Vraag nr. 33
van 19 november 1999
van mevrouw INGRID VAN KESSEL
Zorgprogramma's reproductieve geneeskunde – Stand van zaken
De vorige jaren werd de basis gelegd voor een sys-tematische integratie van de bio-ethische aspecten in het Vlaamse gezondheidsbeleid. Er kan worden verwezen naar de Vlaamse Gezondheidsraad die op grond van artikel 3, § 2, e) van het oprichtings-decreet van 20 december 1996, adviezen kan verle-nen over "ethische problemen met betrekking tot gezondheidsbeleid of -a s p e c t e n " . Op instellingen-niveau legt artikel 4, 2° van het decreet van 25 fe-bruari 1997 betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen de verplichting op om respectvol om te gaan met de cliënt of de pa-tiënt.
De basis die zo werd geschapen, biedt de mogelijk-heid om ook wat de ethische aspecten van het ge-zondheidsbeleid betreft, eigen Vlaamse accenten te l e g g e n . Zo voerde de Vlaamse overheid samen met de federale overheid een beperking door van het aantal centra voor in vitro fertilisatie.
De koninklijke besluiten (KB) van 15 februari 1999 leggen regels vast omtrent de lijst, de pro-grammatiecriteria en de erkenningsnormen voor de "zorgprogramma's reproductieve geneeskun-d e " . Dit was meer geneeskun-dan noogeneeskun-dzakelijk, a a n g e z i e n België een explosie van centra voor reproductieve geneeskunde kende en de bedenkelijke reputatie van "bio-ethisch paradijs" leek te verwerven. 1. Hoeveel en welke zorgprogramma's A en B
werden reeds erkend op basis van voornoemde koninklijke besluiten ?
2. Hoeveel en welke samenwerkingsakkoorden bestaan er tussen zorgprogramma's A en B in-gevolge artikel 13, § 2 van het KB van 15 febru-ari 1999 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's reproductieve ge-neeskunde moeten voldoen om erkend te wor-den ?
3. Kan een zorgprogramma A onvruchtbaarheid diagnostiseren en behandelen en hiertoe, k r a c h-tens een afgesloten samenwerkingsakkoord met een zorgprogramma B, toch een laboratorium voor medisch begeleide bevruchting inrichten en gebruiken ?
Antwoord
1. Er werden nog geen zorgprogramma's repro-ductieve geneeskunde erkend in uitvoering van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 hou-dende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's reproductieve geneeskunde moeten voldoen om erkend te worden.
In een eerste fase worden de aanvragen tot op-name in de programmatie van de zorgprogram-ma's reproductieve geneeskunde A en B afge-h a n d e l d . Na de toekenning van de planningsver-gunningen kunnen de erkenningsaanvragen worden onderzocht.
De administratieve afhandeling van de aanvra-gen tot opname in de programmatie van het zorgprogramma reproductieve geneeskunde B bevindt zich in een eindfase. De bezwaarschrif-ten tegen de voornemens tot weigering of toe-kenning van een planningsvergunning werden door de Vlaamse Adviesraad voor Erkenning van Verzorgingsinstellingen onderzocht. De de-finitieve beslissing inzake de al of niet toewij-zing van een planningsvergunning voor deze zorgprogramma's wordt eerstdaags genomen. Er kunnen maximaal negen dergelijke zorgpro-gramma's worden toegewezen.
Nadat de definitieve beslissing inzake de plan-ningsvergunningen voor het zorgprogramma re-productieve geneeskunde B genomen is, z a l mijn administratie starten met de afhandeling van de aanvragen tot opname in de programma-tie van het zorgprogramma reproducprogramma-tieve ge-neeskunde A . De ziekenhuizen die een weige-ring tot opname in de programmatie van een zorgprogramma reproductieve geneeskunde B hebben ontvangen, zullen mee in het onderzoek worden opgenomen. Programmatorisch is er ruimte voor maximaal negen zorgprogramma's reproductieve geneeskunde A.
2. Een inventaris van deze samenwerkingsoeenkomsten zal worden opgemaakt na het ver-lenen van de erkenningen voor deze g r a m m a ' s. De ziekenhuizen met een zorgpro- zorgpro-gramma reproductieve geneeskunde A kunnen deze samenwerkingsovereenkomsten immers pas afsluiten of finaliseren op het moment dat de zorgprogramma's reproductieve geneeskun-de B effectief erkend zijn.
inrich-ten en gebruiken. Volgens de erkenningsnormen mogen enkel in een ziekenhuis met een zorg-programma reproductieve geneeskunde B spe-cifieke labotechnieken inzake medisch begelei-de bevruchting worbegelei-den uitgevoerd.
