• No results found

Brancheanalyse

In document Caparis Leeuwarden (pagina 30-37)

Vijf forces model

Aan de hand van het 5-forces model behandel ik nu de branche waarin Caparis Leeuwarden opereert. Ook zit hierin een stukje concurrentieanalyse. Het 5-forces model van Porter bestaat uit 5 verschillende krachten die invloed hebben op een bedrijf (Porter 2000). Hieronder is het model schematisch weergegeven. Alle vijf ‘forces’ zullen apart behandeld worden.

Internal rivalry

Internal Rivalry heeft betrekking op de concurrentie die er op dit moment in de markt aanwezig is. Hier wordt dus gemeten hoe hoog de concurrentie op dit moment is in de markt waar Caparis Leeuwarden in opereert. Er zijn verschillende factoren die de mate van concurrentie beïnvloeden. Deze zullen nu behandeld worden.

Het aantal bedrijven in de verpakkingsmarkt is groot. Niet alleen andere Sw-bedrijven zijn hierin actief, ook normale loonverpakkers en gevangenissen bevinden zich in deze markt. Ook reïntegratiebedrijven zoeken inmiddels naar arbeid voor hun cliënten. Deze concurreren nu ook met Caparis Leeuwarden om simpel inpakwerk. Een grote hoeveelheid bedrijven in een markt vergroot de concurrentie.

Buyer Power Substitutes Supplier Power Threat Of Entry Internal Rivalry

De verpakkingsmarkt is niet een nieuwe markt, de marktgroei is dan ook klein. Dit heeft weer tot gevolg dat de concurrentie hoger wordt omdat bedrijven dan vechten voor hun marktaandeel.

Binnen deze markt zijn er hoge vaste kosten aanwezig die gemaakt moeten worden. Er moeten namelijk dure machines voor het verpakken aangeschaft worden. Ook moet er voldoende ruimte zijn voor opslag omdat het vaak over grote partijen gaat. Door de hoge vaste kosten gaat de competitie omhoog. Een bedrijf moet nu eenmaal

produceren om de vaste kosten te betalen en het niet volledig benutten van de capaciteit van een machine kost geld.

In deze industrie zijn de switching costs niet echt hoog. Een klant kan redelijk gemakkelijk zijn product ergens anders laten inpakken zonder hier hoge kosten voor te moeten maken. Dit verhoogt ook weer de competitie in een industrie.

Multipack opereert in de volgende marktsegmenten:

- Handmatig verpakken (bijv. in/ver pakken van diverse artikelen

- Machinaal vervaardigen van verpakkingen (bijv. kokers, kartonverpakkingen en papier)

- Machinaal verpakken (bijv. sealen en etiketteren)

Er is dus een grote diversiteit in de productie van Caparis. Dit werkt verlagend op de mate van competitie in een markt omdat je op deze manier niet alle focus legt op 1 verpakkingsmethode.

Hoge kosten om de industrie te verlaten (high exit barriers) zijn hier ook aanwezig. Door de kosten die het machinepark en de opslagruimte/werkruimte met zich meebrengen is dit een behoorlijke belemmering om uit de industrie te stappen. Samenvattend kan gezegd worden dat de verpakkingsindustrie een industrie is met een hoge mate van interne concurrentie. Het is een niet snel groeiende markt met relatief veel bedrijven. Er zijn hoge investeringskosten aanwezig en de switching costs voor de consument (klant) is laag. Ook de hoge exit barriers zorgen voor meer concurrentie. Om een beter beeld te krijgen bij de concurrentie is de regionale Sw-branche hieronder weergegeven:

Naast Caparis zijn er in Friesland nog 3 andere Sw-organisaties aanwezig: - Oostergo in Dokkum; Oostergo werkt voor de gemeenten Dongeradeel,

Ferwerderadeel, Ameland en Schiermonnikoog. Er werken circa 500 mensen bij Oostergo. De missie van Oostergo streeft hetzelfde doel na als die van Caparis en is ‘mensen sterk maken in werk’(Oostergo). Ook Oostergo is bezig

met de beweging van binnen naar buiten. Oostergo maakt gebruik van

Oostergo plaatsing om mensen aan de slag te krijgen bij reguliere werkgevers. Qua productie zit Oostergo in dezelfde branche als Caparis Leeuwarden. Oostergo concentreert zich op werkzaamheden op het gebeid van

verpakkingen en montage. Ook beschikt Oostergo over een afdeling groenvoorziening.

- Empatec in Sneek; Empatec is een zelfstandig bedrijf dat is ontstaan uit de fusie van Westergo/Franeker en Marrelan/Sneek. Het is een bundeling van dertien bedrijven in het westen van Friesland. Er werken zo’n 1750 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook dit bedrijf heeft de focus weer op uitstroming naar een reguliere baan. De doelstelling is: Wij zien het als onze maatschappelijke taak de medewerkers in hun werk maximaal te ontwikkelen, met als uiteindelijke doel een reguliere baan (Empatec). Empatec zit qua productie ook in de verpakkingsmarkt maar doet veel meer. Dit bedrijf is ook actief in de Metaal en houtbewerking, montage, stoffering, confectie,

drukkerij, copyshop-business. Ook heeft dit bedrijf twee kwekerijen en een Groen en woningafdeling. De activiteiten van dit bedrijf zijn erg divers. Naast Sw-trajecten lopen er ook trajecten van niet Sw-personen bij dit bedrijf. Dit wordt in samenwerking met de gemeente gedaan. Empatec heeft hiervoor een apart bedrijf opgericht genaamd Empaselect.

- Trion in Kollum; Bij Trion werken ruim 400 werknemers en is ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Dantumadeel en

Kollumerland en Grijpskerk (Groningen). Doelstelling van het bedrijf is om mensen met een arbeidsbeperking te ontwikkelen door het bieden van werk, opleiding, trajecten en coaching (Trion). Dit bedrijf heeft ook weer een groot scala aan activiteiten. Naast de verpakkingsindustrie is Trion ook actief in Grafisch (bijv. drukken van foto’s, magazines), Hout, Groen en heeft het een eigen kwekerij.

Verder zijn er nog vijf Sw-bedrijven in Groningen, drie in Drenthe en een in

Flevoland. Ook bij deze groep is de beweging van binnen naar buiten zichtbaar in de werkwijze. Er kan dan ook gezegd worden dat de onderlinge gelijkenis van de bedrijven qua werkwijze groot is.

Ten opzichte van gevangenissen onderscheidt Caparis zich vooral in kwaliteit. Bedrijven die productiewerk uitbesteden aan gevangenissen komen nogal eens terug bij Sw-bedrijven aangezien deze wel de kwaliteit leverden die gewenst was.

Bargaining power consumenten

De bargaining power van consumenten heeft betrekking op de impact die klanten hebben op een productie-industrie. Het voorbeeld van de grootste bargaining power is een monopsony waar er 1 koper is en vele aanbieders. In een dergelijke industrie kan de consument de prijs bepalen en dit is dus ook slecht voor de producenten in een industrie.

Consumenten hebben relatief veel macht wanneer ze geconcentreerd zijn. Dat wil zeggen dat er een paar kopers zijn met relatief veel marktaandeel. Als we alleen al naar de orderportefeuille van Caparis Leeuwarden kijken kunnen we zien dat dit hier niet het geval is, er zijn veel vragers op deze markt aanwezig.

Consumenten hebben ook veel invloed als ze relatief een grote hoeveelheid product afnemen, in dit geval dus een grote order voor verpakkingen. Ook dit is niet het geval. Zoals al eerder vermeld voert Multipack voor veel verschillende bedrijven een divers orderpakket uit. Er is geen sprake van 1 grote afnemer/opdrachtgever.

Een derde reden zou het gevaar voor achterwaartse integratie kunnen zijn, Als er een grote dreiging bestaat dat de koper de leverancier overneemt leidt dit ook tot een grotere invloed. Ook dit is hier niet het geval in de markt van Caparis Leeuwarden. Er kan dus gezegd worden dat de bargaining power van leveranciers laag is.

Consumenten zijn zwak wanneer er een omgekeerde dreiging is, dus van voorwaartse integratie. Ook dit is hier niet het geval.

Een andere reden waarom consumenten relatief niet veel macht kunnen hebben is als de switching costs voor kopers hoog zijn, maar aangezien het voor een koper niet veel investering vergt om het product ergens anders te laten verpakken kunnen de

switching costs laag genoemd worden.

Er zijn wel een hoog aantal kopers op de markt wat in het voordeel werkt van de producent, maar doordat er ook veel aanbieders zijn is hier geen sprake van vergrote macht van leveranciers. Alleen de grote afnemers zoals het zuivelconcern waar Caparis Leeuwarden voor werkt zou nog wat druk kunnen uitvoeren, vooral wanneer het economisch slecht gaat en de orders niet voor het oprapen liggen. Maar op de

markten van kunststof kokers en krimp heeft Caparis Leeuwarden wel macht. Omdat Caparis Leeuwarden als 1 van de weinige bedrijven in staat is om grote orders te krimpen (zeker in de regio) en als enige bedrijf in de regio kunststof kokers vervaardigt heeft Caparis Leeuwarden in deze markten wel degelijk een sterke uitgangspositie.

Bargaining power supplier

De verpakkingsindustrie heeft ruwe materialen zoals kunststof plastic en papier etc. nodig. Hierdoor ontstaan er koperverkoper relaties tussen de industrie en de

leveranciers van ruwe materialen. Leveranciers kunnen, als ze veel macht hebben, een gedeelte van de winst van een industrie afpakken door hogere prijzen voor ruwe materialen te vragen. Leveranciers hebben veel macht wanneer er de mogelijkheid is van voorwaartse integratie. Dit is niet van toepassing op Caparis omdat er geen dreiging is van de leveranciers om het Sw-bedrijf over te nemen.

Ook wanneer leveranciers geconcentreerd zijn of er hoge switching costs zijn hebben leveranciers meer macht, maar dat is niet het geval in deze industrie. En aangezien zoals hierboven vermeld consumenten ook geen macht hebben kunnen leveranciers dit ook niet gebruiken om verpakkingsbedrijven onder druk te zetten.

New entry

De kans op toetreders tot de huidige verpakkingsmarkt vanuit Nederland is klein. De marges in deze markt zijn dusdanig klein dat de investeringskosten niet snel

terugverdiend kunnen worden, Denk hierbij aan de dure machines en de grote

opslagruimte die nodig is. Dus het is niet een interessante markt om van buitenaf in te stappen. Wel in de markt van het eenvoudige inpakken. In deze markt kunnen

thuiswerkcentrales ontstaan die huisvrouwen die op de kinderen passen voor een kleine vergoedingen kunnen laten werken. Een andere bedreiging is die van

nieuwkomers uit lage lonen landen. Door de globalisering kunnen deze landen steeds beter concurreren en door de lagere loonkosten zouden hier nog bedrijven een

redelijke winstmarge kunnen behalen. Doordat een paar van deze landen bij de EU komen is deze dreiging reëel. Caparis hoeft echter niet bang te zijn dat de markt in

zijn geheel zal verdwijnen. Er zullen altijd producten blijven die lokaal verpakt moeten worden vanwege bijvoorbeeld bederf of hoge transportkosten.

Wel nieuw zijn de concurrenten die erbij komen door het openstellen van het reïntegratietraject voor een Sw-geïndiceerde. Bestaande bedrijven krijgen door de nieuwe wet de mogelijkheid om ook hun diensten aan te bieden aan

Sw-geïndiceerden. Dit zijn niet zozeer nieuwe bedrijven die de markt betreden, maar meer bestaande bedrijven die door de nieuwe wet de mogelijkheid gekregen hebben om reïntegratietrajecten aan te bieden voor Sw-geïndiceerden. Ook begeven deze

bedrijven zich op de markt van het simpele verpakkingswerk. Vanwege de subsidies die deze bedrijven ontvangen voor het verrichten van integratiewerk kunnen deze bedrijven dit werk erg goedkoop doen.

Substituten en complementen

Substituten zijn producten die als vervanging gebruikt kunnen worden. Gedacht moet worden aan de video en de dvd. De komst van de dvd heeft de videomarkt

bijvoorbeeld enorm verkleind. Een complement is een product die een ander product ondersteunt. Dit betekent dat als de verkoop van het ene product stijgt de verkoop van het andere product ook omhoog gaat. Vloei en shag zijn een mooi voorbeeld. Voor de verpakkingsmarkt zijn er geen echte substitutiegoederen aanwezig. Producten zullen altijd verpakt moeten worden en als er een nieuwe manier van verpakken zich aandient zal Caparis die waarschijnlijk wel kunnen uitvoeren. Het moet meer gezien worden als een service die verleend wordt. Complementen zijn ook niet echt

aanwezig in de markt. Natuurlijk zijn de producten die verpakt moeten worden

belangrijk. Want anders valt er niets te verpakken. Ook kan het gebruik van een goede verpakking leiden tot een hogere verkoop maar Caparis heeft hier niet echt invloed op. Deze ideeën komen meer uit de marketingstrategie van een product dan dat het een elkaar versterkende werking heeft.

In document Caparis Leeuwarden (pagina 30-37)