• No results found

Vraag nr. 149 van 26 maart 1999 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 149 van 26 maart 1999 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 149 van 26 maart 1999

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Grensoverschrijdende welzijnswerking – Proble-men

Tijdens de begrotingsbesprekingen met betrekking tot Welzijn in november 1998, werd in de bevoegde commissie verwezen naar de grensoverschrijdende samenwerking terzake. Op mijn vraag over proble-men op gebied van tewerkstelling, diploma-erken-ning, zorg, bevestigde de minister dat er hier nog heel wat schort. Hij beloofde een overzicht te maken van de problemen.

1. Welke problemen zijn er op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking in de wel-zijnssector vastgesteld ?

2. Zijn er speciale cellen voor de samenwerking met Nederland en Wallonië ? Zo ja, ervaren zij specifieke problemen op dat gebied ?

Antwoord

In verschillende domeinen van Welzijn, specifiek de bijzondere jeugdbijstand, de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg, zijn acties opgestart met het oog op de grensoverschrijdende samenwerking. Concreet is dit :

– voor de bijzondere jeugdbijstand : de samen-werking met de Zuid-Nederlandse provincies op het vlak van preventie (het aanmaken van een preventiedatabank en het opzetten van ini-tiatieven rond preventie in de jeugdhulpverle-ning) ;

– de samenwerking met residentiële instellingen rond uitwisseling van jongeren en personeel voor uitvoering van gemeenschappelijke opvoe-dingsprojecten (dit is het geval voor de instel-ling P. Simenon in Lommel) ;

– voor de gehandicaptenzorg : actieve werkgroe-pen inzake inspectie, voorzieningen en preven-tie met de Zuid-Nederlandse provinciën ; – voor ouderenzorg is er een gemengde

Vlaams-Nederlandse werkgroep geweest rond zorgvoor-zieningen, maar deze is momenteel opgeheven. Maar wat de grensoverschrijdende samenwerking met Nederland betreft, kan worden vermeld dat op diverse terreinen initiatieven lopen.

Knelpunten zijn :

– er is eerst sprake van een samenwerking op het niveau van de regio's ;

– deze samenwerkingen kunnen nog niet terug-vallen op concrete invulling in het officiële ver-slag ;

– samenwerking wordt bemoeilijkt door gemis aan concrete werkingsbudgetten. Zo bijvoor-beeld is de samenwerking van P. Simeon met een Nederlandse voorziening gebaseerd op het werken met de reguliere middelen en zijn er geen stimulansen om zulke projecten effectief te ondersteunen.

Naast de problematiek van de samenwerking, moet ook de plaatsing van jongeren en gehandicapten in buitenlandse voorzieningen worden bekeken. Voor de gehandicaptenzorg is dit onder meer gere-geld door het koninklijk besluit (KB) van 1 okto-ber 1970, gewijzigd door het KB van 24 januari 1975 en verduidelijkt via omzendbrief 63 van 27 maart 1996.

Zowel van jeugdbijstand als van gehandicapten-zorg zijn momenteel geen plaatsen gefinancierd in Nederland.

De financiering van plaatsingen in Wallonië of voor potentiële Waalse welzijnsgebruikers van Vlaamse voorzieningen, loopt bijzonder moeilijk, mede door het toepassingsgebied van de onder-scheiden decreten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Welke steun werd door de minister, vanuit zijn bevoegdheid voor Economie en Landbouw, ge- geven aan welke bedrijven gelegen in de Lim- burgse mijngemeenten..

Op 12 februari 1999 keurde de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijzi- ging van het koninklijk besluit van 18 januari 1994 houdende de lijst van

– Aan de Hogeschool Antwerpen opteerden 7 deelneemsters voor de richting Toegepaste In- formatica, 7 voor Marketing en eveneens 7 voor Accountancy-Fiscaliteit.. In Gent zijn de

Er worden geen onderhandelingen gevoerd met de federale administraties over de tegemoetkomingen via het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits- verzekering, noch met

In 1995 konden geen tenten meer ter beschik- king worden gesteld door het Belgisch leger, daar het materiaal diende voor de verschillende missies in VN-verband

Bij besluit van 16 mei 1995 heeft de Vlaamse rege- ring bepaalt dat het toezicht in deze aangelegen- heid zal worden uitgeoefend door de hiertoe door de minister aangewezen

De werkgevers zullen actief worden gestimu- leerd om de jongeren, in het kader van de indi- viduele beroepsopleiding, te laten begeleiden door oudere werknemers in het bedrijf.

De suggestie van de Vlaamse volksvertegenwoor- diger om specifieke prijzen te geven aan bedrijven die extra inspanningen leveren voor deze doelgroe- p e n , vormt een