Cliëntenraad Gemeente Beuningen
POSTADRES CLIËNTENRAAD BEUNINGEN: P/A POSTBUS 14,6640AABEUNINGEN VOORZITTER:HENK PEEREBOOM
AMBTELIJK SECRETARIS:MIRANDA BEKKERS TELEFOON 14024, TELEFAX 024–6778078
E-MAIL: CLIENTENRAAD@BEUNINGEN.NL
g
Aan de gemeenteraad en het college
Datum : 4 december 2014 Uw Kenmerk :
Uw contact : Cliëntenraad Beuningen Telefoon :
Onderwerp : Verordeningen Participatiewet 2015
Geacht college, geachte leden van de raad,
In onze vergaderingen van 17 november en 1 december jl. hebben wij de concept-verordeningen op basis van de Participatiewet 2015 besproken. Het betreft bestaande bestaande verordeningen die worden aangepast en er worden nieuwe verordeningen.
De verordeningen zijn toegelicht door de beleidsmedewerker en technische vragen zijn beantwoord.
In verband met de invoering van de Participatiewet in 2015 moeten bestaande verordeningen worden aangepast en er worden nieuwe verordeningen voorgesteld.
Het raadsvoorstel behandelt 4 verordeningen.
1. Verordening individuele inkomenstoeslag 2. Verordening individuele studietoeslag 3. Verordening tegenprestatie
4. Afstemmingsverordening Participatie, IOAW en IOAZ.
Ad 1 De verordening voor de Individuele Inkomenstoeslag is een voortzetting van het bestaande beleid onder de naam langdurigheidstoeslag. Cliënten die al langdurig zijn aangewezen op een minimuminkomen zonder perspectief op een inkomensverbetering komen in aanmerking voor deze toeslag. In de verordening is de inkomensgrens van 110% van het minimuminkomen gehandhaafd, daarmee blijft de doelgroep hetzelfde als het regiem van de langdurigheidstoeslag.
Wij constateren dat de voorgestelde bedragen lager zijn dan in veel andere gemeenten.
Om onduidelijkheid over aanvraag of verzoek te voorkomen kiest uw college voor een werkwijze met een aanvraagformulier, waaraan ruim bekendheid wordt gegeven. De Cliëntenraad vindt dat een goede werkwijze en kan instemmen met deze verordening.
Ad 2 Individuele studietoeslag
Deze studietoeslag geldt voor Wajong-ers, die in aanmerking komen voor studiefinanciering. De
voorgestelde regeling voor nieuwe gevallen aanzienlijk slechter is dan de huidige regeling, die door
2
het UWV wordt uitgevoerd. Wij hebben begrepen dat onder de overgangsregeling de rechten van de huidige ontvangers van een studietoeslag blijven bestaan. Het gaat om een groep jonge cliënten, die niet in staat is net als ‘arbeidsgeschikte’ studenten naast hun studie inkomsten te verwerven met een bijbaan.
De voorgestelde studietoeslag is aanzienlijk lager is dan in andere gemeenten. Het gaat om een beperkt aantal cliënten, maar er wordt niet duidelijk gemotiveerd waarom voor deze bedragen wordt gekozen. Volgens ons biedt het budget voor dit doel ook in de komende jaren ruimte voor hogere toeslagen.
Bij de voorgestelde inkomenstoeslag, maar des te meer bij de studietoeslag zijn de voorgestelde toeslagen lager dan in veel andere gemeenten.
Vanuit het perspectief van de cliënt blijven wij de vinger op de zere plek leggen wanneer uit
voorstellen blijkt dat de cliënten in Beuningen als gevolg van deze nieuwe regelingen slechter af zijn dan in andere gemeenten.
Voor het overige is de Cliëntenraad akkoord met de verordening individuele studietoeslag.
Ad 3 Tegenprestatie
De inhoud van de verordening tegenprestatie is goed gevallen binnen de Cliëntenraad. In tegenstelling tot de eerdere richtlijnen uit Den Haag, ligt er nu een voorstel waarin de cliënt met respect wordt bejegend. Cliënten die actief zijn als mantelzorger en vrijwilliger verrichten al een tegenprestatie. En tegenprestatie is juist geen instrument dat toe leidt naar werk, de
werkzaamheden in het kader van tegenprestatie mogen uitdrukkelijk niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Wij vinden het overigens een goede zaak als het gesprek wordt gevoerd over maatschappelijke activering, maar dan wel over activiteiten die aansluiten bij de belangstelling van de cliënt en op basis van vrijwilligheid.
Ad 4 Afstemmingsverordening
In 2013 hebben wij al een advies uitgebracht over de afstemmingsverordening. Wij kunnen
instemmen met bepaalde sancties wanneer de cliënten zich bewust niet aan de regels houden, maar wij spreken onze zorg uit over sancties waarbij de gehele uitkering een aantal maanden wordt stop gezet.
Het Rijk beschouwt de gemeente op dit beleidsterrein als een soort uitvoeringskantoor en schrijft letterlijk voor welke gedragingen met bepaalde maatregelen worden gesanctioneerd.
In het onlangs verschenen rapport van de Nationale Ombudsman wordt geconstateerd dat er bij de uitvoering van de Fraudewet nauwelijks onderscheid wordt gemaakt tussen opzettelijke fraudeurs en de cliënten die niet over de juiste informatie beschikten of iets verkeerd hebben begrepen en niet kunnen aantonen dat de uitkeringsinstantie een fout heeft gemaakt. De oorzaak van de fout die cliënten hebben gemaakt zou in de uitvoeringspraktijk nauwelijks een rol spelen en dan worden zij als fraudeurs beboet.
De Ombudsman stelt: ‘ behoorlijk overheidsoptreden vereist dat uitvoeringsinstanties ook bij de bestrijding van fraude de belangen van goedwillende burgers respecteren’.
Op basis van dit rapport wijzen wij u erop dat de Fraudewet de ruimte biedt om rekening te houden met individuele omstandigheden om te voorkomen dat er disproportioneel hoge boetes worden opgelegd.
Met vriendelijke groet,
3