• No results found

Uitvoering van de AMvB leveringszekerheid; onderdeel pieklevering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uitvoering van de AMvB leveringszekerheid; onderdeel pieklevering"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitvoering van de AMvB leveringszekerheid;

onderdeel pieklevering

(2)

Inhoudsopgave

1 Toelichting onderzoeksrapportage... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Toetsingscriteria... 4 1.3 Voorstellen GTS... 4 1.4 Opbouw onderzoeksrapportage ...5

2 Algemene opmerkingen vooraf... 6

3 Productiecapaciteit ... 8

3.1 Omvang benodigde productiecapaciteit en verschaffing van middelen... 8

3.2 Tarieven productiecapaciteit en kostenverdeling...10

3.3 Uitkomst beoordeling DTe...14

4 Transportcapaciteit ... 15

4.1 Omvang benodigde transportcapaciteit... 15

4.2 Tarieven transportcapaciteit en kostenverdeling... 17

4.3 Uitkomst beoordeling DTe... 20

5 Inkoop gas (commodity)...21

5.1 Omvang pieklevering (commodity) ...21

5.2 Tarief commodity...23

5.3 Uitkomst beoordeling DTe... 24

6 Samenvatting resultaten beoordeling DTe...25

Bijlage I: Relevante bepalingen pieklevering AMvB Leveringszekerheid (Artikel 2)... 26

(3)

1 Toelichting onderzoeksrapportage

1.1 Inleiding

1. Op grond van het Besluit van 13 april 2004, houdende regels inzake voorzieningen in verband met de leveringszekerheid (hierna: AMvB)1, dient de beheerder van het landelijke gastransportnet, Gas Transport

Services (hierna: GTS), voorzieningen te treffen voor de pieklevering2 van gas aan alle kleinverbruikers in

Nederland3. De Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) houdt toezicht op de uitvoering van

deze taak.

1.2 Toetsingscriteria

2. Om invulling te kunnen geven aan deze toezichtstaak heeft DTe een aantal criteria geformuleerd waaraan de voorgenomen handelswijze van GTS wordt getoetst. Hieronder worden deze criteria opgesomd en nader toegelicht:

1. Strijdigheid met de AMvB

Indien de tekst van de AMvB expliciet is over de wijze van de uitvoering, mogen de voorstellen van GTS in ieder geval niet in strijd zijn met deze tekst.

2. Invulling discretionaire bevoegdheid GTS

Indien de tekst van de AMvB niet expliciet is over de wijze van de uitvoering, heeft GTS een zekere beoordelingsruimte of discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat de toets die DTe hierop uitvoert marginaal is en in het bijzonder gericht is op de vraag of de methode van GTS als onredelijk kan worden aangemerkt. Daarbij heeft DTe getoetst aan de volgende criteria:

• Objectiviteit, non-discriminatie en redelijkheid

De methoden en gegevens die GTS voor de uitvoering gebruikt, moeten objectief bepaald zijn. Bovendien moet de uitvoering tot een non-discriminatoir en redelijke uitkomst leiden.

• Marktconformiteit

In artikel 2, lid 4 van de AMvB is aangegeven dat de tarieven voor pieklevering gebaseerd dienen te zijn op ontwikkelingen in de relevante Europese markt4. De pieklevering dient met andere woorden

zoveel mogelijk marktconform te worden vormgegeven. Dit betekent concreet dat DTe heeft beoordeeld of GTS op een vergelijkbare wijze heeft gehandeld als een leverancier op de markt zou doen indien hij de pieklevering zelf had verzorgd.

• Efficiëntie

Voor de onderdelen van de pieklevering waarop geen toets van marktconformiteit kan worden gedaan, geldt dat de betreffende tarieven een redelijke efficiënte uitvoering van de pieklevering zouden moeten weerspiegelen.

1.3 Voorstellen GTS

3. GTS heeft twee voorstellen gedaan voor de wijze van uitvoering, één voor een overgangsregeling (tot 1 januari 2005) en één voor een definitieve regeling (ingaande per 1 januari 2005). De teksten van beide voorstellen zijn op vrijdag 13 augustus 2004 op de Internetpagina van DTe gepubliceerd. Tot en met

1 Staatsblad 2004, nr. 170.

2 Pieklevering omvat gaslevering tussen de -90 en -170 C, zoals gemeten in De Bilt. 3 Zie bijlage I voor de relevante bepalingen van de AMvB.

4 Ook is in artikel 10a, lid 2 van de Gaswet vastgelegd dat: “ indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet bij de

(4)

woensdag 8 september 2004 hebben belanghebbenden de gelegenheid gehad te reageren op de voorstellen van GTS. In totaal heeft DTe elf schriftelijke reacties ontvangen5.

4. Vijf respondenten hebben tijdens de consultatie aangegeven het vreemd te vinden dat GTS in haar voorstellen heeft aangegeven dat DTe bij voorbaat al in heeft gestemd met de hoofdlijnen van de voorstellen. Hierover wordt opgemerkt dat DTe zich in eerste instantie heeft beperkt tot een toets op hoofdlijnen om GTS in staat te stellen te beginnen met de benodigde voorbereidingen voor de

aankomende winter (2004/ 2005). In deze rapportage wordt de invulling in 2004 en 2005 nader getoetst aan de hand van de hiervoor vermelde criteria. Daarnaast wordt ingegaan op de reacties uit het

consultatieproces.

1.4 Opbouw onderzoeksrapportage

5. In deze onderzoeksrapportage wordt eerst een aantal algemene opmerkingen gemaakt over de specifieke omstandigheden voor de winters 2004/ 2005 en 2005/ 2006 (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt ingegaan op de voorzieningen die GTS elke winter vooraf moet reserveren: productiecapaciteit (hoofdstuk 3) en transportcapaciteit (hoofdstuk 4). Daarna komen de voorzieningen aan de orde die GTS moet treffen nadat daadwerkelijk pieklevering heeft plaatsgevonden, namelijk de inkoop van gas ter aanvulling van het gereserveerde volume (hoofdstuk 5). In alle gevallen zal gemotiveerd worden aangegeven of de toetsing aan de criteria en het consultatieproces heeft geleid tot aanpassing van het definitieve voorstel van GTS. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 de integrale beoordeling door DTe van de voorstellen van GTS

weergegeven.

(5)

2 Algemene opmerkingen vooraf

6. Een vergunninghouder krijgt in een situatie van pieklevering te maken met twee toeleveranciers: de reguliere shipper voor gaslevering tot -90 C en GTS als shipper voor gaslevering vanaf -90 C. Centraal bij

de pieklevering staat de vraag wie verantwoordelijk is voor het doen van de noodzakelijke reserveringen en de wijze waarop de daarvoor gemaakte kosten aan de partijen die de dienst afnemen

(vergunninghouders) in rekening worden gebracht.

7. In artikel 2, lid 4 van de AMvB wordt bepaald dat tarieven van elk component van de pieklevering gebaseerd zijn op de ontwikkelingen in de relevante Europese markt. Volgens de toelichting bij de AMvB leidt dit ertoe dat de vergunninghouder niet méér voor de dienst hoeft te betalen dan wanneer deze zelf de pieklevering had moeten verzorgen6. Bovendien moet dit uitgangspunt GTS ertoe bewegen om op de

meest efficiënte wijze invulling te geven aan de dienst pieklevering. Dit is van belang gezien het feit dat GTS alle kosten uit hoofde van deze wettelijke taak kan doorbelasten en GTS dus in beginsel geen economische prikkel heeft om te streven naar zo laag mogelijke tarieven. DTe zal daarom de tarieven toetsen op marktconformiteit en efficiëntie.

8. DTe is van mening dat, om te kunnen waarborgen dat voor de dienst pieklevering de meest optimale productiecapaciteit wordt ingezet (kostenefficiënt), deze productiecapaciteit via een marktconforme inkoopprocedure – zoals een openbare inkoopprocedure – moet worden ingekocht. De uitkomst van een zorgvuldige inkoopprocedure garandeert naar het oordeel van DTe dat een tarief marktconform en efficiënt tot stand komt.

9. Voor de komende twee winters (2004/ 2005 en 2005/ 2006) is er echter geen sprake van een openbare inkoopprocedure voor productiecapaciteit voor pieklevering. De periode tussen het van kracht worden van de AMvB (april 2004) en het in werking hebben van een uitvoeringsregeling voor pieklevering (1 juli 2004) was zeer krap. Omdat GTS op korte termijn de beschikbaarheid van een grote hoeveelheid met zekerheid inzetbare capaciteit moest kunnen garanderen, is ervoor gekozen de capaciteitsmiddelen voor twee winters vast te leggen. Een zorgvuldige, non-discriminatoire tenderprocedure kon niet voldoende tijdig voor de eerstkomende twee winters worden gewaarborgd. Wel is in het najaar van 2004 een tenderprocedure voor de winters van 2006/ 2007 en verder van start gegaan zodat de uitkomsten tijdig bekend zijn voor de winter 2006/ 2007.

10. Gegeven het feit dat voor de eerstkomende twee winters geen openbare aanbesteding heeft kunnen plaatsvinden voor productiecapaciteit, heeft GTS besloten om de ondergrondse gasopslag in Alkmaar (hierna: Alkmaar) en de LNG op de Maasvlakte (hierna: LNG) in te zetten voor de pieklevering. Daarbij heeft GTS duidelijk te kennen gegeven zich te richten op de op korte termijn beschikbare en meest geschikte middelen. Zo heeft GTS bijvoorbeeld aangegeven dat inzet van Groningen voor pieklevering onlogisch zou zijn, doordat capaciteit uit productievelden een veel hogere bedrijfstijd (en daarmee hogere waarde) heeft dan nodig is voor pieklevering. Daarmee zou het tarief voor inzet van een dergelijk middel naar verwachting veel hoger liggen dan redelijk zou zijn voor de gevraagde dienst.

(6)

11. Doordat voor de komende twee winters de marktconformiteitstoets niet via een inkoopprocedure kan worden gedaan, heeft DTe op andere wijze getracht een uitspraak te doen ten aanzien van de hoogte van het tarief voor productiecapaciteit voor de jaren 2004 en 2005. Daartoe heeft DTe onder andere gekeken naar het tarief voor Alkmaar, zoals overeengekomen tussen GTS en Gasunie, en het tarief voor de LNG. Toetsen van deze tarieven bleek echter niet eenvoudig, aangezien er weinig informatie voorhanden was om de tarieven te vergelijken (benchmarken) met andere, gelijksoortige tarieven voor vergelijkbare diensten die wel marktconform tot stand zijn gekomen. Dit heeft ertoe geleid dat DTe het tarief voor productiecapaciteit vooral heeft getoetst op redelijkheid gegeven de in dit hoofdstuk beschreven omstandigheden.

(7)

3 Productiecapaciteit

3.1 Omvang benodigde productiecapaciteit en verschaffing van middelen

Voorstel GTS

13. Ten behoeve van de pieklevering dienen vooraf productiemiddelen te worden gereserveerd. Voor het bepalen van de omvang van de reservering zijn twee elementen van belang:

1) De snelheid waarmee het gas moet worden geleverd (benodigde capaciteit); en 2) De hoeveelheid gas die moet worden geleverd (benodigde volume).

14. Voor het bepalen van de benodigde productiecapaciteit heeft GTS onder andere gebruik gemaakt van historische temperatuurgegevens en verbruiksinformatie van de winter 2002/ 2003 op de relevante exitpunten. Omdat deze gegevens geen specifieke informatie bevatten over het segment kleinverbruik, heeft GTS een schatting gemaakt van het totale jaarvolume geleverd aan kleinverbruikers met behulp van kortweg een geschatte bedrijfstijd voor kleinverbruikers van 1.375 uur per jaar en de historische levering in de zomer aan de kleinverbruikers. Dit heeft geleid tot een geraamde benodigde capaciteit van 2,69 miljoen m3/ uur/ jaar.

15. Voor de bepaling van het benodigde volume is als referentiejaar 1942 gekozen. Dit is het jaar met, voorzover bekend, de koudste dag en het grootste aantal dagen met een effectieve temperatuur lager dan -90 C. Uit de realisaties van dat jaar zijn uurprofielen voor de gasdistributiebedrijven geschat. Op basis

hiervan is ruwweg voor alle dagen in 1942 uitgerekend hoeveel uur (op basis van graaddagen onder de -90 C) er sprake was van gaslevering onder de -90 C. Dit aantal uren maal de geraamde benodigde

capaciteit voor pieklevering leidt tot een raming van het benodigde volume van 112 miljoen m3 per jaar.

16. GTS heeft vervolgens voor de winters 2004/ 2005 en 2005/ 2006 de benodigde productiemiddelen gereserveerd bij de N.V. Nederlandse Gasunie (hierna: Gasunie) door inhuur van een gedeelte van Alkmaar en de LNG.

Reacties respondenten

17. Twee respondenten geven aan verbaasd te zijn dat Alkmaar zoveel capaciteit beschikbaar heeft. Omdat Alkmaar voor twee jaar is gecontracteerd, wordt bovendien de tenderprocedure onnodig met één jaar uitgesteld. Vier respondenten zijn van mening dat de kans dat overige aanbieders van

productiecapaciteit met GTS een contract zullen sluiten ten behoeve van de pieklevering erg klein is. Dit belemmert nieuwe initiatieven van marktpartijen tot investeringen in productiecapaciteit. Daarnaast vragen drie respondenten zich af in hoeverre het feit dat GTS eigenaar is/ wordt van de LNG in

overeenstemming is met de Gaswet en de tweede Gasrichtlijn. Eén respondent twijfelt of de exclusieve reservering van GTS ten behoeve van de pieklevering leidt tot de meest efficiënte inzet van de installatie.

Beoordeling DTe

18. De AMvB noch toelichting geven aanknopingspunten hoe GTS de benodigde omvang van de

(8)

openbare inkoopprocedure is. De tekst van de AMvB laat echter de ruimte dat de middelen ook op andere wijze worden verkregen. Dit betekent dat de AMvB zowel wat betreft de omvang van de benodigde productiecapaciteit als de middelen die daarvoor worden ingeschakeld een discretionaire beoordelingsruimte aan GTS laat. DTe heeft derhalve getoetst of GTS deze beoordelingsruimte op een objectieve, non-discriminatoire en redelijke wijze heeft ingevuld.

19. Zoals in hoofdstuk 2 reeds is aangegeven, is DTe van mening dat het redelijk is dat GTS voor de winters 2004/ 2005 en 2005/ 2006 de productiecapaciteit bij Alkmaar en de LNG heeft gereserveerd. Voor de periode hierna zal GTS echter de productiecapaciteit via een openbare inkoopprocedure inkopen. DTe zal er op toezien dat deze openbare inkoopprocedure zodanig wordt vormgegeven dat alle aanbieders van productiecapaciteit op non-discriminatoire wijze kunnen meedingen en de uitkomsten marktconform zijn. Hierdoor zullen andere aanbieders van productiecapaciteit een gelijke kans krijgen om contracten met GTS te sluiten en zal het investeringsklimaat niet worden belemmerd.

20. Of het in strijd is met de Gaswet dat GTS eigenaar wordt van de LNG, is een vraag die in het kader van de ontbundeling van Gasunie en het toezicht op netbeheer aan de orde zal komen en niet relevant is voor de beoordeling of GTS op juiste wijze invulling aan de AMvB heeft gegeven7. Derhalve zal hier in

deze rapportage geen aandacht aan worden besteed. Ook zal niet worden ingegaan op de opmerking dat Alkmaar meer capaciteit beschikbaar heeft dan door sommige respondenten is ingeschat, aangezien ook dit niet relevant is voor de onderhavige beoordeling.

21. Ten aanzien van de vraag van een respondent of de exclusieve reservering van de productiecapaciteit voor de pieklevering leidt tot de meest efficiënte inzet van de installaties wordt het volgende opgemerkt. Indien het GTS zou zijn toegestaan om de productiecapaciteit ook voor andere doeleinden te gebruiken dan de leveringszekerheid, zou deze niet meer gegarandeerd zijn. Immers, de situatie zou zich dan kunnen voordoen waarbij de productiecapaciteit op onverwacht koude dagen niet meer beschikbaar is omdat deze reeds voor andere (commerciële) doeleinden in gebruik is. Een dergelijke situatie is in strijd met de AMvB die tot doel heeft de leveringszekerheid aan de kleinverbruiker boven alles zeker te stellen. Dat hierdoor niet altijd opslaginstallaties op de meest efficiënte wijze worden ingezet, is een gevolg dat de AMvB acceptabel acht.

7De Minister heeft verder plannen voor ontbundeling aangekondigd in zijn brief aan de Tweede Kamer van 1 november

(9)

3.2 Tarieven productiecapaciteit en kostenverdeling

Voorstel GTS

22. Voor 2004 stelt GTS een tarief voor de gereserveerde productiecapaciteit voor van EUR 40,80 per m3/ uur/ jaar (EUR 3,40 per m3/ uur/ maand) en voor 2005 van EUR 40,89 per m3/ uur/ jaar (EUR 3,41 per

m3/ uur/ maand)8. Dit tarief dekt de volgende kosten:

• Kosten reservering bergingscapaciteit;

• Kosten voor de instandhouding gasvoorraad; en • Kosten voor de uitvoering.

23. De kosten voor de reservering van de bergingscapaciteit zijn gebaseerd op de tarieven die Gasunie in rekening brengt voor de inhuur van Alkmaar en de LNG. De kosten voor de instandhouding van de gasvoorraad hebben betrekking op de financiering van de 112 miljoen m3 gas die in de bergingen worden

opgeslagen. De kosten voor de uitvoering dekken onder andere administratieve kosten, het kredietrisico en de gederfde rente als gevolg van voorfinanciering.

24. In de definitieve regeling (2005) stelt GTS voor om de toerekening van de kosten te baseren op het marktaandeel per vergunninghouder per profielcategorie. Op basis van een PVE-profiel is uitgerekend dat van de totale gereserveerde capaciteit van 2,69 miljoen m3 per uur, 1,91 miljoen m3 per uur (71%)

nodig is voor kleinverbruikers uit de profielcategorie G1 en 0,78 miljoen m3 per uur (29%) voor

kleinverbruikers uit profielcategorie G2. Per maand wordt zowel voor profielcategorie G1 als G2 de kosten voor de betreffende profielcategorie toegerekend aan iedere vergunninghouder op basis van het marktaandeel van die vergunninghouder. GTS berekent het marktaandeel van elke vergunninghouder op grond van een maandelijkse opgave van het aantal aansluitingen per profielcategorie door de regionale netbeheerders (hierna: RNB’s). Daarbij geldt als peildag het aantal aansluitingen op de 15e van de

maand. De tarieven worden maandelijks gefactureerd.

25. Teneinde de RNB’s in de gelegenheid te stellen om de benodigde gegevens over het aantal aansluitingen te verzamelen en te verstrekken, stelt GTS als overgangsmaatregel voor om in de periode juli tot en met december 2004 de toerekening van de capaciteit aan de profielcategorieën G1 en G2 achterwege te laten en de kosten toe te rekenen op basis van de volume-allocaties, zoals die nu reeds door de RNB’s worden verstrekt. De overgangsregeling betreft dus een tijdelijke regeling, waarbij de kostentoerekening aan vergunninghouders op een andere wijze plaatsvindt dan in de definitieve regeling.

Reacties respondenten

26. Vijf respondenten geven aan de tarieven voor gereserveerde productiecapaciteit, alsmede het bijbehorende volume, niet voldoende transparant te vinden.

27. Eén respondent stelt voor om de kosten van de reservering niet op basis van het aantal aansluitingen toe te rekenen, maar op basis van volumes. Bovendien pleit deze respondent voor een toerekening per leverancier met een of meerdere leveringsvergunningen. Twee respondenten merken op dat informatie met betrekking tot het aantal kleinverbruikerklanten per GOS mogelijk gevoelige marktinformatie is.

(10)

Beoordeling DTe

(11)

Tabel 1 Nadere onderbouwing tarief productiecapaciteit

Tariefcomponent Berekening

Bergingscapaciteit 1) Het gewogen gemiddelde tarief voor het gebruik van Alkmaar en de LNG, inclusief het transporttarief voor injectie gas9:

• Voor 2004:

= EUR 39,199 m3/ uur/ jaar

• Voor 2005 (inclusief indexatie tarief 2004):

= EUR 39,293 m3/ uur/ jaar

2) Opslag kredietrisico en voorfinanciering voor 2004 en 200510:

• = EUR 0,512 m3/ uur/ jaar

Tarief 2004 bergingscapaciteit = EUR 39,711 per m3/ uur/ jaar

Tarief 2005 bergingscapaciteit = EUR 39,805 per m3/ uur/ jaar

In stand houden gasvoorraad

3) Het tarief wordt berekend door11:

• EUR 1,83 miljoen / 2,69 miljoen m3/ uur/ jaar = = EUR 0,6806 per m3/ uur/ jaar

4) Opslag kredietrisico en voorfinanciering12:

• = EUR 0,0034 m3/ uur/ jaar

Tarief 2004 en 2005 in stand houden gasvoorraad = EUR 0,684 per m3/ uur/ jaar

Uitvoeringskosten 5) GTS schat deze kosten op EUR 1,08 miljoen per jaar. Het gaat om kosten die samenhangen met de verwerking van gegevens, facturering en incasso, ICT-aanpassingen, verwerving van de middelen e.d.

• EUR 1,08 miljoen/ 2,69 miljoen m3/ uur/ jaar =

= EUR 0,402 per m3/ uur/ jaar

Tarief 2004 en 2005 uitvoeringskosten = EUR 0,402 per m3/ uur/ jaar

Totaaltarief productiecapaciteit

Tarief 2004 = 39,711 + 0,684 + 0,402 = 40,80 per m3/ uur/ jaar

Tarief 2005 = 39,805 + 0,684 + 0,402 = EUR 40,89 per m3/ uur/ jaar

29. Op grond van artikel in 2, lid 6 van de AMvB, dient Gasunie bij een openbare inkoopprocedure tegen redelijke voorwaarden en marktconforme tarieven een voorstel te doen. DTe is van mening dat deze verplichting voor Gasunie des te meer geldt in een situatie waarin in geen sprake is van een openbare inkoopprocedure, maar waarin Gasunie de enige aanbieder is. Daarom is bij de beoordeling van de tarieven voor productiecapaciteit in de eerste plaats gekeken of de tarieven die Gasunie in rekening brengt voor Alkmaar en de LNG als redelijk kunnen worden beschouwd. Daarnaast is gekeken of GTS deze kosten vervolgens op een redelijke manier in de tarieven heeft verwerkt.

9 Dit tarief is mede berekend op basis van contractuele afspraken tussen GTS en Gasunie. GTS heeft DTe, ten behoeve

van de beoordeling van de uitvoeringsregeling, echter wel inzicht verschaft in deze vertrouwelijke informatie.

10 Zie randnummer 32 voor toelichting.

11Dit tarief is mede berekend op basis van contractuele afspraken tussen GTS en Gasunie. GTS heeft DTe, ten behoeve

van de beoordeling van de uitvoeringsregeling, echter wel inzicht verschaft in deze vertrouwelijke informatie.

(12)

30. Ten aanzien van het tarief dat Gasunie in rekening brengt voor het gebruik van de LNG op de Maasvlakte wordt het volgende opgemerkt. GTS heeft dit tarief vergeleken met de kosten die ze zouden maken in een situatie waarin een nieuwe LNG-installatie zou moeten worden gebouwd. Daarbij is overwogen dat LNG in beginsel ook het meest efficiënte opslagmiddel is voor de gevraagde dienst. Op basis van deze vergelijking, komt DTe tot het oordeel dat het tarief dat Gasunie vraagt voor de huur van de LNG niet als onredelijk kan worden beschouwd.

31. DTe heeft het tarief dat Gasunie aan GTS in rekening brengt voor de berging in Alkmaar heeft vergeleken met het tarief dat Gasunie aan de Bergen Concessiehouders heeft betaald voor de betreffende

opslagfaciliteiten13 en het tarief dat derden moeten betalen om een deel van de opslagcapaciteit van

Alkmaar te kunnen reserveren14. In ieder geval kan worden geconstateerd dat het tarief dat Gasunie aan

GTS in rekening brengt beduidend lager is dan deze twee tarieven. Wel heeft DTe geconstateerd dat de diensten die gedekt worden door het tarief dat GTS betaalt enerzijds en de tarieven die Gasunie en derden betalen anderzijds niet één-op-één vergelijkbaar zijn. De diensten die GTS “ afneemt” van Alkmaar zijn beperkter dan de bundels die derden kunnen inkopen bij Alkmaar. Dit verklaart waarom het tarief dat GTS aan Gasunie betaalt lager is. Aan de andere kant legt GTS beslag op een deel van (de diensten) van Alkmaar, waardoor Gasunie slechts in beperkte mate, bij gematigde temperaturen en met beperkingen qua beschikbaar werkvolume, kan beschikken over de faciliteit. Hierdoor is het lastig om een geschikte tariefbenchmark te vinden waardoor een goede beoordeling kan worden gemaakt van de hoogte van het tarief dat Gasunie aan GTS berekent. Aangezien het tarief echter aanzienlijk lager is dan zowel het tarief dat Gasunie aan de Bergen Concessiehouders betaalt als het tarief voor derden, heeft DTe geen reden om aan te nemen dat het tarief dat Gasunie bij GTS in rekening brengt, onredelijk is. 32. GTS berekent over de totale inkoopkosten productie- en transportcapaciteit een toeslag van 1,5 %. Via

deze toeslag worden de uitvoeringskosten van de regeling, het kredietrisico en de kosten die

samenhangen met voorfinanciering gedekt (in totaal EUR 2,8 miljoen)15. De toeslag komt deels in het

tarief voor uitvoeringskosten tot uitdrukking (EUR 0,402 per m3/ uur/ jaar) en deels in de tarieven voor

productiecapaciteit en transportcapaciteit (“ opslag kredietrisico en “ voorfinanciering” ). DTe heeft de de toeslag beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de vergoeding niet als onredelijk kan worden beschouwd, gelet op bijvoorbeeld de Euribor-rente voor geleend vreemd vermogen en de opslagen voor kredietrisico’s die verschillende leveranciers hanteren.

33. In de periode juli tot en met december 2004 worden de kosten nog toegerekend op basis van volume-allocaties. GTS heeft aangegeven de verdeling van de kosten in de definitieve regeling op basis van het aantal aansluitingen nauwkeuriger is dan op basis van volumes. Het vaststellen van het aantal

aansluitingen is relatief eenvoudig en in tegenstelling tot de volume-allocaties minder gevoelig voor correcties als gevolg van bijvoorbeeld meetfouten. In de toelichting van de AMvB wordt opgemerkt dat de verdeling van de kosten van de pieklevering over de vergunninghouder evenredig moet zijn. Als voorbeeld van een verdeelsleutel wordt het aansluitingenregister genoemd16. Gelet hierop en gelet op het

feit dat niet is gebleken dat een verdeelsleutel op basis van aantal aansluitingen leidt tot een

13 Bron: contract tussen Bergen Concessiehouders en Gasunie. 14 http:/ / www.alkmaargasstorage.nl/ serviceoffer2004.htm.

15 De voorfinanciering heft betrekking op de tijdspanne die zit tussen het moment waarop GTS Gasunie betaalt voor de

productiecapaciteit van Alkmaar en het moment waarop GTS deze kosten aan de vergunninghouders factureert.

(13)

onevenredige kostenverdeling, is DTe van mening dat het voorstel van GTS op dit punt redelijk is. De omstandigheid dat informatie met betrekking tot het aantal kleinverbruikers per GOS marktgevoelige informatie is, maakt deze beoordeling niet anders aangezien GTS als netbeheerder gehouden is om marktgevoelige informatie geheim te houden (artikel 37 Gaswet). Tot slot wordt opgemerkt dat de toerekening per vergunninghouder en niet per leverancier direct voortvloeit uit het derde lid van artikel 2 van de AMvB.

3.3 Uitkomst beoordeling DTe

(14)

4 Transportcapaciteit

4.1 Omvang benodigde transportcapaciteit

Voorstel GTS

35. De totaal benodigde transportcapaciteit bedraagt, net als de benodigde productiecapaciteit, 2,69 miljoen m3/ uur/ jaar. De kosten van de transport bestaan uit:

• de reservering van capaciteit op het entrypunt Alkmaar en de LNG gedurende de wintermaanden december, januari en februari; en

• de reservering van capaciteit op de exitpunten waar kleinverbruikers achter zitten gedurende de wintermaanden december, januari en februari.

Reacties respondenten

36. Volgens twee respondenten is de huidige invulling van de AMvB in strijd is met de regels van de PVE-werkgroep 12 omdat GTS naast de reguliere shipper een shippersrol op zich neemt. Daarnaast zou de invulling in strijd zijn met het “ first-come-first-served” -principe dat GTS hanteert voor verdeling van transportcapaciteit.

37. Daarnaast merken vijf respondenten op dat de totale kosten van pieklevering wel eens hoog uit zouden kunnen vallen door het dubbel contracteren van transportcapaciteit. Dit risico van dubbel contracteren ontstaat volgens deze respondenten doordat als grens voor de pieklevering een gemiddelde is genomen (-90 C in De Bilt). Per locatie kan de temperatuur echter afwijken van deze -90 C en ook gedurende de dag

kan de temperatuur op dezelfde locatie verschillen. Hierdoor is het voor de vergunninghouder gedurende de dag onzeker of hij zelf de totale levering moet verzorgen of dat een deel door GTS zal worden gedaan. Dit vergroot eveneens de kans op onbalans (hoge boetes).

38. Drie respondenten geven aan dat op sommige momenten vergunninghouders het risico lopen niet aan hun reguliere leveringsplicht te kunnen voldoen, doordat er geen “ firm” exitcapaciteit meer geboekt kan worden bij een bepaald exitpunt vanwege dubbel-contractering op dat exitpunt. De totale

leveringszekerheid aan de kleinverbruiker loopt hierdoor gevaar.

Beoordeling DTe

39. De AMvB noch toelichting geven aanknopingspunten hoe GTS de benodigde omvang van de transportcapaciteit dient te bepalen. Dit betekent dat de AMvB ook hier een discretionaire

beoordelingsruimte aan GTS laat. DTe heeft derhalve getoetst of GTS deze beoordelingsruimte op een objectieve, non-discriminatoire en redelijke wijze heeft ingevuld.

(15)

41. De opmerking van een aantal respondenten over de mogelijkheid van dubbel-contracteren van transportcapaciteit heeft betrekking op het feit dat de grens voor de pieklevering gebaseerd is op een etmaalgemiddelde is genomen, terwijl per uur de transportcapaciteit moet worden gecontracteerd. Hierover wordt het volgende opgemerkt.

42. In het kader van de ‘reguliere’ tarieven en voorwaarden voor transport 2005 heeft GTS een leerperiode (tot 1 januari 2006) voor het segment kleinverbruik geïntroduceerd. Tijdens de leerperiode reserveert GTS op de betrokken exitpunten de capaciteit voor het segment kleinverbruik. De shippers boeken in deze leerperiode voor het segment kleinverbruik niet per individueel exitpunt, maar de totale

exitcapaciteit per maand. Deze totaalboeking kan maandelijks omhoog of omlaag worden bijgesteld. De totaalboeking vormt de basis voor een voorlopige factuur. Vervolgens wordt op basis van allocaties berekend wat het daadwerkelijke capaciteitsbeslag van de vergunninghouder voor het segment kleinverbruik is geweest. De definitieve factuur wordt op basis van dit daadwerkelijke capaciteitsbeslag vastgesteld en eventuele verschillen met de voorlopige factuur worden daarbij verrekend. Indien het verschil tussen de totaal geboekte capaciteit en het daadwerkelijke capaciteitsbeslag groter is dan 50.000 m3 per uur plus 5% van de totaalboeking, wordt de gebruikte capaciteit tegen een hoger tarief verrekend,

tenzij de shipper GTS kan overtuigen van prudent handelen17.

43. DTe is van mening dat als gevolg van bovenbeschreven regeling de kans op extra transportkosten als gevolg van dubbelboekingen in de leerperiode tot 1 januari 2006 te verwaarlozen is. De kans op extra kosten na de leerperiode is groter. DTe is van mening dat het centraal regelen van de pieklevering niet mag leiden tot een nadeliger situatie voor de kleinverbruiker ten opzichte van de situatie waarin een vergunninghouder de levering in zijn geheel zelf had geregeld. Indien blijkt dat er na de leerperiode sprake is van extra opbrengsten van GTS door dubbelboekingen ten gevolge van de pieklevering, heeft GTS zich bereid verklaard mee te werken aan een regeling die zal leiden tot terugbetaling van de bedoelde extra opbrengsten. DTe acht het van belang dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.

44. De opmerking van een aantal respondenten over het gebrek aan firm te contracteren exitcapaciteit staat los van de piekleveringsdiscussie, aangezien deze vermeende problematiek breder is dan voor

pieklevering alleen. DTe gaat in deze rapportage dan ook niet inhoudelijk in op deze opmerking. Wel heeft GTS aangegeven bereid te zijn met de vergunninghouders in overleg te treden over dit punt. DTe wacht dit overleg af en zal begin 2005 bezien of nadere maatregelen nodig zijn.

17 Deze leerperiode is onder andere beschreven in het document; “ Indicatie van tarieven en voorwaarden voor transport

(16)

4.2 Tarieven transportcapaciteit en kostenverdeling

Voorstel GTS

45. De entrykosten zijn gebaseerd op de entrytarieven voor Alkmaar en de LNG gedurende de maanden december, januari en februari. Het gewogen gemiddelde bedraagt voor 2004 EUR 8,24 m3/ uur en voor

2005 EUR 7,96 m3/ uur18.

46. De exitkosten en connectionkosten zijn gebaseerd op de standaard exit- en connectiontarieven

gedurende de drie wintermaanden en worden achteraf per vergunninghouder vastgesteld op basis van de aan de vergunninghouder gealloceerde capaciteit op het betreffende exitpunt. De overgangsregeling maakt evenwel geen direct gebruik van de geldende exit- en connectiontarieven. Voor 2004 hanteert GTS een gemiddeld exittarief van EUR 16,34 per m3/ uur en een gemiddelde connection fee van 3,20 per m3/ uur. Het totale transporttarief voor 2004 is EUR 27,78 per m3/ uur (per maand EUR 9,26 per m3/ uur).

47. Voor de toerekening van de kosten stelt GTS dezelfde verdeelsleutels voor als gebruikt worden bij de toerekening van de kosten voor productiecapaciteit (zie randnummers 24 en 25). Dit betekent een toerekening op basis van volume-allocaties voor december 2004 en een toerekening op basis van aantal aansluitingen per profielcategorie vanaf 1 januari 2005. De transportkosten worden in de maanden december, januari en februari gefactureerd.

Reacties respondenten

48. Elementen uit het voorstel leiden volgens één respondent tot een significante verhoging van de kosten en dus prijzen voor de klant. Vijf respondenten geven aan de tarieven voor gereserveerde

transportcapaciteit, alsmede het bijbehorende volume, niet voldoende transparant te vinden.

49. Op het voorstel over de wijze van toedeling van de kosten van transportcapaciteit worden deels dezelfde reacties herhaald als die zijn gegeven op het voorstel over de wijze van toedeling van de kosten voor productiecapaciteit (zie randnummer 27).

50. Twee andere respondenten geven aan dat de voorkeur uitgaat naar een vaste maandelijkse bijdrage voor transportcapaciteit in de maanden december, januari en februari. Dit vanwege schommelingen van het klantenbestand en verschillende tarieven bij de exitpunten.

51. Eén respondent heeft bezwaren tegen het voorstel van GTS om de kosten voor pieklevering deels tijdens de drie wintermaanden bij de vergunninghouder te incasseren. Hierdoor ontstaat een risico voor onderdekking bij de vergunninghouder omdat deze al wel een factuur ontvangt van GTS voor

piekleveringsdiensten, maar deze nog niet bij zijn afnemers in rekening kan brengen, omdat er nog geen feitelijke gasafname voor pieklevering plaatsvindt.

52. In de definitieve regeling wordt gesproken over kosten die per exitpunt verschillen. Eén respondent betoogt dat het beter is om aan te sluiten bij de regiosystematiek van Gasunie, waarbij een all-in-prijsformule voor kleinverbruikers geldt voor alle meetpunten in een bepaalde regio.

(17)

Beoordeling DTe

53. Op grond van artikel 2, lid 4 van de AMvB dienen de tarieven voor het component landelijk transport ook marktconform te zijn. Deze landelijke transporttarieven komen echter niet tot stand in een Europese markt, maar worden door DTe vastgesteld. Dit betekent dat indien de tarieven voor de

(18)

Tabel 2 Nadere onderbouwing tarief transportcapaciteit

Tariefcomponenten Berekening

Entrytarief 1) het gewogen gemiddelde entrytarief voor Alkmaar en de LNG Maasvlakte voor 2004 (december)19:

• = EUR 8,24 m3/ uur/ jaar (voor drie wintermaanden)

2) het gewogen gemiddelde entrytarief voor Alkmaar en de LNG Maasvlakte voor 2005 (januari, februari, december)20:

• = EUR 7,83 per m3/ uur/ jaar (voor drie wintermaanden)

• Opslag kredietrisico21: = EUR 0,133 per m3/ uur

Tarief 2004 = EUR 8,24 m3/ uur

Tarief 2005 = EUR 7,96 m3/ uur

Exittarief 3) Voor december 2004 is het tarief als volgt berekend:

• Het gemiddeld exittarief (van de relevante exitpunten) in 2004 was EUR 19,93 m3/ uur22:

• Voor de drie wintermaanden: 19,93*0,82 = EUR 16,34 m3/ uur

4) Voor 2005: het geldende exittarief van het exitpunt waaraan de capaciteit wordt toegewezen.

Tarief 2004 = EUR 16,34 m3/ uur

Tarief 2005 = EUR X m3/ uur

Connectionfee 5) Voor december 2004 is de connectionfee als volgt berekend:

• de gemiddelde connectionfee (van de relevante exitpunten) in 2004 was EUR 3,90 m3/ uur23:

• Voor de drie wintermaanden: 3,90*0,82 = EUR 3,20 m3/ uur

6) Voor 2005: de geldende connectionfee van het exitpunt, waaraan de capaciteit wordt toegewezen.

Tarief 2004 = EUR 3,20 m3/ uur

Tarief 2005 = EUR Y m3/ uur

Totaaltarief transport

Tarief 2004 = EUR 27,78 m3/ uur (per maand EUR 9,26 m3/ uur)

Tarief 2005 = EUR 7,96 + X (exit) + Y (connectionfee) = (per maand {EUR 2,65 + X (exit) + Y (connection fee)} m3/ uur)

54. Zoals bij randnummer 32 reeds is toegelicht, berekent GTS over de totale inkoopkosten productie- en transportcapaciteit een toeslag van 1,5 %. Via deze toeslag wordt onder andere het kredietrisico gedekt en de toeslag komt deels in het entrytarief voor transportcapaciteit (“ opslag kredietrisico” ) tot

uitdrukking. DTe heeft de totale toeslag beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de vergoeding

19Dit tarief is mede berekend op basis van contractuele afspraken tussen GTS en Gasunie. 20Dit tarief is mede berekend op basis van contractuele afspraken tussen GTS en Gasunie.

21 Zie randnummer 32 voor toelichting. 22 Gewogen naar capaciteit.

(19)

niet als onredelijk kan worden beschouwd, gelet op bijvoorbeeld de Euribor-rente voor geleend vreemd vermogen en de opslagen voor kredietrisico’s die verschillende leveranciers hanteren.

55. In randnummer 33 heeft DTe reeds deels gereageerd op de reacties van respondenten met betrekking tot wijze waarop GTS voorstelt de kostenverdeling toe te passen. Deze reactie is derhalve ook hier van toepassing.

56. Ten aanzien van de reactie van een respondent dat de voorkeur uitgaat naar een vast bedrag per maand, wordt opgemerkt dat dit minder kostenreflectief is dan het voorstel van GTS. De tarieven van de

transportcomponent worden nu immers in rekening gebracht op basis van het daadwerkelijke capaciteitsbeslag van de vergunninghouder.

57. Ongeacht of GTS te maken krijgt met daadwerkelijke pieklevering, worden kosten gemaakt voor de benodigde reserveringen (o.a. transportcapaciteit). Deze kosten kunnen de vergunninghouders dus ook verhalen op de afnemers ongeacht of er sprake is van pieklevering. Risico’s op onderdekking zouden zich dus niet hoeven voordoen.

58. Aansluiten bij de regiosystematiek van Gasunie ligt niet voor de hand, aangezien dit de tariefsystematiek van één van de toeleveranciers in de markt. De pieklevering staat hier los van.

4.3 Uitkomst beoordeling DTe

59. DTe komt tot het oordeel dat GTS op een redelijke wijze invulling heeft gegeven aan de AMvB ten aanzien van het vaststellen van de omvang van benodigde transportcapaciteit. Gegeven deze benodigde omvang, en de uitgangspunten die daaraan ten grondslag liggen, heeft GTS de tarieven voor

(20)

5 Inkoop gas (commodity)

5.1 Omvang pieklevering (commodity)

Voorstel GTS

60. Indien er sprake is van een gemiddelde etmaaltemperatuur van -90 C of kouder wordt de leverancier

(vergunninghouder) van de kleinverbruiker beleverd door 2 toeleveranciers: de reguliere toeleverancier (shipper) en de piekleverancier (GTS)24. De reguliere toeleverancier levert het volume dat nodig is tot

-90 C en GTS het volume dat nodig is vanaf -90 C. Hieronder wordt dit in een grafiek verduidelijkt.

Figuur 1

61. Om achteraf te bepalen welk deel van de totale levering is toegeleverd aan de vergunninghouder door de reguliere toeleverancier en welk deel door GTS, gebruikt GTS de berekeningsfactor 0,0386. Kortweg betekent deze factor dat GTS er vanuit gaat dat op een dag kouder dan -90 C (effectief) 3,86 % van het

volume dat op de hoogste uurwaarde per graad onder de -90 C aan kleinverbruikers wordt geleverd,

pieklevering is. Voor de bepaling van deze factor heeft GTS gebruik gemaakt van de gegevens in een model dat wordt gebruikt om de totale gaslevering aan distributiebedrijven te berekenen. Het model bevat echter geen specifieke gegevens over de benodigde capaciteit voor kleinverbruik. Deze capaciteit heeft GTS daarom geschat met behulp van het totale jaarvolume geleverd aan kleinverbruikers, een geschatte bedrijfstijd voor kleinverbruikers van 1.375 uur per jaar en de levering in de zomer aan de kleinverbruikers. De plausibiliteit van de schatting van 0,0386 is vervolgens beoordeeld aan de hand van de bedrijfstijd van het aandeel niet kleinverbruikers in de totale levering aan de distributiebedrijven. 62. GTS stelt in de definitieve regeling voor dat de RNB’s, naast het verschaffen van een maandelijkse

opgave van het aantal aansluitingen per profielcategorie, de factor 0,0386 gebruiken om per relevant exitpunt voor elk uur de hoeveelheid pieklevering en reguliere levering vast te stellen. GTS geeft de voorkeur aan de uitvoering van deze taak door de RNB’s omdat hierdoor het berichtenverkeer (en de kans op fouten in dit verkeer) wordt beperkt. In de overgangsregeling wordt de benodigde hoeveelheid piekgas nog wel door GTS zelf vastgesteld.

24Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de vergunninghouder ook zelf de rol van shipper kan vervullen.

-90 C

GTS

(21)

Reacties respondenten

63. Twee respondenten merken op dat de door GTS voorgestelde factor (0,0386) om het aandeel pieklevering kleinverbruik te bepalen, erg willekeurig gekozen lijkt. Vier respondenten betwisten

bovendien de bevoegdheid van GTS om de RNB’s dwingend regels voor te schrijven als het gaat om hun rol bij uitvoering. Daarnaast wordt opgemerkt dat de RNB’s de kosten voor uitvoering van de regeling – in tegenstelling tot GTS – niet kunnen verhalen. Zeven respondenten merken op dat het voorstel van GTS voor de definitieve regeling tot gevolg heeft dat alle RNB’s hun allocatie- en reconciliatiesystemen moeten aanpassen. Bovendien is het maar de vraag of deze aanpassingen op 1 januari 2005 gereed kunnen zijn.

64. Drie respondenten merken op dat het vaststellen van de grens van -90 C in De Bilt niet betekent dat het

in andere regio’s ook -90 C is. Om die reden kan beter aangesloten worden bij de meetpunten van het

KNMI. Twee andere respondenten merken op dat de situatie van pieklevering niet gemiddeld eens per twee jaar voorkomt, zoals in de toelichting van de AMvB is aangegeven, maar vaker. Hierdoor wint de concrete betekenis van de AMvB aan belang.

65. Eén respondent wijst op de hogere financiële risico’s voor vergunninghouders bij het inkopen van gas doordat een grens van -90 C in de markt wordt geïntroduceerd.

Beoordeling DTe

66. DTe is van mening dat de AMvB GTS eveneens een bepaalde discretionaire ruimte laat als het gaat om de wijze waarop de omvang van de pieklevering dient te worden bepaald. De omvang van de pieklevering kan zowel voorafgaand aan de levering (bijvoorbeeld door middel van het vooraf vaststellen van een volumegrens waarboven de levering als pieklevering wordt gezien) als achteraf (bijvoorbeeld door middel van een berekeningsfactor waarmee het geleverde volume achteraf wordt verdeeld) worden vastgesteld. Indien wordt gekozen voor het vooraf vaststellen van de grens van pieklevering, komt het volumerisico (meer of minder dan geschat) volledig bij de piekleverancier te liggen. Indien wordt gekozen voor het achteraf vaststellen van de grens van pieklevering, zoals GTS thans voorstelt, wordt dit risico over de reguliere leverancier en de piekleverancier verdeeld. Dit lijkt DTe een redelijke verdeling van risico. 67. Ten aanzien van de factor 0,0386 die wordt gebruikt om achteraf het volume te verdelen, wordt

opgemerkt dat deze vanwege het ontbreken van realisatiegegevens deels gebaseerd is op een schatting van het capaciteitsbeslag voor het segment kleinverbruik. GTS heeft aangegeven dat de factor jaarlijks op basis van realisaties zal worden geëvalueerd. Indien de evaluatie tot aanpassing van de factor leidt, zal deze per 1 mei van elk kalenderjaar worden doorgevoerd. Daarnaast heeft GTS een gevoeligheidsanalyse ten aanzien van deze factor uitgevoerd waaruit blijkt dat een andere temperatuursafhankelijkheid voor de groep kleinverbruikers in het model een maximale variatie van de factor tussen de 0,0384 en 0,0389 tot gevolg heeft. Op grond hiervan is DTe van mening dat een voorlopige verdelingsfactor 0,0386 niet als onredelijk kan worden aangemerkt. Wel dient deze factor, zoals GTS ook zelf heeft aangegeven, jaarlijks te worden geëvalueerd.

(22)

onafhankelijk overzicht van de verdeling van kleinverbruikers onder vergunninghouders verkregen kan worden via de RNB’s25” Voor het toepassen van de kostenverdeling via het aantal aansluitingen per

vergunninghouder is DTe van mening dat GTS de RNB’s op grond van de AMvB kan verzoeken om deze informatie uit het aansluitingenregister te verstrekken. Voor overige taken voor RNB’s waarvoor geen duidelijke basis in de AMvB is opgenomen, is DTe van oordeel dat GTS en de RNB’s in gezamenlijk overleg een taakverdeling dienen vast te stellen. Daarbij zijn zorgvuldigheid en efficiëntie van de oplossing belangrijke beoordelingselementen. Indien GTS en de RNB’s tot het oordeel komen dat het wenselijk is dat RNB’s deze taken geheel of gedeeltelijk uitvoeren, is bovendien een belangrijke randvoorwaarde dat kosten die hiervoor gemaakt worden herkenbaar zijn als piekleveringskosten (transparantie tarieven). DTe zal de afspraken die GTS en de RNB’s over de taakverdeling maken derhalve toetsen op zorgvuldigheid, efficiëntie en transparantie.

69. In de AMvB is bepaald dat pieklevering plaatsvindt vanaf een etmaaltemperatuur van -90 C in De Bilt

(artikel 1, sub f). De AMvB laat ten aanzien van dit punt geen discretionaire ruimte ongeacht of de onderliggende analyse over hoe vaak deze situatie zich voordoet juist is of niet. GTS dient derhalve in de uitvoering uit te gaan van de grens van -90 C in De Bilt.

70. Wat betreft de hogere financiële risico’s bij het inkopen van gas merkt DTe op dat vergunninghouders een inschatting zullen moeten maken hoeveel gas dient te worden ingekocht om levering tot -90 C te

garanderen. De risico’s die aan deze inschatting zijn verbonden, verschillen niet van de situatie waarin de vergunninghouder de totale levering voor zijn rekening neemt.

5.2 Tarief commodity

Voorstel GTS

71. Het tarief, dat voor de geleverde hoeveelheid piekgas in rekening wordt gebracht, is vooraf niet bekend. Dit komt omdat GTS voorstelt om de tarieven te baseren op de prijs van het gas dat GTS inkoopt om de voorraad piekgas in de zomer aan te vullen. Op het moment dat daadwerkelijk pieklevering plaatsvindt, wordt gas uit de door GTS gereserveerde bergingen gebruikt om in deze levering te voorzien. Vervolgens wordt gas gecontracteerd ten behoeve van het bijvullen van de bergingen in de eerstkomende zomer. GTS zal dit gas op marktconforme wijze inkopen tegen zo laag mogelijke kosten. De vergunninghouders worden gefactureerd tegen deze gecontracteerde prijs.

Reacties respondenten

72. Indien levering van piekgas daadwerkelijk plaatsvindt, zou dit gas, volgens een drietal respondenten, ingekocht en afgerekend moeten worden tegen een van tevoren vastgestelde prijsformule. DTe moet bovendien een rol krijgen in controleren van de door GTS gehanteerde gasprijzen. Een tweetal andere respondenten geeft aan het wenselijk te vinden dat dit gas op de TTF wordt ingekocht.

Beoordeling DTe

73. In de AMvB is bepaald dat de tarieven voor pieklevering marktconform moeten zijn (artikel 2, lid 4 van de AMvB). DTe is van mening dat het voorstel van GTS, waarbij het tarief wordt gebaseerd op de inkoopkosten van het gas, aan dit vereiste voldoet. Hierbij is het wel van belang dat de inkoopprocedure

(23)

zodanig wordt ingericht dat een daadwerkelijk marktconforme inkoopprijs tot stand kan komen. Het vooraf bekend maken van details over het inkoopproces – bijvoorbeeld de marktplaats waarop wordt ingekocht of een prijsformule – kan naar het oordeel van DTe juist tot marktverstoringen leiden. Immers, aanbieders van het gas kunnen hierop anticiperen en de prijs omhoogdrijven. DTe zal wel het

inkoopproces en de uitkomsten beoordelen en achteraf zijn conclusie hierover aan de markt bekend maken.

5.3 Uitkomst beoordeling DTe

(24)

6

Samenvatting resultaten beoordeling DTe

75. DTe komt tot de conclusie dat GTS in 2004 en 2005 op redelijke wijze invulling heeft gegeven aan de taken als omschreven in artikel 2 van de AMvB. DTe kan daarom voor 2004 en 2005 instemmen met: • de wijze waarop GTS de benodigde productie- en transportcapaciteit (omvang) heeft bepaald; • de wijze waarop GTS heeft voorgesteld de capaciteitsreserveringen (productie- en

transportcapaciteit) te doen voor de winters 2004/ 2005 en 2005/ 2006. Dit betekent dat de LNG en een deel van Alkmaar zullen worden ingezet om in de productiecapaciteit te voorzien;

• (de methode voor bepaling van) de tarieven voor productie-, transportcapaciteit en piekgas, ervan uitgaande dat, voor de bepaling van de hoogte van de tarieven voor productie- en

transportcapaciteit, de door GTS gestelde uitgangswaarden kloppen. DTe zal deze uitgangswaarden (inputvariabelen) via een accountantsverklaring door GTS laten bevestigen. DTe acht een toeslag van 1,5 % over de totale uitvoeringskosten van de regeling in 2004 en 2005 redelijk. Daarbij kan DTe instemmen met de wijze waarop GTS deze toeslag in de tarieven voor productie- en

transportcapaciteit heeft opgenomen. De redelijkheid van het tarief voor piekgas (commodity) zal achteraf door DTe getoetst worden op marktconformiteit;

• de overige uitvoeringsaspecten van de uitvoeringsregeling, zoals de methode die GTS voorstelt om de kostenverdeling uit te voeren (op basis van aansluitingen per vergunninghouder).

76. Bovenstaande goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

• de gehanteerde aannames, op basis waarvan de omvang van de benodigde productie- en

capaciteitsreserveringen en de hoeveelheid benodigd piekgas worden bepaald, worden jaarlijks aan DTe voorgelegd zodat deze getoetst kunnen worden op actualiteit en nauwkeurigheid. Onder dit voorbehoud betekent dit dat dezelfde uitgangspunten ook voor de uitvoeringsregeling van 2006 en verder mogen worden toegepast;

• voor de winters vanaf 2006/2007 zal de productiecapaciteit via een non-discriminatoire tender moeten worden ingekocht;

• eventuele meerkosten, die toe te schrijven zijn aan het dubbel boeken van transportcapaciteit als gevolg van het onderbrengen van de pieklevering bij GTS, zullen worden teruggesluisd naar de vergunninghouders en daarmee de eindverbruiker;

• de toeslag van 1,5 % beoordeeld is gegeven de specifieke omstandigheden voor 2004 en 2005. Bij de beoordeling van de tarieven voor 2006 en verder zal opnieuw bekeken worden welke toeslag, gegeven de dan geldende omstandigheden, redelijk is;

(25)

Bijlage I: Relevante bepalingen pieklevering AMvB Leveringszekerheid (Artikel 2)

Artikel 2, lid 1

“ De netbeheerder van het landelijk gasttransportnet zorgt voor alle voorzieningen op het gebied van gasinkoop, flexibiliteitsdiensten en gastransport op het landelijke gastransportnet, nodig om

vergunninghouders in staat te stellen de pieklevering te verzorgen voor alle kleinverbruikers in Nederland. Deze voorzieningen moeten volstaan om pieklevering te kunnen verzorgen op een dag met een gemiddelde etmaaltemperatuur in de Bilt van – 17 0 C (graden Celcius).”

Artikel 2, lid 2

“ De netbeheerder van het landelijk gastransportnet stelt ter uitvoering van zijn in het eerste lid genoemde taak gas beschikbaar aan vergunninghouders op de punten waar een verbinding bestaat tussen het landelijk gastransportnet en de netwerken van de netbeheerders, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.”

Artikel 2, lid 3

“ De netbeheerder van het landelijk gastransportnet stelt de totale omvang vast van de voorzieningen nodig voor de pieklevering voor alle kleinverbruikers en stelt deze ter beschikking naar rato van het

kleinverbruikersbestand van de vergunninghouders. De landelijke netbeheerder brengt de voorzieningen voor pieklevering dienovereenkomstig in rekening aan vergunninghouders, tenzij anders overeengekomen.”

Artikel 2, lid 4

“ De netbeheerder van het landelijk gastransportnet hanteert een tariefstelling voor de pieklevering gebaseerd op de tarieven van de in lid 1 genoemde componenten. De tarieven van deze componenten zijn gebaseerd op ontwikkelingen in de relevante Europese markt.”

Artikel 2, lid 5

“ De netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gasttransportnet, verstrekt aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de informatie die nodig is om per vergunninghouder de benodigde omvang van de voorzieningen, bedoeld in het tweede lid, te bepalen.”

Artikel 2, lid 6

(26)

Bijlage II: overzicht respondenten (op alfabetische volgorde)

1. Continuon Netbeheer 2. DELTA Netwerkbedrijf B.V.; 3. Eneco Netbeheer B.V.;

4. EnergieNed, sectie Handel en Verkoop; 5. EnergieNed, sectie Retail;

6. Essent Energie B.V.; 7. Essent Netwerken B.V.; 8. Essent Retail B.V.;

9. Netbeheer Haarlemmermeer B.V. en Obragas Netbeheer N.V; 10. NUON N.V.; en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het betreft het aanwijzen van werkzaamheden waarbij een verklaring omtrent gedrag volstaat voor de screening, het aanwijzen van werkzaamheden die een verhoogd risico vormen voor de

Er is voor gekozen om een instrument in te zetten dat betrokken overheden de mogelijkheid geeft om bestaande hoogspanningslijnen te verplaatsen of onder de grond te brengen?.

Deze locatie ligt nabij 3 andere bedrijven, waardoor niet adequaat kan worden bijgedragen aan het beheer van het landschap van het hele gebied.. In paragraaf 3.2 is aangegeven dat de

Stel als raad vooraf duidelijke kaders ten aanzien van financiën en risico’s en het (strategisch) profiel. van het overheidsbedrijf waarin de gemeente

Vanuit de regio kunnen en willen we alles doen wat in ons vermogen ligt om u daarbij te helpen, maar het is en blijft in de basis een probleem dat u mede heeft veroorzaakt, waar

De Raad heeft met een motie bepaald dat de extra middelen van € 50.000 per jaar ( € 25000 voor 2021) voor handhaving niet specifiek (geoormerkt) voor handhaving op recreatieparken

Zo stelt de Hoge Raad dat – wanneer het binnen een VvE gebruikelijk is om bijvoorbeeld een besluitenlijst of notulen van een vergadering rond te sturen – uitgangspunt is

Buitenspelen levert immers een belangrijke bijdrage aan de (brede) ontwikkeling en gezondheid van kinderen De harmonisatie mag niet tot gevolg hebben dat de kwaliteit en frequentie