• No results found

Vraag nr. 171 van 24 maart 1999 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 171 van 24 maart 1999 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 171 van 24 maart 1999

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Weerwerkgesco's buitenschoolse kinderopvang – STC-advies

De subregionale tewerkstellingscomités (STC) for-muleren een advies wanneer de administratie Werkgelegenheid Weerwerkers wil toekennen aan projecten voor buitenschoolse kinderopvang (BKO). Ook voor het FCUD (Fonds voor Collec-tieve Uitrustingen en Diensten) formuleren STC's adviezen. Als regionale centra kennen zij immers zowel de noden van werknemers en werkgevers uit de streek die deze opvang nodig hebben, als de profielen van werkzoekenden die mogelijk kunnen worden tewerkgesteld in de sector.

1. Op welke administratieve en inhoudelijke ver-eisten zijn deze adviezen gebaseerd ?

2. Wordt door de STC's ook met het advies van Kind en Gezin rekening gehouden bij het toe-kennen van de weerwerkers ?

3. Vinden STC's het verantwoord, in het kader van het tewerkstellingsbeleid, de Weerwerkkan-didaten die afstuderen uit richtingen als verzor-ging, sociaal-technische, ... eerst te verplichten een jaar werkloos te zijn en vervolgens een op-leiding te laten volgen van een lager niveau, vooraleer aan het werk te kunnen ?

Antwoord

1. Aan elke STC in wiens ambtsgebied de plaats van tewerkstelling van de BKO-gesco's is gele-gen (gesubsidieerde contractuelen), wordt ge-vraagd binnen dertig dagen een gemotiveerd advies ten aanzien van de minister uit te bren-gen.

Dit advies heeft inzonderheid betrekking op het belang van het project in het kader van de re-gionale tewerkstellingspolitiek, op de waarbor-gen inzake een goede voltooiing van de geplan-de werkzaamhegeplan-den, op het eventueel samenval-len of de eventuele concurrentie van werkzaam-heden met andere regionale initiatieven en met de commerciële sector, op de complementariteit ten aanzien van andere herinschakelingsinitia-tieven, op het begeleidingsplan en op de verte-genwoordiging op subregionaal niveau van de specifieke doelgroepen.

2. Op het ogenblik van zijn advies beschikt de STC formeel niet over het advies van Kind en

Gezin.

De elementen waarover een advies dient te worden uitgebracht, zijn trouwens niet identiek. Kind en Gezin brengt een advies uit over aspec-ten die louter betrekking hebben op het op-vanginitiatief zelf : voldoet het initiatief aan de voorwaarden van het kwaliteitscharter, aan de vereisten inzake infrastructuur, veiligheid en ge-zondheid en begeleiding, wordt een ouderbij-drage gevraagd in overeenstemming met de re-gelgeving, past het initiatief in de bevindingen van het lokaal overleg, ...

Zoals vermeld in punt 1 betreft het advies van de STC, naast de waarborgen inzake de goede voltooiing van de geplande werkzaamheden, veeleer tewerkstellingsaspecten.

`3. Enerzijds dient te worden gesteld dat artikel 8, 4° van het besluit van de Vlaamse regering hou-dende de erkennings- en subsidiëringsvoor-waarden van initiatieven voor buitenschoolse opvang, bepaalt dat een begeleider tewerkge-steld in een initiatief voor buitenschoolse op-vang moet beschikken over een attest "begelei-der buitenschoolse opvang" behaald na het vol-gen van een door Kind en Gezin erkende oplei-ding. De problematiek van de opleidingen wordt op dit ogenblik onderzocht.

Anderzijds ontstonden de BKO-projecten van-uit de vaststelling dat via deze projecten aan twee maatschappelijke behoeften kon worden tegemoetgekomen : langs de ene kant de be-hoefte aan kwaliteitsvolle opvang voor kinderen buiten de normale schooluren in een niet-schoolse sfeer, langs de andere kant het creëren van arbeidsplaatsen voor langdurig laagge-schoolde vrouwen.

Deze initiatieven startten op experimentele basis vanuit Tewerkstelling en kenden een groot succes : in het kader van de BKO-projecten be-droeg de gemiddelde tewerkstelling in 1998 bijna 1.100 personen. Buitenschoolse kinderop-vang kreeg dan ook een eigen regelgeving, waarbij de erkenning van de initiatieven werd toegewezen aan Kind en Gezin.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het nieuws worden de internationale topprestaties en uitslagen van de belangrijkste landelijke competities (onder andere voetbal eerste en tweede klasse, mannen volley eerste

Op 12 februari 1999 keurde de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijzi- ging van het koninklijk besluit van 18 januari 1994 houdende de lijst van

– Aan de Hogeschool Antwerpen opteerden 7 deelneemsters voor de richting Toegepaste In- formatica, 7 voor Marketing en eveneens 7 voor Accountancy-Fiscaliteit.. In Gent zijn de

Bij de maatregelen voor het behoud of het her- stel van de vitaliteit van de bossen kan een on- derscheid worden gemaakt tussen brongerichte en effectgerichte maatregelen..

Er worden geen onderhandelingen gevoerd met de federale administraties over de tegemoetkomingen via het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits- verzekering, noch met

In 1995 konden geen tenten meer ter beschik- king worden gesteld door het Belgisch leger, daar het materiaal diende voor de verschillende missies in VN-verband

Ik ben ervan overtuigd dat deze vormen van grens- overschrijdende samenwerking finaal structureel moeten worden georganiseerd, maar dat in een eerste fase projecten moeten kunnen

Bij besluit van 16 mei 1995 heeft de Vlaamse rege- ring bepaalt dat het toezicht in deze aangelegen- heid zal worden uitgeoefend door de hiertoe door de minister aangewezen