• No results found

Uw contact : Cliëntenraad Beuningen Telefoon :

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uw contact : Cliëntenraad Beuningen Telefoon : "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Cliëntenraad Ge- meente Beuningen

POSTADRES CLIËNTENRAAD BEUNINGEN: P/A POSTBUS 14,6640AABEUNINGEN VOORZITTER:HENK PEEREBOOM

AMBTELIJK SECRETARIS:MIRANDA BEKKERS TELEFOON 14024, TELEFAX 0246778078

E-MAIL: CLIENTENRAAD@BEUNINGEN.NL

g

Aan de gemeenteraad en het college

Datum : 11 juni 2014 Uw Kenmerk :

Uw contact : Cliëntenraad Beuningen Telefoon :

Onderwerp : Bezuinigingsscenario’s Huishoudelijke Hulp

Geacht college, geachte leden van de raad,

Hiermee reageert de Cliëntenraad Beuningen op de Opinienota “Bezuiniging Hulp bij het Huishou- den”.

De nota begint met het aangeven van het wettelijk kader Hulp bij huishouden vanaf 2015. Vervol- gens geeft de nota de stand van zaken weer rond de huishoudelijke hulp (verder te noemen HH) in onze gemeente.

Wij willen onze reactie evenwel graag starten met een terugblik op de bezuinigingen rond de HH en de raad en uw college (en wellicht ook onszelf) wijzen op een aantal risico’s.

Vanaf 2007 geven gemeenten burgers zo nodig HH. Deze taak kwam destijds over van de AWBZ, met het historische budget. Er lag geen taakstelling op.

Al snel na de start kwamen er financiële problemen. De kosten voor de verstrekking van HH waren hoger dat het beschikbare budget. Dit kwam o.a. door de relatief hoge prijs van het product en door het grote aandeel van de (duurdere) variant HH-2.

Om weer binnen de begroting te komen zijn, middels een systeem van openbare aanbestedingen, de (kost)prijzen drastisch bijgesteld en zijn er meer strikte regels ingevoerd. Daardoor zijn er gelei- delijk minder uren HH verstrekt, bij nieuwe indicaties en bij de herindicaties.

Ook door meer in gesprek met de cliënt te gaan en af te wegen of er ook andere oplossingen mo- gelijk zijn, is het aantal uren HH en het aantal klanten afgenomen.

Door u te wijzen op deze bezuinigingen willen we aangeven dat met het verder terug brengen van het aantal uren HH de grenzen van het aanvaardbare worden bereikt.

Financiële risico’s en verwachtingen.

Graag wijzen wij u op een aantal (financiële) risico’s en verwachtingen die ons doen vrezen voor

het toekomstige budget.

(2)

2

• De toekomstige rijksbijdragen zouden wel eens lager kunnen uitvallen waardoor de feitelij- ke korting hoger is dan 40%.

• De regeling van het overgangsrecht voor mensen die al HH ontvangen is nog niet helder.

Als de oude rechten van kracht blijven en mensen bezwaar maken tegen de nieuwe be- schikking voor ondersteuning bij HH, bestaat het risico dat de gemeente uiteindelijk alsnog meer HH moet verstrekken dan binnen de begroting past.

• Deels door de vergrijzing, maar ook door de aangekondigde hervorming van de langdurige zorg, verwachten wij een toename in het gebruik van HH.

• In de nieuwe Wmo worden een groot aantal taken zonder budget onder verantwoordelijk- heid van de gemeente gebracht. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de voorgeschreven werkwijze rond aanvragen en beschikkingen, of de toezicht houdende taak die expliciet verwoord staat in de Wmo 2015.

Dat gegeven c.q. die verwachting pleit, naar ons oordeel voor een brede integrale aanpak. De nieuwe Wmo verplicht gemeenten ook om tot een integrale aanpak te komen, zodat mensen toch zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen leefomgeving kunnen blijven.

Om tot deze integrale aanpak te kunnen komen, dient er naar ons oordeel bij het onderzoek geïn- ventariseerd te worden op welke domeinen hulp nodig is. Het gaat, naast het brede gebied van de Wmo, om het terrein van de Wet Langdurige Zorg, de Zorgverzekeringswet (de basisverzekering en de (collectieve) aanvullende verzekering), de publieke gezondheid, jeugdzorg, onderwijs, wel- zijn, wonen, werk en inkomen. Ook dient er bezien te worden welke hulp er op die terreinen al ge- boden wordt / geboden kan worden.

In de visie van de Cliëntenraad dient er één samenhangend ondersteuningsplan gemaakt te wor- den met een verantwoordelijke hoofdaannemer voor de klant of het gezin. Het ondersteuningsplan dient een “arrangement” of een “traject” te bevatten, dat bestaat uit met elkaar samenhangende bouwstenen, en dat zich richt op verbetering of stabilisatie van de situatie van de betrokkenen. Bij het plan dienen ook resultaten benoemd te worden, waar naar toe gewerkt wordt en dient er een termijn afgesproken worden waarna opnieuw besproken wordt wat er nodig is.

Bij een maatwerkvoorziening verstrekt de gemeente de benodigde hulp in de vorm van ZIN of een PGB en betaalt de klant, net als nu, de maximale inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

De ondersteuning bij de HH kan één van de zelfstandige bouwstenen zijn in het ondersteunings- plan. Maar ook kan een combinatie gemaakt worden van bijvoorbeeld huishoudelijke hulp en bege- leiding bij dagstructuur.

Wij realiseren ons dat deze brede integrale aanpak een denkproces vergt. Ook ons is nog niet geheel helder hoe een samenhangende ondersteuningsvlak er in de praktijk zal uitzien, maar het is ons inziens wel de enige weg om de HH ook in de toekomt beschikbaar en betaalbaar te houden.

Terugkomend op de Nota “Bezuinigingen Hulp bij het Huishouden” merken we allereerst op dat het

ons verheugd dat niet de gehele korting van € 575.000 als bezuiniging wordt opgelegd, maar dat

de bezuiniging wordt verzacht tot € 423.000. Daarbij wijzen wij u wel op het gegeven dat een be-

zuiniging van € 423.00 tegen een gemiddelde uurprijs HH van € 20,--, leidt tot een vermindering

van ruim 21.000 uur op jaarbasis.

(3)

3 Resultaatfinanciering

Wij hebben vernomen dat het college kiest voor de optie Resultaatfinanciering,

Los van het bovenstaande en los van de weergegeven opties in de opinienota “Bezuinigingen Hulp bij het Huishouden”, is de Cliëntenraad van oordeel dat het resultaat voorop moet staan bij iedere Wmo-voorziening. Naast de resultaatgerichtheid dient het werken aan een grotere zelfredzaamheid van cliënten centraal te staan. De zorgaanbieders zijn de meest geëigende organisaties om dat (resultaatgerichtheid en grotere zelfredzaamheid) in de praktijk handen en voeten te geven.

Het idee om de zorgaanbieders een duidelijke opdracht (bijvoorbeeld ‘een schoon huis’ of ‘schone kleding’) mee te geven, past in dat beeld.

De optie om de aanbesteding anders in te richten dan in voorgaande jaren (resultaatverantwoorde- lijkheid met daartegenover een budget per cliënt of gebied) is een mogelijkheid om de resultaat- verantwoordelijkheid bij de aanbieders en de zelfredzaamheid bij cliënten te vergroten

Naar het oordeel van de Cliëntenraad kan een dergelijke resultaatfinanciering alleen onder strikte voorwaarden worden ingevoerd.

Naar wij aannemen zullen in de nabije toekomst bestaande en nieuwe cliënten uitgenodigd worden voor een zgn. keukentafelgesprek. Bij die gesprekken zal niet meer gesproken worden over uren HH maar zullen afspraken gemaakt worden over het resultaat. Dat resultaat moet gewaarborgd zijn. Daarom dient de gemeente iedere twee maanden de klanttevredenheid te meten door een aantal cliënten een paar vragen voor te leggen. Ook dienen medewerkers van de gemeente steek- proefsgewijs op huisbezoek te gaan om aldus zelf de kwaliteit te beoordelen en de cliënt nogmaals persoonlijk zijn mening te vragen.

Binnen het systeem van resultaatfinanciering zullen zorgaanbieders met de cliënt in gesprek gaan over de omvang en de zwaarte van de hulp. Daarbij zullen ongetwijfeld taken, die tot voor kort wel werden uitgevoerd – zoals planten water geven of de hond uitlaten – niet meer worden uitgevoerd.

Het is aan de gemeente om er voor te zorgen dat, in overleg met de cliënt, gekeken wordt wie dit soort werkzaamheden op zich kan nemen: een bekende van de cliënt, een werkzoekende of een andere vrijwilliger.

Voor cliënten kan het moeilijk zijn dat de HH geen tijd meer heeft voor bijvoorbeeld een kop koffie (sociaal contact). Deze vorm van thuiszorg is (tot teleurstelling van de Cliëntenraad) immers meer als schoonmaakbedrijf dan als zorgverlening georganiseerd.

Wanneer er minder professionele ondersteuning aanwezig is zal de zelfredzaamheid vergroot moeten worden. Dat betekent grotere inzet van het informele netwerk of gebruikmaken van collec- tieve voorzieningen. De zorgaanbieder moet zorgen dat hierin beweging komt. Of die beweging er ook komt zal een onderdeel moeten zijn van de monitoring c.q. kwaliteitsbewaking.

Ook de gemeente zelf kan er voor zorgdragen dat de zelfredzaamheid wordt vergroot door bijv. bij de keukentafelgesprekken mantelzorger(s) te betrekken en de mantelzorg te blijven monitoren.

Tenslotte willen wij u nadrukkelijk adviseren om niet te tornen aan het PGB. Wij zouden het op prijs stellen wanneer cliënten nadrukkelijk gewezen wordt op het PGB.

Met vriendelijke groet

Cliëntenraad Beuningen

Henk Peereboom, voorzitter

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze bepaling is opgenomen om een zorgvuldige procedure te waarborgen en kan worden gezien als een uitwerking van de verplichte delegatiebepaling van artikel 2.1.3, eerste lid

Anders dan de VNG die in haar reacties op de concept AMvB aangegeven heeft dat gemeenten de hier bedoel- de AMvB niet nodig hebben omdat zij aan aanbieders een reële vergoeding

Op deze wijze krijgen we inzicht in de componenten en bijbehorende percentages en deze uitkomsten stellen ons in de gelegenheid om verantwoorde tarieven vast te stellen, wat overigens

22 juli 2016 hebben wij het college met klem gevraagd het raadsbesluit van 12 juli 2016 waarbij de programmarekening 2015 is vastgesteld en expliciet besloten is om de overschotten

De aanzet tot het te ontwikkelen groeimodel bestaat uit een integrale projectbeheersing-definitie; vijf groeifases, welke voorzien zijn van een specifieke doelstelling

Onder het oude beleid werd voor de berekening van de grens voor de bijzondere bijstand uitgegaan van een inkomen waarover deze mensen niet daadwerkelijk konden beschikken. Na

De Cliëntenraad Beuningen wijst het aanbieden van HH1 als algemene voorziening ook af omdat het de weg vrij maakt voor het algemeen gebruikelijk verklaren van HH1.Wanneer de HH1

In het onlangs verschenen rapport van de Nationale Ombudsman wordt geconstateerd dat er bij de uitvoering van de Fraudewet nauwelijks onderscheid wordt gemaakt tussen