• No results found

Caparis Leeuwarden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Caparis Leeuwarden"

Copied!
98
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Caparis

Leeuwarden

Omgaan met de modernisering van

de

Sociale Werkvoorziening

Auteur: J.W. van der Meulen Student nummer: 1198556

Student Economische Wetenschappen Rijks Universiteit Groningen

(2)
(3)

Inhoudsopgave

1. Onderzoeksproces ... 5

2. De regelgeving voor de sociale werkvoorziening... 6

Veranderingen wetgeving voor de sociale werkvoorziening ... 6

Geschiedenis van sociale werkvoorziening ... 6

Veranderingen aan de nWsw ... 9

Kansen en bedreigingen door invoering van de nieuwe regelgeving ... 11

3. Caparis in het kort ...11

Doelstellingen van het bedrijf ... 13

4. Interne analyse ...16 Caparis Multipack... 16 Caparis Metaal ... 17 Detacheringen ... 17 Leeuwarden Algemeen ... 18 Conclusie productiebedrijf... 18 Mensbedrijf... 18 Marketing ... 19 5. Omgevingsanalyse ...20 Demografische factoren... 20 Integratiemarkt ... 24 Economische factoren... 26 Sociaal-culturele factoren... 28 Technologische factoren ... 29 Ecologische factoren ... 29 Politiek-juridische factoren... 30 6. Brancheanalyse...30

Vijf forces model... 30

Internal rivalry ... 31

Bargaining power consumenten... 34

Bargaining power supplier... 35

(4)

13. Scenario’s...58

Scenario I: Traditionele-organisatie ... 58

ScenarioII: Ontwikkel-organisatie... 59

ScenarioIII: Zorg-organisatie ... 61

Uitkomst scenarioanalyse& overleg Caparis Leeuwarden ... 63

14. Business Plan ...64

Bedrijfsvoering ... 65

Economisch ... 68

Financiële prognose voor de toekomst ... 70

15. Business plan (2) ...74

16. Nawoord en aanbevelingen ...75

Aanbestedingsverzoek is geweigerd ... 75

Aanbevelingen voor verder onderzoek ... 76

17. Literatuurlijst ...78

18. Bijlagen ...81

Bijlage 1 ... 81

The management-research-question hierarchy en investigative questions ... 81

(5)

1. Onderzoeksproces

Om te komen tot een goed onderzoeksresultaat is het belangrijk een goede

onderzoeksopbouw te hebben. Er is gekozen voor de opbouw uit hoofdstuk 3 van Cooper&Schindler 2003. Hierin wordt gebruik gemaakt van een management-research Question Hierarchy die te zien is in bijlage1. Met behulp van deze methode zal een management dilemma uiteindelijk leiden tot een management decision waarin het bedrijf een keuze maakt als reactie op het management dilemma. Daarnaast zal ook nog onderzocht worden hoe deze keuze kan worden geïmplementeerd in het huidige bedrijf.

Op 1 januari 2008 treedt er een nieuwe wet in werking voor de sociale

werkvoorziening (Sw). Deze wet biedt zowel kansen als bedreigingen voor de sociale werkvoorziening en zal een grote impact hebben op de verschillende Sw-bedrijven en op het gemeentelijke beleid. Het management van Caparis Leeuwarden vraagt zich af hoe zij hier pro-actief op kunnen reageren en hoe de kansen kunnen worden benut en nadelen van de wetgeving kunnen worden opgevangen. Dit kan worden aangeduid als het management dilemma. En aan de hand van dit management dilemma wordt de volgende management vraag geformuleerd:

Hoe moet Caparis Leeuwarden reageren op de nieuwe regelgeving? Deze management vraag leidt tot de volgende research questions:

- Wat houd deze nieuwe wet in?

- Wat zijn de kansen en bedreigingen die deze nieuwe wet biedt? - Hoe kan Caparis Leeuwarden reageren op deze wet?

- Wat zijn de consequenties van de verschillende scenario’s? - Hoe kan het gekozen scenario worden geïmplementeerd?

(6)

Deze zullen in de confrontatiematrix aan elkaar gekoppeld worden. Hierna zal naar andere Sw-bedrijven in de branche gekeken worden om een breder inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor Caparis Leeuwarden. Ten slotte zal er een gereduceerde Swot worden gepresenteerd om tot de essentiële bouwstenen voor de scenario’s te komen. Uit al het voorgaande zullen vervolgens 3 scenario’s worden geconstrueerd waaruit het bedrijf een keuze zal maken. Deze keuze zal uitgewerkt worden in een businessplan voor Caparis Leeuwarden.

De research questions zijn verder uitgewerkt in de investigative questions. Deze zijn toegevoegd als bijlage1. Al deze vragen zullen in de loop van het onderzoek

behandeld worden om zo tot een compleet geheel te komen.

2. De regelgeving voor de sociale werkvoorziening

Veranderingen wetgeving voor de sociale werkvoorziening

De sociale werkvoorziening biedt landelijk werk aan ongeveer 98.000 mensen, die vanwege een verstandelijke, psychische of fysieke handicap uitsluitend onder aangepaste omstandigheden kunnen meedoen op de arbeidsmarkt. Het grootste deel van deze werknemers werkt in een ‘beschutte’ omgeving in een Sw-bedrijf, een klein deel werkt elders door middel van begeleid werken of detachering. De wens van het kabinet is om meer mensen met een arbeidshandicap buiten de beschutte omgeving van het Sw-bedrijf te laten werken. Daarom wordt de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) gemoderniseerd. De gemeenten gaan in de nieuwe wet een voorname rol spelen. Zij zullen meer dan voorheen de regie krijgen over het lokale arbeidsbeleid en zullen verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de Wsw.

Geschiedenis van sociale werkvoorziening

(7)

dat tot een aantal maatregelen waarin het recht op arbeid, ook voor mensen met een handicap, werd vastgelegd. De Nederlandse Vereniging AVO (Actio Vincit Omnia; arbeid overwint alles) speelde na de Tweede Wereldoorlog een centrale rol bij de arbeidszorg voor gehandicapten.

In 1948 besloot de overheid het arbeidsbureau van de AVO volledig te subsidiëren. In de jaren vijftig werden daardoor vele duizenden mensen met een handicap

'bemiddeld'. Ook was de AVO betrokken bij de oprichting van tal van sociale

werkplaatsen (Dietz, 1999). Dit leidde in 1950 tot de opstelling van de GSW-regeling, de Gemeentelijke Sociale Werkvoorzieningregeling voor arbeiders. De gedachte achter deze regeling was om gehandicapten zoveel mogelijk aan het werk te zetten en (weer) arbeidsritme op te laten doen met als doel eventueel door te stromen naar regulier werk.

In 1962 werd de GSW opengesteld voor zware lichamelijke gehandicapten en voor geestelijke gehandicapten en later ook nog voor psychische patiënten(Simons, 2006). Nadat het aantal werknemers in de GSW-regeling in 1965 de 30.000 had

overschreden, groeide het besef dat deze gemeentelijke regeling door een rijksregeling moest worden vervangen. In 1969 werd dan ook de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) aangenomen. Deze wet zorgde dat de lonen de landelijke ontwikkelingen volgden, het minimumloon werd ingesteld, leeftijdsverlof, vakantie-uitkeringen en oudedagsvoorziening werden ook geregeld. De Wsw werd dan ook de rijksregeling voor de sociale werkvoorziening.

Tot 1982 werd door het rijk aan gemeenten een procentuele bijdrage gegeven in onder ander loonkosten en sociale lasten. Daarnaast werd een aanvullende rijkssubsidie verstrekt. De dan nog ten laste komende exploitatiekosten werden aangewezen als kosten van sociale zorg. Op deze wijze werd via het Gemeentefonds 80% van de kosten vergoed. Het resterende deel dienden de gemeenten te financieren uit de hen ter beschikking staande algemene middelen (Simons, 2006).

In de periode 1982-1989 werden nadelige exploitatiekosten voor 80% door het rijk betaald, mits de exploitatielasten en baten relevant werden verklaard door de rijksconsulent. De overige 20% kwam ten laste van de gemeente waaruit de Wsw-werknemers afkomstig waren (Simons,2006).

(8)

rijksoverheid binnen de perken te houden. Vanaf dat moment wordt de rijkssubsidie verdeeld door een financieel verdeelmodel (vaste bijdrage per werknemer).

Nu is de nieuwe Wet sociale werkvoorziening van kracht (nWsw). In 1998 werd de nWsw ingevoerd. Het doel van deze wet was om gemeenten meer ruimte te geven een arbeidsmarktbeleid te voeren dat kon worden toegesneden op de individuele

behoeften van de doelgroep. Dit wordt ook wel als de eerste stap naar de

modernisering van de Wsw gezien De hoofdlijnen van deze wet waren (Simons, 2006):

- Een nauwkeuriger omschrijving van de doelgroep/aanscherping van indicatiecriteria - Ruimere mogelijkheden voor plaatsing

- Normalisering van de arbeidsverhoudingen - Een onafhankelijke en objectieve indicering

In de oude doelgroepomschrijving ging het om personen die ten gevolge van bij hen gelegen factoren (nog) niet in staat waren te functioneren in de reguliere

arbeidsmarkt. In de nieuwe doelgroepomschrijving moest er sprake zijn van een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking, die ertoe leidt dat iemand uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat is. Naast ‘beschut’ bij een Sw-bedrijf werken moest er ook ruimte komen voor

detachering, zowel individueel als collectief, en begeleid werken. Bij begeleid werken krijgt de werknemer specifieke begeleiding op de werkplek en ontvangt de werkgever een compensatie voor de kosten van het aanpassen van de werkplek en de lagere arbeidsproductiviteit.

De voorheen publiekrechtelijke Wsw-dienstbetrekkingen zijn vanaf 1998 omgezet in private arbeidsovereenkomsten, waarbij het Burgerlijk Wetboek van toepassing is. De sociale werkvoorziening kent een eigen Cao waarbij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), namens de gemeenten in de Cao-onderhandelingen optreedt als werkgeversorganisatie.

De indicatiestelling die voorheen door Sw-bedrijven zelf werd georganiseerd, waarin gekeken wordt of iemand in aanmerking komt voor een plaats binnen de sociale werkvoorziening, wordt nu door het CWI gedaan. De indicatiestelling werd in de periode 1998-2005 uitbesteed aan een onafhankelijke indicatiecommissie van

(9)

geherindiceerd (dit is nog steeds zo). De commissie gaf een indicatie of iemand licht, matig of zwaar gehandicapt was (wat van invloed was op de hoogte van de subsidie voor die persoon), of er mogelijkheden voor scholing aanwezig waren en of er

aanpassingen of voorzieningen voor de werknemer getroffen moesten worden. Hierbij moet gedacht worden aan aanpassingen van de werkplek. Per 1 januari 2005 wordt de indicatiestelling dus door het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) gedaan. De reden hiervoor is dat het rijk vond dat de gemeenten de beoordeling niet onafhankelijk en objectief genoeg konden uitvoeren omdat verschillende gemeenten verschillende normen hanteerden en in de praktijk Sw-bedrijven vaak betrokken waren bij de indicatiestelling (RW, 2003).

Veranderingen aan de nWsw

De voorstellen voor de modernisering van de sociale werkvoorziening zijn door het kabinet gepresenteerd in de brief van 15 juni 2005. De volgende voorstellen in de brief zijn niet aangenomen door de Tweede Kamer:

- Voorstel herindiceren doelgroep voor 1998

- Voorstel gedeeltelijk arbeidsongeschikten niet meer in aanmerking te laten komen voor de Wsw

- Twintig miljoen euro bonus als extra stimulans voor begeleid werken

De overige voorstellen uit de brief van 15 juni 2005 zijn wel aangenomen. Deze zullen hieronder behandeld worden

De modernisering van de Wsw heeft als doel de cliënt centraal te stellen en voor hem of haar een aangepaste Sw-arbeidsplaats te realiseren in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving (Simons, 2006).

Drie factoren binnen de modernisering geven hier vorm aan - bevorderen regie en sturing van gemeenten

- verbeteren van de positie van Sw-geïndiceerde - rol van werkgevers

(10)

hoeveel begeleid werken) van hun eigen ingezetenen (Sw-ers uit de desbetreffende gemeente). Ook dat gebeurde tot nu toe vaak in de GR. Mochten gemeenten alsnog blijven vasthouden aan de GR dan zullen nu de prestaties van de individuele gemeenten zichtbaar moeten worden, aangezien aan de hand van die gegevens de subsidies worden vastgesteld. Ook zal de wachtlijst per gemeente zichtbaar moeten zijn.

Sw-bedrijven zijn vrij in het organiseren van andere (reïntegratie)activiteiten voor andere doelgroepen dan die uit de Wsw. De enige beperking die hier wel op van toepassing is, is dat Sw middelen niet mogen worden ingezet voor personen zonder Sw-indicatie. Gemeenten moeten erop toezien dat als er andere activiteiten bij een Sw-bedrijf uitgevoerd worden dat deze dan niet ten koste gaan van de Sw-doelgroep. In de voorstellen gaat de positie van de geïndiceerde erop vooruit. De

Sw-geïndiceerde krijgt het recht van plaatsing binnen 12 maanden voor zover het Wsw-budget van de gemeente daarin kan voorzien. Als de Sw-geïndiceerde niet op tijd, binnen de 12 maanden, kan worden geplaatst vanwege een tekort wordt de

arbeidsplaats zo snel mogelijk daarna aangeboden. De volgorde van de wachtlijst moet in deze gevallen worden aangehouden. Als de gemeente een eigen externe organisatie inschakelt voor het zoeken naar een begeleid werken plaats, dan krijgt de Sw-geïndiceerde recht op keuze uit tenminste twee begeleidingsorganisaties. De keuzemogelijkheid wordt nog verder uitgebreid door het recht op het aandragen van een werkgever naar keuze voor een begeleid werkenplaats door de Sw-geïndiceerde. Verder hebben de Sw-geïndiceerden de zekerheid van terugkeer naar de Wsw als zij vrijwillig regulier zijn gaan werken en daarbij onvrijwillig zijn ontslagen.

Bij het vervallen van de Sw-indicatie, in de situatie van herindicatie door het CWI, kan iemand niet zomaar worden ontslagen zonder dat er een passend alternatief voor deze persoon voorhanden is.

Om begeleid werken voor werkgevers aantrekkelijker te maken is er sinds 1 januari 2006 een permanente no-riskpolis bij ziekte en arbeidsongeschiktheid van de

(11)

Kansen en bedreigingen door invoering van de nieuwe regelgeving

Zoals al eerder vermeld worden aan Sw-organisaties geen beperkende voorwaarden opgelegd ten aanzien van (reïntegratie)activiteiten voor andere doelgroepen dan die uit de Wsw. Dit betekent dus dat de bestaande infrastructuur van een Sw-bedrijf kan worden gebruikt om andere vormen van reïntegratie aan te bieden dan alleen van Sw-geïndiceerden. Dit is een kans voor Caparis Leeuwarden die voortvloeit uit de nieuwe regelgeving.

Ook de stimulering van begeleid werken kan als een kans worden omschreven. Door de no-riskpolis en de zekerheid van de subsidie zullen bedrijven eerder geneigd zijn Sw-geïndiceerden in dienst te nemen.

Bedreigingen zijn er ook zeker voor de organisatie. De wet stelt namelijk dat een Sw-geïndiceerde recht heeft op tenminste twee begeleidingsorganisaties voor het zoeken naar een begeleid werkenplaats. Ook mag een Sw-geïndiceerde zelf een eigen werkgever voor een begeleid werkenplaats aandragen. Dit alles maakt dat de sociale werkplaats moet concurreren met andere integratie instanties om de

Sw-geïndiceerden. De gemeenten bepaalt dan waar de persoon geplaatst wordt.

Als laatste punt heeft de regelgeving een krimp van de huidige productie organisatie van de Sociale werkplaats tot gevolg. Door de focus op detachering en begeleid werken zullen de productie organisaties van de Sw-bedrijven onderbezet raken en derhalve moeten krimpen.

3. Caparis in het kort

Caparis NV is een grote organisatie met ruim 2800 werknemers die namens een achttal gemeenten in Friesland de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) uitvoert. Deze acht gemeenten zijn: Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden,

(12)

klussendiensten. In deze en nog vele andere gevallen wordt op professionele en concurrerende wijze optimaal gebruik gemaakt van de ruime capaciteit aan arbeid waarover Caparis beschikt. Juist arbeidsintensieve werkzaamheden of sterk in de tijd wisselend werk kunnen worden ondergebracht bij Caparis.

De organisatie heeft drie grootschalige industriële vestigingen in Drachten, Heerenveen en Leeuwarden en een woon- en groenservice met vestigingen in alle genoemde gemeenten. Deze bedrijven worden facilitair ondersteund vanuit een aantal concernafdelingen te Drachten. Deze drie vestigingen en het groenbedrijf zijn binnen Caparis als afzonderlijke resultaatverantwoordelijke eenheden aangeduid.

De inkomsten van Caparis komen grofweg uit een drietal bronnen:

1. De Jaarlijkse uitvoeringssubsidie per deelnemer van de rijksoverheid. 2. De aanvullende (vaste) uitvoeringssubsidie van de deelnemende gemeenten. 3. De opbrengsten van de geproduceerde goederen en diensten.

Caparis heeft als werkgever het doel om mensen, die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, te ontwikkelen en op deze manier de stap naar de reguliere arbeidsmarkt te laten maken. Daarbij gaat het om mensen met bijvoorbeeld een arbeidshandicap, herintreders, werklozen, arbeidsongeschikten of nieuwkomers tot de arbeidsmarkt. Bij Caparis werken vooral mensen met een Sw-indicatie. Caparis biedt voor deze mensen ideale mogelijkheden om zich (verder) te ontwikkelen. Het bedrijf stelt samen met de betrokkene een persoonlijk ontwikkelplan (POP) op en aan de hand van dit plan worden geschikte functies en werkplekken gevonden, opleidingen gestart etc. Dit onderzoek zal zich richten om één van de drie productiebedrijven, namelijk Leeuwarden.

In de vestiging Leeuwarden zijn op dit moment twee afdelingen actief namelijk Multipack en Metaal. Bij Multipack moet gedacht worden aan het om- en verpakken van grote volumes consumptiegoederen, de fabricage van verpakkingsmaterialen en mailingservice. Multipack beschikt over een uitgebreid machinepark waardoor de mogelijkheden groot zijn. Ook handmatig verpakken is mogelijk voor producten die niet machinaal kunnen worden ingepakt, zoals actie- en kerstpakketten. Later in dit onderzoek zal nader gekeken worden naar de afdeling Multipack.

(13)

mensen die de capaciteiten hebben om in de afdeling Metaal werkzaam te zijn. Dit is een rechtstreeks gevolg van de strengere indicering van het CWI.

Sinds eind september 2006 begeeft Caparis zich ook op het gebied van de bezorging van post. Caparis zal zich voorlopig richten op Drachten en Leeuwarden en in de loop van 2007 zal ook Heerenveen hieraan toegevoegd worden. De sociale werkplaatsen streven samen naar een landelijke dekking en hebben dan ook een franchiseformule opgericht waar inmiddels al 40 sociale werkplaatsen zich hebben aangesloten. Het hoofdkantoor hiervan is gevestigd in Haarlem. In eerste instantie richt Caparis zich op een vijfdaagse besteldienst (van dinsdag tot zaterdag) op post van business to business en business tot consumer. Na de volledige liberalisering van de postmarkt in 2008 zal het bedrijf ook postpakketten en brieven met een gewicht van minder dan 50 gram gaan bezorgen. Dat is nu nog niet mogelijk omdat die categorie middels een concessie is voorbehouden aan TNT.

Doelstellingen van het bedrijf

De missie van Caparis is de volgende:

Wij zijn een maatschappelijke organisatie voor het werken onder aangepaste omstandigheden. Wij willen voor mensen die op een reguliere werkplek niet kunnen functioneren de werkomstandigheden aanpassen aan de mens en vervolgens via ontwikkeling van de mens de benodigde aanpassing weer terugdringen waarbij wij ons laten leiden door de waardering die de maatschappij daarvoor heeft (Caparis 2006).

(14)

En het organogram van Caparis Leeuwarden is (Caparis 2006):

Wat opvalt wanneer er naar de organogrammen gekeken wordt is dat bij zowel Caparis NV als Caparis Leeuwarden veel op gelijk niveau staat. Zo staat het hoofd P&O bij Caparis NV gelijk aan de bedrijfsdirecteuren. Dit terwijl P&O op

concerngebied een duidelijke ondersteunende rol heeft. Ook Financiën wordt hier neergezet als een aparte divisie aangestuurd vanuit de algemeen directeur en staat weer op gelijke hoogte met de bedrijfsdirecteuren. Het organogram van Caparis Leeuwarden kent wat een ongepaste bewoording voor het hoofd Financiën. Deze wordt namelijk Eerste medewerker administratie genoemd. Hoofd Financiën &

Bedrijfs-directeur Caparis Leeuwarden Bedrijfsleider Caparis Leeuwarden

(15)

Administratie zou een betere benaming zijn. Ook staat P&O hier weer als aparte afdeling aangeduid. Dit is vreemd omdat P&O toch in een Sw-bedrijf een belangrijke positie inneemt vanwege de extra aandacht die de werknemers krijgen.

Formeel zijn de Sw en ambtelijke medewerkers in dienst van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) SW ‘Fryslân’, die de medewerkers weer bij of Caparis NV of Reax BV gedetacheerd heeft. Door middel van een aanwijzingsbesluit heeft de GR de uitvoering van de SW overgedragen aan Caparis. De structuur van deze regeling ziet er dan ook als volgt uit(Caparis 2006):

Reax BV is een integratiebedrijf gevestigd in Leeuwarden en is een 100% dochterbedrijf van Caparis. Reax BV is in januari 2007 volledig zelfstandig

geworden. Dit betekent dus dat Reax BV op het gebied van integratie een concurrent is geworden van Caparis.

Caparis heeft dus als doel om de mens te ontwikkelen en daardoor de nodige

aanpassingen aan de werkplaats, de begeleiding, de afstand tot een reguliere baan en de kosten die gemaakt moeten worden zo klein of laag mogelijk te maken. Door de nieuwe wet zal de nadruk op doorstroming naar een reguliere baan komen te liggen. Op dit moment wordt door Caparis NV de Gemeenschappelijke Regeling onder de loep genomen. Er zullen in de toekomst ook veranderingen ingevoerd worden, zo zal waarschijnlijk de exclusiviteit en zekerheid voor Caparis NV af nemen en zal de marktwerking bij de inkoop toe zal nemen. Ook zijn er plannen om Caparis NV een voorkeurspositie te geven bij aanbestedingen. Hier zijn echter nog geen afspraken

(16)

over gemaakt en deze zullen dan ook in dit onderzoek buiten beschouwing worden gelaten.

4. Interne analyse

Met interne analyse wordt in dit onderzoek bedoeld waartoe Caparis Leeuwarden in staat is met betrekking tot ordergrootte productmogelijkheden etc. Het geeft dus aan wat het bedrijf allemaal kan en tot welke limiet.

Bij Caparis NV werken op dit moment ongeveer 2800 medewerkers. 526 (inclusief 22 ambtenaren) medewerkers werken bij Caparis Leeuwarden (31-12-2006). Deze zijn onderverdeeld in 3 afdelingen namelijk Multipack Metaal en Detacheringen. Ook is een gedeelte werkzaam bij Leeuwarden Algemeen. Hierbij moet gedacht worden aan administratie, Personeel en Organisatie (P&O) en magazijn. De wachtlijst van Caparis Leeuwarden bedraagt op 112 mensen (31-12-2006). Dit is ten opzichte van andere Sw- bedrijven een grote wachtlijst en ook de wachttijd voor mensen op de wachtlijst is lang. Deze bedraagt gemiddeld 48 maanden. Caparis Leeuwarden heeft een integrative linkage (Noe, 2003) tussen Human Resource Management (HRM) en strategiebepaling aangezien het hoofd P&O onderdeel van het Management Team (MT) is en voordurend rekening gehouden wordt met de mogelijkheden van de werknemers van Caparis Leeuwarden. Deze samenwerking tussen HRM en het management op strategisch niveau noemt men integrative linkage

Caparis Multipack

(17)

Naast verpakkingsactiviteiten levert Caparis Multipack ook verpakkingsmaterialen. Zo kan zowel karton als kunststof tot een dikte van 9 (mm) worden gestanst. Ook levert Multipack een breed assortiment producten, variërend van perfect verwerkt verpakkingsmateriaal tot opvallende winkeldisplays en op maat gesneden

archiefmappen. Verder vervaardigt Multipack transparante kunststof kokers in verschillende lengtes en diameters.

Multipack heeft het in december 2006 behoorlijk druk. Om een beeld te krijgen noem ik een aantal orders welke Multipack op dat moment uitvoert

- 22.000 kerstpakketten inpakken. - Plakken van 20.000 doosjes.

- 3 dagen per week worden tomaten verpakt. - Diverse mailingen voor een groot mailingsbedrijf

- Krimpen van blikken tot wel 100.000 stuks per week voor een groot zuivelconcern

- 35000 kaarten samenstellen - Montagewerk

Zoals blijkt voert Multipack voor veel bedrijven diverse orders uit. Ook wisselt het werk regelmatig. Het zuivelconcern is een van de grootste klanten van Caparis Multipack.

Tot de afdeling Multipack wordt ook de postafdeling gerekend waar 12 mensen werkzaam zijn.

Caparis Metaal

Bij Caparis Metaal zijn op dit moment 27 mensen werkzaam. Maar zoals eerder vermeld wordt deze afdeling op korte termijn gesloten en zal dan ook in de capaciteitenanalyse buiten beschouwing worden gelaten.

Detacheringen

Caparis heeft op dit moment 66 werknemers via detachering aan het werk. Deze mensen zijn dus bij andere bedrijven aan het werk hetzij in groepsverband hetzij

(18)

Leeuwarden Algemeen

Hier zijn 58 mensen aan het werk. Deze personen vervullen een administratieve baan binnen het concern, bij het magazijn of bijvoorbeeld in de schoonmaakdienst. Tevens zijn naast deze mensen nog 22 ambtenaren bij Caparis Leeuwarden werkzaam. Deze ambtenaren zijn voornamelijk in de staf of leidinggevende functies werkzaam.

Conclusie productiebedrijf

Door het aantal mensen en de aanwezige machines is Caparis Leeuwarden in staat om redelijk grote orders aan te nemen. Let wel dat de gemiddelde productiviteit van deze mensen lager ligt dan in een gewoon bedrijf. Ook kan door het relatief gemakkelijke werk met personen geschoven worden waardoor orders die prioriteit hebben eerst aangepakt kunnen worden. Caparis Leeuwarden heeft dus 1 kernactiviteit binnen het bedrijf en dat is Multipack. Tot de kerncompetities van Caparis Leeuwarden kan het begeleiden van mensen met een arbeidshandicap gerekend worden. Het bedrijf heeft hier inmiddels veel ervaring mee. Caparis probeert in haar werkzaamheden altijd de ontwikkeling van de mens en werkzaamheden samen te brengen op de werkvloer. Het bedrijf krijgt verder haar orders vooral uit de regio. Alleen voor kokers en krimpwerk is ook buiten de regio vraag. Dit komt omdat Caparis Leeuwarden in staat is grote orders op het gebied van krimp te verwerken en omdat het vervaardigen van

kunststofkokers zeker in de regio uniek is. Verder is Caparis flexibel, levert kwaliteit en op tijd. Dit zijn dan ook sterke punten van Caparis Leeuwarden

Mensbedrijf

Naast het productiebedrijf Multipack is Caparis een zogenaamd mensbedrijf waar de ontwikkeling van de mens voorop staat. Door onder andere een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) wordt de ontwikkeling van personen in Caparis Leeuwarden gevolgd. In deze markt krijgt Caparis Leeuwarden nu concurrentie van integratiebedrijven om een traject voor een Sw-er. Toch heeft Caparis wel een paar dingen voor op een

(19)

werkplaatsen, speciale wc’s, liften om verdiepingen te overbruggen etc. Met alle beperkingen van de doelgroep is bij Caparis Leeuwarden rekening gehouden. Ook maakt Caparis Leeuwarden gebruik van een ontwikkelladder om mensen binnen het bedrijf te ontwikkelen. Deze ladder ziet er als volgt uit

1. Reïntegratieafdeling 2. Beschut Binnen (Multipack)

3. Beschut buiten (Post, Groenvoorziening) 4. Groepsdeta

5. Individuele Deta 6. Begeleid werken

Het idee achter deze werkladder is dat een Sw-geïndiceerde door deze methode steeds dichter bij een reguliere baan komt en op die manier zijn vaardigheden ontwikkeld. Nieuwe mensen komen automatisch binnen op de reïntegratieafdeling en zullen dan aan de hand van vaardigheden geplaatst worden op een trede van de ladder. De begeleiding wordt in de verdere ontwikkeling langs deze ladder door een jobcoach en door de werkleiding van de desbetreffende afdeling verzorgt (Detaris 2006).

Marketing

Hoewel hier wel verandering in wordt aangebracht is Caparis Leeuwarden nog niet voldoende extern gericht. Vooral vanwege het groter wordende belang van

Detacheringen is een externe blik erg belangrijk. Caparis zal actiever moeten zoeken naar Detacheringplekken voor het Sw-personeel. Als reden vanuit het management werd aangegeven dat vooral tijdsdruk een belangrijke factor was. Zo was het hoofd Detacheringen vooral bezig met het opzetten van de postafdeling waardoor het zoeken van Detacheringplekken minder prioriteit had. Ook het hoofd Multipack gaf aan veel met de interne bedrijfsvoering bezig te zijn waardoor er voor de acquisitie minder tijd overbleef. Dit is in het verleden wel anders geweest maar door tegenvallende

(20)

5. Omgevingsanalyse

Om de omgeving van Caparis Leeuwarden in kaart te brengen zal gebruik worden gemaakt van de DESTEP methode. In de tien punten van strategievorming van Van Ees, die als basis voor de manier van schrijven van dit rapport fungeert, wordt verwezen naar de PEST-analyse. Ik maak gebruik van de DESTEP methode omdat deze uitgebreider is dan de PEST (+DE) en dus meer data levert over de omgeving. DESTEP staat voor demografisch, economisch, sociaal-cultureel, technologisch, ecologisch en politiek-juridisch. Deze factoren zullen hieronder allemaal apart worden behandeld.

Demografische factoren

De bevolking van Nederland zal op 3 niveaus worden bestudeerd. Er zal gekeken worden naar de landelijke veranderingen in de jaren 2000-2006, de provinciale en de gemeentelijke. Hierdoor kan worden vastgesteld of er afwijkende omstandigheden zijn in de situatie van Caparis Leeuwarden waar rekening mee gehouden zou moeten worden. De cijfers van de drie niveaus staan in bijlage 2. Ook is hieraan een

toekomstprognose toegevoegd. Het gaat hierbij om zowel de leeftijdsopbouw als de bevolkingsaantallen. De cijfers zijn afkomstig van het CBS en zullen hieronder behandeld worden.

De bevolking van Nederland groeit nog steeds. Hoewel duidelijk wordt aan de hand van de cijfers dat de bevolkingsgroei steeds kleiner wordt zal volgens het CBS de bevolking in de komende 30 jaar toch nog toenemen tot 17 miljoen. Voor de

(21)

De bevolkingsopbouw van Nederland laat het beeld zien dat was te verwachten. Een toename in de ‘oudere’ categorieën en een afname in de jongere categorieën (op de groep 10-20 na) schept het beeld van de vergrijzing. Dit effect is ook in Friesland waarneembaar. In de provincie Friesland neemt de groep van 20-30 met 8.75% af en landelijk is dit 8,23%. En voor de groep 30-40 provinciaal 5,54% afname tegen landelijk 7,46%. Wel opvallend is dat de landelijke groei van 5,35% van de groep 10-20 niet in Friesland aan de orde is. In Friesland neemt deze zelfs af. Dit heeft

waarschijnlijk te maken met het feit dat veel starters naar de Randstad trekken voor een baan of een studie volgen buiten Friesland.

Voor de gemeente Leeuwarden is opvallend dat de groep van 20-30 met 0,32% stijgt over de jaren 2000-2006. Dit is tegen de landelijke en provinciale trend in die beide een daling laten zien. Ook is deze groep in de gemeente het grootst. Bij de provinciale en landelijke cijfers is dit de groep 40-50. Een verklaring hiervan is het vestigen van studenten in Leeuwarden vanwege de aanwezigheid van hoge scholen.

Voor de sociale werkvoorziening sector zijn ook cijfers beschikbaar. Deze zullen nu behandeld worden en komen uit de halfjaarcijfers vrijgegeven door Research en beleid in opdracht van het ministerie SZW.

De wachtlijst voor de Wsw is van begin tot medio 2007 met 17,9% toegenomen tot 18.194 personen. Het werknemersbestand is nagenoeg gelijk gebleven (-0,2%) en staat nu op 99.014 personen. Opvallend is dat voor Friesland de wachtlijst ongeveer gelijk is gebleven. Ook wordt er in Friesland een hoger deel van de instroom van de wachtlijst meteen in begeleid werken geplaatst in vergelijking met de andere

provincies. Van het totale werknemersbestand is 64% van voor 1998, 34% van na 1998 en 2% zit in begeleid werken (cijfers medio 2006). Ook zijn de personen relatief oud. De gemiddelde leeftijd is 44,6 jaar en 55% van de werknemers is ouder dan 45 jaar. Van de personen met een arbeidsovereenkomst begeleid werken is 51% jonger dan 35 jaar. De gemiddelde leeftijd bedraagt hier 35,6 jaar. Bij Caparis Leeuwarden is hetzelfde beeld waarneembaar. De gemiddelde leeftijd is hier weliswaar ietsje lager, namelijk 44,22 (febr. 2007), maar in grote lijnen zijn hier geen verschillen met de landelijke trend. Ook de leeftijdsopbouw verschilt niet veel van de landelijke leeftijdsopbouw.

(22)

concurrentie is op de arbeidsmarkt, omdat er minder krapte ontstaat op de arbeidsmarkt door de verminderde vergrijzing en de grotere bevolkingsgroei in vergelijking met landelijk en provinciaal.

Een grote groep van de Sw-populatie zal door de hoge leeftijd op een natuurlijke manier uitstromen en het aantal Sw-ers die nog in de ‘beschermde’ regeling van voor 1998 zit zal afnemen. Verder is de stagnatie van de wachtlijst voor Friesland in tegenstelling tot landelijk een pluspunt. Ook de hogere procentuele plaatsing vanaf de wachtlijst op een begeleid werkenplaats is goed te noemen. Verder valt op te merken dat vooral jongeren op dit moment een begeleid werkenplaats krijgen.

Hieronder staan de gegevens voor de verschillende bedrijfstakken in Nederland, Friesland en de gemeente Leeuwarden. Onder winning en nijverheid valt bij het CBS onder andere de bouw en de industrie, bij commerciële dienstverlening moet gedacht worden aan onder andere horeca en financiële instellingen en bij niet commerciële dienstverlening aan onder andere openbaar bestuur en onderwijs.

Vestigingen naar bedrijfsactiviteit in procenten van 2005 ten opzichte van het totaal per gebied. Absolute getallen tussen haakjes

Nederland Friesland Leeuwarden

(23)

Zoals hierboven te zien is wijkt de gemeente Leeuwarden niet veel af van het landelijke gemiddelde. Alleen zoals verwacht ligt het percentage bij Landbouw, bosbouw en visserij veel lager vanwege het stedelijke karakter van de gemeente Leeuwarden. Ook is de niet commerciële dienstverlening hoger dan zowel provinciaal als landelijk. Dit biedt mogelijkheden voor detacheringen van arbeidsgehandicapten vanwege de minder commerciële insteek die deze bedrijven hebben. Deze bedrijven leggen meer de nadruk op maatschappelijk belang. De dienstverlening sector bedraagt in totaal 82,3% in Leeuwarden ten opzichte van 71,8% landelijk. Het percentage Winning en nijverheid ligt lager dan het landelijke gemiddelde. Dit is een nadeel omdat een groot gedeelte van dit cijfer industrie is. En in de sector industrie zijn de werkzaamheden te vinden die goed door de mensen van Caparis ingevuld zouden kunnen worden.

Voor de aantallen werknemers zijn de gegevens over 2005 nog niet beschikbaar. Daarom worden die van 2004 getoond. Als er naar de verschillen in de afgelopen jaren gekeken wordt (2000-2004) zijn die gering dus kunnen wel conclusies aan de gegevens verbonden worden.

Banen van werknemers in procenten ten opzichte van het totaal per gebied in 2004. Absolute getallen tussen haakjes

Nederland Friesland Leeuwarden

(24)

Niet commerciële 34% 37% 46%

Dienstverlening (2348200) (85100) (29740)

Bron CBS

Opvallend is dat in Leeuwarden de grootste groep mensen aan het werk is in de niet commerciële dienstverlening, ook is maar 40% werkzaam is in de commerciële dienstverlening terwijl 61% van de bedrijven zich in deze sector bevind. Dit wijst op veel kleine bedrijven. Ook hier zien we weer dat de niet commerciële sector erg interessant is met betrekking tot detacheringen voor Caparis Leeuwarden. Hierin zijn de meeste personen werkzaam. En hoewel het procentuele aandeel van de agrarische bedrijven in Friesland een stuk groter was dan in Nederland zijn relatief maar weinig mensen werkzaam in deze sector. Wat absoluut vreemd te noemen is, is dat in de gemeente Leeuwarden 2% van de populatie werkzaam is bij landbouw, bosbouw en visserij dat het dubbele is van het landelijke niveau. Dit is opvallend omdat er een kleiner aantal verwacht was vanwege het stedelijke karakter van de gemeente. Een nadere inspectie op de cijfers laat zien dat het verschil minder groot is dan

aanmerkelijk gedacht aangezien de werkelijke cijfers voor Nederland 1,42%, voor Friesland 1,98% en voor Leeuwarden 1,86% zijn. De hogere cijfers voor de gemeente Leeuwarden zouden te verklaren zijn als het CBS ook zuivelbedrijven als Friesland Foods tot deze groep rekent.

Integratiemarkt

Voor Caparis Leeuwarden is ook de integratiemarkt belangrijk geworden. Hoewel Caparis nu nog niet een speler is op de lokale integratiemarkt voor niet Sw-ers zal dit veranderen. Een Sw-bedrijf zal namelijk moeten concurreren met andere

(25)

Ontwikkeling van aantal WWB-gerechtigden in de gemeente Leeuwarden

2002 2003 2004 2005 2006

Het klantenbestand ultimo jaar 3800 4166 4300 4400 4100

Toename in % 4,92% 3,22% 2,36% -6,8%

Bron Monitor 2005

De volgende cijfers gaan over het jaar ultimo 2005

Verdeling bijstandsgerechtigden naar leeftijd in de gemeente Leeuwarden <23 jr 23-30 jr 30-45 jr 45-50 jr 50-65 jr >65 jr

8% 17% 39% 10% 23% 2%

Bron Monitor 2005

Verdeling bijstandgerechtigden naar duur van de uitkering in de gemeente Leeuwarden

<1 jaar 1-2 jaar 2-5 jaar 5-10 jaar >10 jaar

28% 16% 23% 14% 19%

Bron Monitor 2005

Verder is er een onderverdeling naar verschillende fases in bijstandgerechtigden, de relatieve aantallen staan voor de gemeente Leeuwarden staan tussen haakjes

- fase 1 is bemiddelbaar naar reguliere arbeid (3%)

- fase 2/3 is geringe afstand tot reguliere arbeid (13% en 25%) - fase 4 is grote afstand tot reguliere arbeid (47%)

Het relatieve aantal WWB uitkeringen ligt in de gemeente Leeuwarden erg hoog. 8,8% van de huishoudens zat eind 2005 in de WWB tegenover 4,8% op provinciaal niveau en 5,0% op landelijk niveau (CBS).

(26)

Voor Arbeidsongeschikten (15-64 jaar) zijn over 2005 de volgende gegevens bekend ten opzichte van de totale bevolking

Nederland Friesland Leeuwarden

WAO-uitkeringen 6,2% 5,4% 5,2%

Wajong uitkeringen 1,3% 1,7% 1,6%

WAZ uitkeringen 0,5% 0,7% 0,3%

Tot AO uitkeringen 8,0% 7,8% 7,2%

CBS

Het aantal AO uitkeringen ligt in zowel Friesland als Leeuwarden lager dan het landelijke gemiddelde. Dit komt door de WAO-uitkeringen die lager liggen dan het landelijke gemiddelde. De overige Arbeidsongeschiktheids uitkeringen wijken niet veel af van het landelijke gemiddelde.

Wat als eerste opvalt, is dat de groep WWB-ers relatief veel groter is dan landelijk. Dit wil dus zeggen dat er op de reïntegratiemarkt in Leeuwarden genoeg personen zijn die gereïntegreerd kunnen worden. Ook is de grootste groep nog maar kort in de WWB (28% minder dan een jaar). Verder bevind 47% van de bijstandsgerechtigden zich in fase 4. Dit is een voordeel voor Caparis aangezien Caparis altijd al met

mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben gewerkt heeft. Caparis heeft inmiddels dus ‘knowhow’ over de omgang met deze mensen wat een groot voordeel is. Ook is ongeveer 65% jonger dan 45 jaar en hiermee zit de gemeente boven het landelijk gemiddelde (CBS). En aangezien jonge mensen meestal beter kunnen worden geïntegreerd in de arbeidsmarkt heeft de gemeente Leeuwarden een geschikte integratiemarkt.

Economische factoren

Economisch zal het volgens het Centraal Plan Bureau de komende jaren beter gaan. Sinds juni 2006 is zowel het producenten- als het consumentenvertrouwen weer positief. Nu staat de index op 8 (december 2006, seizoensgecorrigeerd). Het consumentenvertrouwen wordt bepaald aan de hand van het saldo van positieve en negatieve antwoorden over de economie in % van het totaal, per maand. Het

(27)

producentenvertrouwen is hetzelfde alleen dan worden de vragen beantwoord door producenten.

Ook de werkloosheid daalt op dit moment. Het aantal niet- werkende

werkzoekenden(nww) is in november 2006 met 1,3% gedaald tot 565.385 ten opzichte van oktober (CWI 2006). In maart 2005 was het aantal nww nog boven de 700.000 en vanaf dat moment is een daling ingezet.

Ook in Friesland is het aantal niet- werkende werkzoekenden gedaald. Deze is het laatste jaar met 17,6% gedaald (nov. 05/06) wat boven het landelijke gemiddelde ligt. Alleen de provincies Overijssel (17,7%) en Zuid-Holland (20,4%) scoorden beter. In november 2006 zijn er in de gemeente Leeuwarden 5.326 niet- werkende werkzoekenden. Dit is een daling ten opzichte van vorige maand van 2,4% en ten opzichte van vorig jaar bijna 24% (CWI).

Er kan dus gezegd worden dat het economische klimaat op het moment gunstig is. Ook kan gezegd worden dat op het gebied van de werkloosheidsafname zowel Friesland als de gemeente Leeuwarden boven het landelijke gemiddelde scoren. Leeuwarden en Friesland zijn dus bezig met een inhaalslag, want hoewel de cijfers van het CBS erg rooskleurig lijken is de werkloosheid nog wel hoger dan het

landelijke gemiddelde. De werkloosheid van de gemeente Leeuwarden bedraagt op 1 januari 2006 nog 15,5%. Friesland heeft dan een werkloosheid van 10,6% en het landelijke gemiddelde is 8,9% (Gemeente Leeuwarden 2006).

Ook de werkgelegenheid groeit sterk in Leeuwarden en Friesland. Tot aan 2000 bleef de groei van de werkgelegenheid in Leeuwarden en Friesland achter bij de groei in heel Nederland. Na 2000 halen Friesland en Leeuwarden sterk in, dusdanig dat de procentuele werkgelegenheidsgroei van Friesland en Leeuwarden gerekend vanaf 1996 (en na 2000) in zijn totaliteit hoger is dan landelijk (Gemeente Leeuwarden 2006).

Het goede economische klimaat kan voor Caparis Leeuwarden als erg gunstig worden gezien. Niet alleen zal in potentie het aantal orders voor Multipack kunnen stijgen, maar ook zal door de krapte op de werknemersmarkt de uitstroom door middel van detachering en/of begeleid werken makkelijker worden.

Wel nadelig voor Caparis zijn de krimp sectoren die duidelijk in de gemeente Leeuwarden aanwezig zijn. Het betreft cijfers over de periode 1996 tot en met 2004. Het gaat om de volgende sectoren (Gemeente Leeuwarden 2006):

(28)

- Vervoer, opslag en communicatie ruim 400 banen (van 2540 naar 2100) - Landbouw verliest 140 banen (van 610 naar 470)

- Bouwnijverheid, verliest 220 banen

De groeiende sectoren zijn de dienstverlenende sectoren en de zorg. Volgens de enquête wijksignaleringssysteem 2005 zijn er in de zorg en de dienstverlenende sectoren weinig laaggeschoolde personen aan het werk. De sectoren waar veel lager opgeleiden werkzaam zijn, industrie en vervoer en opslag en communicatie krimpen. Dit is vervelend voor Caparis aangezien de werknemers van Caparis Leeuwarden tot de laag opgeleiden gerekend kunnen worden. Dit betekent minder mogelijkheden in de regio voor co-makership en detachering e.d. Bouwactiviteiten vinden meestal buiten de regio plaats en de afname in deze bedrijfstak heeft dan ook een kleine impact op Caparis Leeuwarden.

Sociaal-culturele factoren

Op sociaal-cultureel gebied verandert er wel het een en ander. Zo is de opkomst van de ‘anderhalf-verdieners’ zichtbaar en wordt de positie van de vrouw in de

arbeidsmarkt alsmaar sterker. Dit maakt de arbeidsmarkt dus ruimer waardoor er minder plaats is om Sw-geïndiceerden te detacheren.

Een ander punt is de immigratie. Doordat de regering een streng immigratiebeleid voert komen er weinig immigranten het land binnen. Hierdoor ontstaat er krapte op de arbeidsmarkt. Vooral op de markt voor laag geschoolden aangezien het

opleidingsniveau van de tweede en derde generatie allochtonen steeds verder stijgt. Hier tegenover staat de verruiming van de EU waardoor veel mensen uit de

toegetreden landen (bijvoorbeeld Polen) naar Nederland komen om te werken. Verder is er een trend aanwezig dat bedrijven steeds meer belang hechten aan

maatschappelijk verantwoord ondernemen. Caparis is zich hier bewust van en noemt de maatschappelijke waardering dan ook in haar bedrijfsmissie. Het in dienst stellen van een arbeidsgehandicapte (detachering of begeleid werken) of het uitbesteden van werk aan Caparis (Multipack, post) kan gezien worden als maatschappelijk

(29)

bedrijf te laten werken in de vorm van detachering of begeleid werken. Maar Caparis moet hier nu nog niet de focus op leggen. Wanneer een Sw-bedrijf veel duurder is dan een concurrent weegt de financiële factor vaak zwaar voor bedrijven. Caparis moet dan ook zorgen dat haar goederen en diensten betaalbaar blijven en het liefst kunnen concurreren met anderen in de markt. Ook zijn bedrijven nogal angstig om personen met een arbeidshandicap in dienst te nemen. De redenen hiervoor lopen uiteen van financiële risico’s wegens langdurig ziekte tot onwetendheid over de mogelijkheden voor arbeidsgehandicapten. Het is dan ook zaak dat de financiële risico’s voor de bedrijven verkleind worden, wat ook gebeurd met de invoering van de nieuwe wet. Ook is goed informeren vanaf de zijde van een Sw-bedrijf over mogelijkheden maar ook beperkingen van een arbeidsgehandicapte belangrijk om teleurstellingen te voorkomen.

Technologische factoren

De technologie verandert continue. Dit heeft ook invloed op Caparis Leeuwarden. Door bijvoorbeeld de automatisering neemt de benodigde inzet van mensen bij productiewerkzaamheden af (RW, 2006). Ook Caparis moet af en toe nu grote

investeringen doen in machines. Wel moet gezegd worden dat normaal gesproken Sw-bedrijven meer orders aannemen waarbij de inzet van mensen groot is. Dus vooral handarbeid. Ook zorgt het internet en andere technologische veranderingen ervoor dat de markten waarin bedrijven opereren steeds groter worden (globalisering). Hierdoor krijgt Caparis Leeuwarden steeds meer concurrentie vanuit lage lonen landen zoals China en India. Natuurlijk kan technologie ook een voordeel zijn omdat Caparis Leeuwarden het ook kan gebruiken om een grotere groep bedrijven te bereiken door het goed inzetten van de nieuwe technologie (denk bijvoorbeeld aan internet). Op deze wijze kan het afzetgebied van Caparis Leeuwarden ook vergroot worden.

Ecologische factoren

(30)

verpakken materialen worden deze eerst grondig onderzocht. Verder heeft Caparis niet echt veel te maken met milieuaspecten aangezien de meeste aanpassingen in het te verpakken product worden gemaakt waar Caparis niets mee te maken heeft.

Politiek-juridische factoren

De meest voor de hand liggende factor die van invloed is op Caparis Leeuwarden is natuurlijk de nWsw. Omdat deze aanleiding geweest is voor dit onderzoek is deze al behandeld en zal hier dan ook slechts worden genoemd. Verder krijgen Sw-bedrijven subsidie van de overheid om hun taken te kunnen uitvoeren. Zoals reeds genoemd wordt de subsidie in de nieuwe wet door de gemeenten uitgekeerd. Door de subsidie probeert een Sw-bedrijf in staat te zijn de kleinere productiviteit en de extra kosten die een Sw-geïndiceerde met zich meebrengt op te vangen om op deze manier competitief te blijven in de productiemarkt. Ook staat de terugkeer van mensen die een WWB-uitkering hebben hoog op de landelijke en regionale politieke agenda.

6. Brancheanalyse

Vijf forces model

(31)

Internal rivalry

Internal Rivalry heeft betrekking op de concurrentie die er op dit moment in de markt aanwezig is. Hier wordt dus gemeten hoe hoog de concurrentie op dit moment is in de markt waar Caparis Leeuwarden in opereert. Er zijn verschillende factoren die de mate van concurrentie beïnvloeden. Deze zullen nu behandeld worden.

Het aantal bedrijven in de verpakkingsmarkt is groot. Niet alleen andere Sw-bedrijven zijn hierin actief, ook normale loonverpakkers en gevangenissen bevinden zich in deze markt. Ook reïntegratiebedrijven zoeken inmiddels naar arbeid voor hun cliënten. Deze concurreren nu ook met Caparis Leeuwarden om simpel inpakwerk. Een grote hoeveelheid bedrijven in een markt vergroot de concurrentie.

(32)

De verpakkingsmarkt is niet een nieuwe markt, de marktgroei is dan ook klein. Dit heeft weer tot gevolg dat de concurrentie hoger wordt omdat bedrijven dan vechten voor hun marktaandeel.

Binnen deze markt zijn er hoge vaste kosten aanwezig die gemaakt moeten worden. Er moeten namelijk dure machines voor het verpakken aangeschaft worden. Ook moet er voldoende ruimte zijn voor opslag omdat het vaak over grote partijen gaat. Door de hoge vaste kosten gaat de competitie omhoog. Een bedrijf moet nu eenmaal

produceren om de vaste kosten te betalen en het niet volledig benutten van de capaciteit van een machine kost geld.

In deze industrie zijn de switching costs niet echt hoog. Een klant kan redelijk gemakkelijk zijn product ergens anders laten inpakken zonder hier hoge kosten voor te moeten maken. Dit verhoogt ook weer de competitie in een industrie.

Multipack opereert in de volgende marktsegmenten:

- Handmatig verpakken (bijv. in/ver pakken van diverse artikelen

- Machinaal vervaardigen van verpakkingen (bijv. kokers, kartonverpakkingen en papier)

- Machinaal verpakken (bijv. sealen en etiketteren)

Er is dus een grote diversiteit in de productie van Caparis. Dit werkt verlagend op de mate van competitie in een markt omdat je op deze manier niet alle focus legt op 1 verpakkingsmethode.

Hoge kosten om de industrie te verlaten (high exit barriers) zijn hier ook aanwezig. Door de kosten die het machinepark en de opslagruimte/werkruimte met zich meebrengen is dit een behoorlijke belemmering om uit de industrie te stappen. Samenvattend kan gezegd worden dat de verpakkingsindustrie een industrie is met een hoge mate van interne concurrentie. Het is een niet snel groeiende markt met relatief veel bedrijven. Er zijn hoge investeringskosten aanwezig en de switching costs voor de consument (klant) is laag. Ook de hoge exit barriers zorgen voor meer concurrentie. Om een beter beeld te krijgen bij de concurrentie is de regionale Sw-branche hieronder weergegeven:

Naast Caparis zijn er in Friesland nog 3 andere Sw-organisaties aanwezig: - Oostergo in Dokkum; Oostergo werkt voor de gemeenten Dongeradeel,

(33)

met de beweging van binnen naar buiten. Oostergo maakt gebruik van

Oostergo plaatsing om mensen aan de slag te krijgen bij reguliere werkgevers. Qua productie zit Oostergo in dezelfde branche als Caparis Leeuwarden. Oostergo concentreert zich op werkzaamheden op het gebeid van

verpakkingen en montage. Ook beschikt Oostergo over een afdeling groenvoorziening.

- Empatec in Sneek; Empatec is een zelfstandig bedrijf dat is ontstaan uit de fusie van Westergo/Franeker en Marrelan/Sneek. Het is een bundeling van dertien bedrijven in het westen van Friesland. Er werken zo’n 1750 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook dit bedrijf heeft de focus weer op uitstroming naar een reguliere baan. De doelstelling is: Wij zien het als onze maatschappelijke taak de medewerkers in hun werk maximaal te ontwikkelen, met als uiteindelijke doel een reguliere baan (Empatec). Empatec zit qua productie ook in de verpakkingsmarkt maar doet veel meer. Dit bedrijf is ook actief in de Metaal en houtbewerking, montage, stoffering, confectie,

drukkerij, copyshop-business. Ook heeft dit bedrijf twee kwekerijen en een Groen en woningafdeling. De activiteiten van dit bedrijf zijn erg divers. Naast Sw-trajecten lopen er ook trajecten van niet Sw-personen bij dit bedrijf. Dit wordt in samenwerking met de gemeente gedaan. Empatec heeft hiervoor een apart bedrijf opgericht genaamd Empaselect.

- Trion in Kollum; Bij Trion werken ruim 400 werknemers en is ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Dantumadeel en

Kollumerland en Grijpskerk (Groningen). Doelstelling van het bedrijf is om mensen met een arbeidsbeperking te ontwikkelen door het bieden van werk, opleiding, trajecten en coaching (Trion). Dit bedrijf heeft ook weer een groot scala aan activiteiten. Naast de verpakkingsindustrie is Trion ook actief in Grafisch (bijv. drukken van foto’s, magazines), Hout, Groen en heeft het een eigen kwekerij.

Verder zijn er nog vijf Sw-bedrijven in Groningen, drie in Drenthe en een in

(34)

Ten opzichte van gevangenissen onderscheidt Caparis zich vooral in kwaliteit. Bedrijven die productiewerk uitbesteden aan gevangenissen komen nogal eens terug bij Sw-bedrijven aangezien deze wel de kwaliteit leverden die gewenst was.

Bargaining power consumenten

De bargaining power van consumenten heeft betrekking op de impact die klanten hebben op een productie-industrie. Het voorbeeld van de grootste bargaining power is een monopsony waar er 1 koper is en vele aanbieders. In een dergelijke industrie kan de consument de prijs bepalen en dit is dus ook slecht voor de producenten in een industrie.

Consumenten hebben relatief veel macht wanneer ze geconcentreerd zijn. Dat wil zeggen dat er een paar kopers zijn met relatief veel marktaandeel. Als we alleen al naar de orderportefeuille van Caparis Leeuwarden kijken kunnen we zien dat dit hier niet het geval is, er zijn veel vragers op deze markt aanwezig.

Consumenten hebben ook veel invloed als ze relatief een grote hoeveelheid product afnemen, in dit geval dus een grote order voor verpakkingen. Ook dit is niet het geval. Zoals al eerder vermeld voert Multipack voor veel verschillende bedrijven een divers orderpakket uit. Er is geen sprake van 1 grote afnemer/opdrachtgever.

Een derde reden zou het gevaar voor achterwaartse integratie kunnen zijn, Als er een grote dreiging bestaat dat de koper de leverancier overneemt leidt dit ook tot een grotere invloed. Ook dit is hier niet het geval in de markt van Caparis Leeuwarden. Er kan dus gezegd worden dat de bargaining power van leveranciers laag is.

Consumenten zijn zwak wanneer er een omgekeerde dreiging is, dus van voorwaartse integratie. Ook dit is hier niet het geval.

Een andere reden waarom consumenten relatief niet veel macht kunnen hebben is als de switching costs voor kopers hoog zijn, maar aangezien het voor een koper niet veel investering vergt om het product ergens anders te laten verpakken kunnen de

switching costs laag genoemd worden.

(35)

markten van kunststof kokers en krimp heeft Caparis Leeuwarden wel macht. Omdat Caparis Leeuwarden als 1 van de weinige bedrijven in staat is om grote orders te krimpen (zeker in de regio) en als enige bedrijf in de regio kunststof kokers vervaardigt heeft Caparis Leeuwarden in deze markten wel degelijk een sterke uitgangspositie.

Bargaining power supplier

De verpakkingsindustrie heeft ruwe materialen zoals kunststof plastic en papier etc. nodig. Hierdoor ontstaan er koperverkoper relaties tussen de industrie en de

leveranciers van ruwe materialen. Leveranciers kunnen, als ze veel macht hebben, een gedeelte van de winst van een industrie afpakken door hogere prijzen voor ruwe materialen te vragen. Leveranciers hebben veel macht wanneer er de mogelijkheid is van voorwaartse integratie. Dit is niet van toepassing op Caparis omdat er geen dreiging is van de leveranciers om het Sw-bedrijf over te nemen.

Ook wanneer leveranciers geconcentreerd zijn of er hoge switching costs zijn hebben leveranciers meer macht, maar dat is niet het geval in deze industrie. En aangezien zoals hierboven vermeld consumenten ook geen macht hebben kunnen leveranciers dit ook niet gebruiken om verpakkingsbedrijven onder druk te zetten.

New entry

De kans op toetreders tot de huidige verpakkingsmarkt vanuit Nederland is klein. De marges in deze markt zijn dusdanig klein dat de investeringskosten niet snel

terugverdiend kunnen worden, Denk hierbij aan de dure machines en de grote

opslagruimte die nodig is. Dus het is niet een interessante markt om van buitenaf in te stappen. Wel in de markt van het eenvoudige inpakken. In deze markt kunnen

thuiswerkcentrales ontstaan die huisvrouwen die op de kinderen passen voor een kleine vergoedingen kunnen laten werken. Een andere bedreiging is die van

nieuwkomers uit lage lonen landen. Door de globalisering kunnen deze landen steeds beter concurreren en door de lagere loonkosten zouden hier nog bedrijven een

(36)

zijn geheel zal verdwijnen. Er zullen altijd producten blijven die lokaal verpakt moeten worden vanwege bijvoorbeeld bederf of hoge transportkosten.

Wel nieuw zijn de concurrenten die erbij komen door het openstellen van het reïntegratietraject voor een Sw-geïndiceerde. Bestaande bedrijven krijgen door de nieuwe wet de mogelijkheid om ook hun diensten aan te bieden aan

Sw-geïndiceerden. Dit zijn niet zozeer nieuwe bedrijven die de markt betreden, maar meer bestaande bedrijven die door de nieuwe wet de mogelijkheid gekregen hebben om reïntegratietrajecten aan te bieden voor Sw-geïndiceerden. Ook begeven deze

bedrijven zich op de markt van het simpele verpakkingswerk. Vanwege de subsidies die deze bedrijven ontvangen voor het verrichten van integratiewerk kunnen deze bedrijven dit werk erg goedkoop doen.

Substituten en complementen

Substituten zijn producten die als vervanging gebruikt kunnen worden. Gedacht moet worden aan de video en de dvd. De komst van de dvd heeft de videomarkt

bijvoorbeeld enorm verkleind. Een complement is een product die een ander product ondersteunt. Dit betekent dat als de verkoop van het ene product stijgt de verkoop van het andere product ook omhoog gaat. Vloei en shag zijn een mooi voorbeeld. Voor de verpakkingsmarkt zijn er geen echte substitutiegoederen aanwezig. Producten zullen altijd verpakt moeten worden en als er een nieuwe manier van verpakken zich aandient zal Caparis die waarschijnlijk wel kunnen uitvoeren. Het moet meer gezien worden als een service die verleend wordt. Complementen zijn ook niet echt

aanwezig in de markt. Natuurlijk zijn de producten die verpakt moeten worden

(37)

7. Financiële Benchmark

Met behulp de bedrijfsvergelijking die Cedris elk jaar uitgeeft zal nu de financiële benchmark voor Caparis uitgevoerd worden. De gegevens uit dit rapport zijn voor Caparis NV over het eerste halfjaar van 2006 en dus niet gespecificeerd voor Caparis Leeuwarden. Dit maakt de gegevens iets minder bruikbaar. Om deze reden zal ook getracht worden om daar waar mogelijk de gegevens van Caparis Leeuwarden te gebruiken uit de kwartaalrapportage van Caparis Leeuwarden. De bedrijfsvergelijking is uitgevoerd onder 78 bedrijven en er is dus ook een ranking van 1 tot 78. Dit is het getal wat tussen haakjes genoemd wordt.

Wat meteen opvalt als je de gegevens van Caparis bekijkt is de grote groep ernstig gehandicapten (2). Ook valt op dat Caparis NV een groot Sw-bedrijf is (6). De afdeling Caparis Leeuwarden zou met ongeveer 500 werknemers aan de onderkant van de middenmoot terecht komen (rond de 50ste plaats). De wachtlijst bestaat uit 317 personen (7) wat wel overeenkomt met de grote van het bedrijf. Caparis Leeuwarden heeft met 112 personen echter een hoge wachtlijst ten opzichte van het aantal

werknemers. De omzet van Caparis NV per Sw-werknemer is laag (59). Dit is te verklaren door het hogere percentage matig en ernstig gehandicapten bij Caparis NV en door de lagere resultaten op Detacheringen. Het bedrijfsresultaat komt dan ook uit op 14.099 per Sw-medewerker (66) wat na aftrek van de rijksvergoeding (11) een exploitatieresultaat oplevert van -865 per Sw-medewerker (51). Het betrekken van de gegevens van Caparis Leeuwarden op dit vlak heeft niet veel zin omdat de

(38)

8. SWOT analyse

In deze sectie zullen alle sterke en zwakke punten van Caparis Leeuwarden op een rijtje gezet worden. Er is gekozen voor de Strengths, Weakensses, Opportunities and Threaths (SWOT) analyse. Deze analyse heeft naast de sterke en zwakke punten ook aandacht voor de kansen en bedreigingen die er voor een bedrijf aanwezig zijn. Alle vier punten zullen in apart worden behandeld. Hierna zullen de strengths en

weaknesses gekoppeld worden aan de opportunities en threaths om tot vragen te komen. Dit wordt een confrontatiematrix genoemd en hierin wordt de omgeving gekoppeld aan het bedrijf. Hier zullen vragen uit ontstaan die gedeeltelijk gebruikt zullen worden bij het vervolg van het onderzoek.

Strengths

- Synergie met Foodpack Heerenveen. Door de fusie heeft Caparis Leeuwarden synergie gekweekt met vooral Foodpack Heerenveen. Deze bedrijven besteden onder andere ook orders aan elkaar uit en spelen klanten die dichter bij de andere vestiging liggen naar elkaar toe.

- Ziekteverzuimbeleid. Caparis Leeuwarden voert de laatste jaren een duidelijk ziekteverzuimbeleid om het ziekteverzuim terug te dringen. Was het

ziekteverzuim bij Caparis Leeuwarden enkele jaren geleden nog hoger dan 20% inmiddels is dit teruggedrongen tot zo’n 12%. Dit is te danken aan het ziekteverzuimbeleid dat Caparis voert. Kern hiervan is dat de

(39)

kunnen korten op het loon is het ziekteverzuim al drastisch gedaald. Caparis verwacht een verdere daling van dit ziekteverzuim aangezien het tijd nodig heeft voor de volledige gevolgen van het invoeren van dit beleid zichtbaar worden.

- Door de diversiteit van de productiemethoden binnen Multipack wordt afhankelijkheid van 1 productiemethode vermeden. Een opdrachtgever kan dan ook minder invloed uitoefenen op Caparis ten opzichte van prijs etc. - Diversiteit aan opdrachtgevers. Ook dit zorgt voor minder afhankelijkheid van

producenten om bargainingpower te voorkomen.

- Door de fusie die Caparis Leeuwarden aangegaan is met andere Sw-bedrijven in Friesland is zij nu het grootste Sw-bedrijf in Friesland. Dit brengt

schaalvoordelen met zich mee. Caparis daar actief mee bezig is en dus is het een strength ten opzichte van concurrenten.

- De productiemethode van kunststof kokers en het kunnen krimpen van grote partijen

- Het voeren van een voorzichtig loonbeleid. Doordat alle nieuwe instroom de eerste twee jaar het minimumloon verdient en pas daarna in functieloon komt wordt er bespaard op de loonkosten. Ook wordt op deze wijze de stap naar begeleid werken niet tegengewerkt door een terugval in loon voor de Sw-geïndiceerde

- Door de focus op kwaliteit heeft Caparis binnen haar netwerk inmiddels een goede naam als verpakkingsbedrijf opgebouwd.

- Ervaring met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het Sw-bedrijf heeft sinds het ontstaan te maken met mensen met een afstand tot de

arbeidsmarkt en heeft hier inmiddels dan ook veel ervaring mee. Ook ligt er een infrastructuur binnen het bedrijf die geschikt is voor mensen met een handicap. Denk aan aangepaste toiletten, liften om op verschillende verdiepingen te komen, aanpassingsmogelijkheden aan een werkplek, etc. - De opslagcapaciteit van Caparis Leeuwarden.

Weaknesses

(40)

zorgt voor onrust binnen het bedrijf. Kenmerken van deze cultuur zijn volgens het rapport ‘Omgaan met de veranderende doelgroep’:

- Klagen en mopperen

- Niet verantwoordelijk voelen voor problemen

- wantrouwen van onderaf; een gevoel zaken van bovenaf opgelegd te krijgen - middelmaat is tot norm verheven

Caparis Leeuwarden is reeds aan de slag gegaan om deze cultuur te

veranderen. Dit is gedaan door een projectgroep op te starten die het huidige besturingssysteem moest toetsen en waarnodig met verbeteringen moest komen. Ook is elke medewerker in de gelegenheid gesteld zelf (verbeter) voorstellen aan te dragen door middel van persoonlijke gesprekken. De cultuuromslag lijkt in de maak te zijn maar toch kon wordt dit punt nog genoemd om het belang hiervan te onderstrepen.

- Onwetendheid bij bedrijfsleven. Doordat bij veel bedrijven een sociale werkplaats nog een negatief imago heeft loopt Caparis Leeuwarden nog veel orders mis. Ook heeft dit invloed op het aanbod detacheringplekken en begeleid werken.

- Uitstroom van mensen op sleutelposities. Probleem bij detacheringen en begeleid werken is dat vaak de mensen op sleutelposities binnen het bedrijf uitstromen. Deze mensen hebben namelijk de capaciteiten om buiten het bedrijf te werken. Omdat Caparis Leeuwarden reeds detacheringtrajecten heeft lopen is dit reeds gebeurd. Op deze manier komt bij meerdere detacheringen de interne bedrijfsvoering in gevaar.

- De nog niet actieve klantenbenadering van Multipack.

- Onvoldoende gemeentegericht. De gemeente moet het gevoel krijgen dat een Sw-bedrijf een verlengstuk is van de gemeente waardoor Caparis preferred supplier van de gemeente zou kunnen worden op gebied van bijvoorbeeld reïntegratietrajecten.

- Grote en lange wachtlijst.

(41)

Opportunities

- Reïntegratietrajecten opzetten voor andere doelgroepen dan de Sw. - De stimulering vanuit de wetgeving van begeleid werken en detachering. - De relatief grote groep personen tussen de 10-30 jaar in de gemeente

Leeuwarden vanwege het feit dat dit potentiële starters van nieuwe bedrijven zijn.

- Grote hoeveelheid niet commerciële bedrijven in de regio. - Verdere liberalisering van de postmarkt.

- De gemeentelijke WWB populatie die zowel relatief kort in de Wet Werk en Bijstand zit als erg omvangrijk is. Ook is de populatie jong te noemen. - Relatief hoge concentratie fase 4 personen in de WWB populatie.

- De goed draaiende economie die zelfs regionaal nog sneller aantrekt dan landelijk.

- Grotere werkloosheid in de regio. Dit leidt weer tot grotere kansen voor trajecten. Wel moet opgemerkt worden dat de werkloosheid flink daalt zowel landelijk maar ook zeker provinciaal en op gemeentelijk niveau. Friesland en Leeuwarden maken hierin een duidelijke inhaalslag.

- Groei werkgelegenheid.

- Toenemend belang van maatschappelijk ondernemen.

- Globalisering van de wereldhandel/economie; afstanden worden steeds kleiner wat een vergroting van het afzetgebeid tot gevolg heeft.

- Technologie; Het inzetten van technologie zoals internet kan Caparis Leeuwarden helpen bij de bedrijfsvoering.

- Gemeente bepaalt waar een persoon geplaatst wordt. Caparis Leeuwarden heeft maar te maken met 1 gemeente dus er is kans op 1 op 1 contact. - Grote en lange wachtlijst; Ruimte genoeg op te schuiven met mensen.

Probleem is alleen dat hier in de huidige wetgeving maar beperkt ruimte voor is. maar aangezien de regering aangegeven heeft om extra kosten te willen maken om de lange wachtlijst te bestrijden zou hier in de toekomst

(42)

Threaths

- Concurrentie van andere integratiebedrijven door de toenemende vrijheid van de Sw-geïndiceerde. Deze kan namelijk het Sw-bedrijf passeren door eigen bedrijf aan te voeren voor een integratietraject.

- Gemeente bepaalt waar een persoon geplaatst wordt.

- Grotere werkloosheid in de regio dan landelijk. Hierdoor is er regionaal minder krapte op de arbeidsmarkt wat Deta en BW kansen verkleint. Wel moet opgemerkt worden dat de werkloosheid flink daalt zowel landelijk maar ook zeker provinciaal. Friesland en Leeuwarden maken hierin een duidelijke inhaalslag.

- Veranderde wetgeving om meer mensen naar reguliere banen te brengen heeft een krimp van beschut binnen tot gevolg vanwege de groei van Deta en BW. Dit kan niet opgevangen worden door de nog aanwezige wachtlijst omdat het aantal Deta en BW plaatsen meetellen in de jaarlijkse quota dat een Sw-bedrijf krijgt. Hierdoor ontstaat vrije ruimte (gebouwen) en een extra uitstroom op sleutelposities.

- Regionaal grotere groep 10-20 en 20-30 waardoor er meer concurrentie om arbeidsplaatsen zou kunnen komen.

- De regionale krimp van de sectoren industrie, vervoer en opslag en communicatie waarbij laaggeschoolde banen verloren gaan.

- Technologie; Door toenemende automatisering zijn er steeds minder mensen nodig bij gelijkblijvende ordergrootte en nemen de vaardigheden die verlangd worden toe.

- Globalisering; afstanden worden relatief steeds kleiner wat een toename van de concurrentie tot gevolg heeft.

- Concurrentie op de verpakkingsmarkt. Hoge concurrentie zorgt voor weinig bargainingpower ten opzichte van leveranciers. Doordat reïntegratiebedrijven op de verpakkingsmarkt zijn gekomen is de concurrentie toegenomen.

- New entry vanuit de lage lonen landen. Werkt concurrentieverhogend en is een gevaar voor de orderportefeuille.

(43)

9. Confrontatiematrix

(44)

goede naam te behouden moet de kwaliteit hoog blijven. Ook dit is een sterk middel tegen de concurrentie van bijvoorbeeld gevangenissen omdat daar vaak problemen zich voordoen door de minder gemotiveerde werkkrachten.

Caparis Leeuwarden zou meer de focus moeten leggen op maatschappelijk belang. Aangezien in de missie dit genoemd wordt zou hier veel meer aandacht aan besteed moeten worden. Door bedrijven er actief op te wijzen dat wanneer ze productie onderbrengen bij Multipack ze met maatschappelijk ondernemen bezig zijn heb je als bedrijf een extra ijzer in het vuur ten opzichte van bijvoorbeeld de gewone

loonverpakkers en gevangenissen. Om de concurrentie met andere Sw-bedrijven aan te gaan die ook in de verpakkingsmarkt opereren zal Caparis Leeuwarden zich ook hier moeten onderscheiden van haar concurrenten. Dit doet Caparis Leeuwarden al door de productiemethode van kunststof kokers en door het volume dat op de afdeling krimp kan worden afgehandeld. Deze productiemethoden zijn in de regio uniek en onderscheid Caparis dan ook van de andere Sw-bedrijven in de buurt. Ook is Caparis een grote speler in de regionale markt en zou Caparis in staat moeten zijn om door middel van schaalvoordelen kleinere Sw-bedrijven uit de markt te kunnen

concurreren. Om de concurrentie aan te gaan met reïntegratiebedrijven en deze slag te winnen is moeilijk voor Caparis Multipack. Omdat deze bedrijven zwaar

(45)

Time Employees (FTE’s) waarvoor zij een plaats moet bieden is vastgesteld. Helaas tellen personen die in begeleid werken zitten en gedetacheerd zijn ook mee voor dit aantal waardoor de krimp van beschut binnen onvermijdelijk is. Direct plaatsen van een werknemer in Deta of BW vanaf de wachtlijst biedt ook geen oplossing omdat er eerst een plaats vrij moet komen (iemand moet het bedrijf verlaten door bijvoorbeeld verhuizing of natuurlijk verloop) voor er iemand vanaf de wachtlijst geplaatst mag worden. Komt deze persoon uit beschut binnen neemt de populatie in beschut binnen alsnog af. Mocht de regelgeving in de toekomst aangepast worden op deze punten kan Caparis Leeuwarden hier wel wat mee. De enige kans die een Sw-bedrijf nu heeft om van de volgorde van de wachtlijst af te wijken is door te schuiven met de volgorde wanneer iedereen die op de wachtlijst staat binnen 12 maanden na aanmelding geplaatst kan worden. Aangezien de wachtlijst van Caparis Leeuwarden 48 maanden bedraagt, ligt hier zoals eerder uitgelegd ook geen mogelijkheid om van de volgorde van de wachtlijst af te wijken totdat de wachttijd terug is naar 12 maanden. Het voorzichtige loonbeleid en goed werkende ziekteverzuimbeleid binnen Caparis Leeuwarden helpt natuurlijk om de kosten te drukken en de concurrentiepositie te versterken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Spanning: financiële druk partijen / belangen / taal die je spreekt versus de goede dingen doen voor de cliënt en de omgeving. • Spanning: theorie en praktijk, mooi bedacht maar

Het wijkteam begeleidt de bewoner bij het vergroten van de financiële zelfredzaamheid en het realiseren van een duurzame stabiele financiële situatie. Via het wijkteam

Uit deze casus blijkt dat de aandacht voor het leren van het Nederlands gemakkelijk kan verdwijnen wanneer Nederlands geen formele positie heeft in het curriculum.. Achteraf kan

De keuze van de beleidsproducten die aan de verschillende programma’s worden toegevoegd is de verantwoordelijkheid van het College van B&amp;W. In het overzicht in bijlage VI,

Uit het onderzoek is gebleken dat het juridische instrument bestemmingsplan door de gemeenten wordt gezien als een instrument dat gebruikt kan worden om de horeca in een

Er wordt een serie voorstellingen gebracht die niet voor de grote theaterzaal gemaakt zijn, maar juist voor een kleinere en intie- mere theatersetting.. Met de

Responsible disclosure binnen de ICT-wereld is het op een verantwoorde wijze en in gezamenlijkheid tussen melder en organisatie openbaar maken van ICT-kwetsbaarheden op basis van

In close cooperation with and support of many stakeholders, a wide variety of strategies and plans have been developed including, amongst others, the Wadden Sea World