Vraag nr. 123 van 19 maart 1999
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN
Decreet kunstwerken in openbare gebouwen – Evaluatie
Bij de opvolging van de concrete uitvoering van het decreet kunstwerken in openbare gebouwen valt het op dat de welzijns- en gezondheidsvoorzie-ningen de meest stipte uitvoerders zijn. Allicht is de VIPA-reglementering (Vlaams Infrastructuur-fonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) hier niet vreemd aan.
Ter verontschuldiging roepen verschillende secto-ren in dat de middelen om dit uit te voesecto-ren, ontbre-ken, of dat de gebouwen als dusdanig niet open-baar zijn voor het grote publiek.
Ik stel wel vast dat ook andere manieren worden gebruikt om kunst in gebouwen te brengen. Zo is er in sommige voorzieningen een aankoopbeleid voor kunstwerken, opteert men er elders voor om de architectuur op zich meer kansen te geven, werkt men met werken in bruikleen van de Vlaam-se Gemeenschap, houdt men geregeld kunstten-toonstellingen, enzovoort.
Allicht hebben deze manieren om kunst in de leef-wereld te brengen ook hun waarde, en zijn ze fi-nancieel makkelijker te dragen door de lagere uit-gaven of de spreiding van de uituit-gaven in de tijd. 1. Heeft de minister de doelstelling van het
de-creet kunstwerken in openbare gebouwen en de resultaten in alle sectoren reeds geëvalueerd ? 2. Trekt hij hieruit beleidsconclusies om eventueel
andere mogelijkheden, zoals bruikleen van kunstwerken, tentoonstellingen, bewust aan-koopbeleid, ... eveneens te promoten, al dan niet in plaats van de bestaande regeling voor kunst-werken ?
Antwoord
1. De implementatie van het decreet voor de inte-gratie van kunstwerken uit 1987 is een com-plexe aangelegenheid en vraagt en weldoor-dachte en voorzichtige aanpak. In een mechani-sche en massale toepassing van het decreet schuilen ongetwijfeld reële gevaren, zoals ge-bleken is uit sommige verwezenlijkingen in het verleden en uit ervaringen in het buitenland. Daarom is het beleid begonnen met een kwali-tatieve implementatie, met als eerste, in het oog
springende resultaat de kunstintegratie in de ge-bouwen De Ferraris en Conscience en de plan-nen voor de gebouwen Copernicus en Boude-wijn.
In de schoot van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd er recentelijk een cel Kunst-integratie opgericht waarin, met het oog op een coherente uitvoering van het decreet, onder meer vertegenwoordigers zetelen uit de ver-schillende betrokken administraties. Eén van de bedoelingen is om een vergelijkend interdiscip-linair onderzoek in te stellen naar de zin of onzin van bovengenoemd decreet en de wijze waarop dit kan worden ingevuld.
Zo wordt onder meer einde april een eerste, be-perkte rondetafelconferentie belegd met des-kundigen. Dit overleg moet resulteren in een symposium rond deze problematiek aan de Uni-versiteit Gent, gepland voor het najaar. Waar-schijnlijk zullen dan ook suggesties tot verfij-ning van het decreet ter sprake komen.
Nu kan reeds worden gesteld dat het ontbreken van de mogelijkheid tot sanctionering en ook het ontbreken van waarborgen voor een kwali-tatieve implementatie, een belangrijke handicap vormen.
Momenteel wordt er door de cel Kunstintegra-tie gewerkt aan sensibilisering op diverse ni-veaus, wat reeds resulteerde in een goodwill van diverse instellingen, waaronder universiteiten en RVA's, om bewuster met kunstintegratie om te springen.
Begin februari van dit jaar werd Bob van Reeth als Vlaams Bouwmeester geïnstalleerd, en hij zal nauw samenwerken met de cel Kunstinte-gratie. Zijn constructieve inbreng en visie in deze complexe materie zal ongetwijfeld een toe-gevoegde waarde betekenen.
De uitvoering van dit decreet valt echter niet onder de bevoegdheid van de minister bevoegd voor Cultuur, maar wel onder die van de minis-ter bevoegd voor de overheidsgebouwen. 2. Het aankoopbeleid van de Vlaamse
Deze werken worden langdurig in bruikleen af-gestaan aan onze belangrijkste musea voor he-dendaagse kunst en worden tevens opgenomen in internationale tentoonstellingen ter promotie van onze Vlaamse kunstenaars.
Onlangs werd het "Vademecum Beeldende Kunst" door mijn diensten uitgegeven. In deze publicatie wordt het beleid uitvoerig verduide-lijkt. Dit Vademecum vindt de Vlaamse volks-vertegenwoordiger als bijlage.