• No results found

Cliëntenraad Gemeente Beuningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Cliëntenraad Gemeente Beuningen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Cliëntenraad

Gemeente Beuningen

POSTADRES CLIËNTENRAAD BEUNINGEN: P/A POSTBUS 14,6640AABEUNINGEN VOORZITTER: JAN REVENBERG

AMBTELIJK SECRETARIS: THEA VERDUIJN TELEFOON 14024, TELEFAX 0246778078 E-MAIL: CLIENTENRAAD@BEUNINGEN.NL

g Aan het College van Burgemeester en Wethouders

van de gemeente Beuningen

Datum : 19 juni 2017 Uw Kenmerk :

Uw contact : Telefoon :

Onderwerp : Aanpassing Verordening Wmo + Verordening individuele studietoelage.

Geacht College,

Reeds meerdere malen heeft de Cliëntenraad aangegeven dat een gemeente een reële prijs dient te betalen voor een Wmo-dienst. Met lede ogen hebben wij aangezien hoe sommige zorgaanbieders pogingen gedaan hebben (en daar ook in een aantal gevallen in zijn geslaagd) om hun medewerkers een salaris te betalen con- form een andere cao (van cao VVT naar cao schoonmaak) of hun oudere, hoger ingeschaalde medewerkers

‘vervingen’ door jongere onervaren medewerkers.

Anders dan de VNG die in haar reacties op de concept AMvB aangegeven heeft dat gemeenten de hier bedoel- de AMvB niet nodig hebben omdat zij aan aanbieders een reële vergoeding bieden, heeft de Cliëntenraad juist veel waardering voor het gegeven dat de staatssecretaris van VWS, middels een AMvB, nadere regels stelt aan de eisen van kwaliteit van de voorziening en de prijs die voor de levering wordt vastgesteld. Een goede verhou- ding tussen kwaliteit en de prijs is ons inziens een belangrijke voorwaarde voor een zorgvuldige uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Om een gezonde bedrijfsvoering te kunnen realiseren, kwaliteit te kunnen leveren en om te voorkomen dat door te lage tarieven een oneigenlijke druk op de arbeidsvoorwaarden van zorgmedewerkers ontstaat, is voor zorgaanbieders noodzakelijk dat basistarieven worden vastgesteld op basis van reële kostprijzen. Hierbij moet worden uitgegaan van de inzet van personeel tegen arbeidsvoorwaarden en kosten die passen bij de vereiste vaardigheden die nodig zijn voor het leveren van Wmo diensten conform de kwaliteit die de professionele standaard vraagt. Daarnaast dienen bedrijfskosten en kosten van gemeentelijke eisen, onderdeel te zijn van reële kostprijzen. Deze overige kosten als gevolg van door de gemeente gestelde verplichtingen voor aanbie- ders waaronder rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen, missen wij in de in artikel 19 lid 3 van de herziene verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beuningen 2016, gegeven opsomming van kostprijselementen, terwijl die in de AMvB wel zijn genoemd.

In de toelichting op bedoeld artikel geeft u aan dat de tekst van de gemeentelijke verordening is aangepast aan het gewijzigde artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, om bij de inkoop enige flexibiliteit te houden.

Deze beweegreden ontgaat ons geheel. Naar onze mening is het juist gewenst om zo gedetailleerd mogelijk uit een te zetten welke kostencomponenten een rol moeten spelen bij de bepaling van de reële prijs voor Wmo- diensten.

(2)

Cliëntenraad

Gemeente Beuningen

POSTADRES CLIËNTENRAAD BEUNINGEN: P/A POSTBUS 14,6640AABEUNINGEN VOORZITTER: JAN REVENBERG

AMBTELIJK SECRETARIS: THEA VERDUIJN TELEFOON 14024, TELEFAX 0246778078 E-MAIL: CLIENTENRAAD@BEUNINGEN.NL

g Blz.: 2.

Zoals hiervoor reeds is opgemerkt hecht de Cliëntenraad er veel waarde aan dat zorgaanbieders in staat zijn om hun medewerkers te belonen conform de voor hen geldende cao. Dit is voor ons van dermate groot belang dat wij er van uitgaan dat bij tussentijds wijzigingen in cao-afspraken de gemeente ook tussentijds het tarief zal aanpassen. Wanneer de gemeente geen (tussentijdse) indexering toepast legt dit, vooral bij meerjarige con- tracten met aanbieders, druk op aan de cao-tafel overeengekomen loonstijgingen en op de bedrijfsvoering. Dit zou haaks staan op hetgeen met de AMvB beoogd wordt.

Wij gaan ervan uit dat wij door het college worden geïnformeerd over de overeengekomen prijzen en de we- ging die hierbij is gemaakt.

Tenslotte vraagt de Cliëntenraad zich af of het vaststellen van een reëel tarief een besluit is in de zin van de AWB, waartegen bezwaar en beroep mogelijk is.

Met betrekking tot de verordening individuele studietoelage hebben we een en ander maal gepleit voor aan- passing van de hoogte van de studietoelage. Wij zagen in het verleden, van wege de geringe deelname, moge- lijkheden om de toelage te verhogen waarbij de uitgaven binnen de budgettaire kaders bleven. Het verheugd ons dan ook dat uw college deze gedachtenlijn overneemt en de toelage andermaal verhoogd.

Met vriendelijke groet

Jan Revenberg

(voorzitter Cliëntenraad)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

substantieel kostprijsopdrijvend effect hebben voor zorgaanbieders. Een ander relevant gegeven voor wat betreft de hypothese ten aanzien van de tarieftrends voor

Dit besluit is slechts van toepassing op concentraties van zorgaanbieders waarbij ten minste twee van de betrokken ondememingen in het voorafgaande kalenderjaar met het verlenen

Hierdoor hebben we een eerste beeld gekregen van de wijze waarop en de mate waarin cliënten betrokken zijn (geweest) bij de inkoop van zorg, en welke effecten zij al dan niet ervaren

Zorgaanbieders die in het kader van een aanbesteding óf verlenging van een lopend contract veronderstelden dat de AMvB door de gemeente niet correct werd toegepast, of hier

Dit betekent dat de rechtspositionele aanspraken voor zittende wethouders uitsluitend te vinden zijn in respectievelijk de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders,

Op 11 juli 2016 hebben wij de concept-AMvB ‘Besluit experimenten Participatiewet’ van u ontvangen met het verzoek een bestuurlijke reactie te geven op de mogelijkheid om gemeenten

Een nahangprocedure houdt in dat een reeds vastgestelde AMvB wordt voorgelegd aan de Eerste en/of Tweede Kamer, opdat eventuele opmerkingen en wensen alsnog kunnen worden

Bij de uitwerking van de delegatiegrondslagen voor deze algemene maatregel van bestuur (hierna: Besluit vrachtwagenheffing) zijn uitvoeringsorganisaties betrokken