierbij zal rekening worden gehouden met een evenwichtige geografische spreiding van dit ex-perimentele aanbod.

Er worden geen onderhandelingen gevoerd met de federale administraties over de tegemoetkomingen via het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering, noch met het ministerie van Sociale Voorzorg over de inkomensvervangende tegemoet-koming. Het lijkt mij essentieel dat in deze experi-mentele projectfase, individueel, via systematisch overleg met de bevoegde administraties, de garan-tie wordt geboden dat de gebruikers in regel zijn met alle wettelijke bepalingen die voor hen van toepassing zijn.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het nieuws worden de internationale topprestaties en uitslagen van de belangrijkste landelijke competities (onder andere voetbal eerste en tweede klasse, mannen volley eerste

Op 12 februari 1999 keurde de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijzi- ging van het koninklijk besluit van 18 januari 1994 houdende de lijst van

– Aan de Hogeschool Antwerpen opteerden 7 deelneemsters voor de richting Toegepaste In- formatica, 7 voor Marketing en eveneens 7 voor Accountancy-Fiscaliteit.. In Gent zijn de

Enerzijds dient te worden gesteld dat artikel 8, 4° van het besluit van de Vlaamse regering hou- dende de erkennings- en subsidiëringsvoor- waarden van initiatieven voor

Bij de maatregelen voor het behoud of het her- stel van de vitaliteit van de bossen kan een on- derscheid worden gemaakt tussen brongerichte en effectgerichte maatregelen..

In 1995 konden geen tenten meer ter beschik- king worden gesteld door het Belgisch leger, daar het materiaal diende voor de verschillende missies in VN-verband

Ik ben ervan overtuigd dat deze vormen van grens- overschrijdende samenwerking finaal structureel moeten worden georganiseerd, maar dat in een eerste fase projecten moeten kunnen

Bij besluit van 16 mei 1995 heeft de Vlaamse rege- ring bepaalt dat het toezicht in deze aangelegen- heid zal worden uitgeoefend door de hiertoe door de minister aangewezen