Vraag nr. 22
van 14 november 2000
van de heer DIDIER RAMOUDT
VLAM en Export Vlaanderen – Samenwerking Op dinsdag 24 oktober 2000 hebben de leden van de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden de voedingsbeurs SIAL in Parijs bezocht (SIAL : Salon International de l'Alimenta-t i o n ) . Mijn verwondering was grool'Alimenta-t l'Alimenta-te vernemen dat zowel Export Vlaanderen als het Vlaams Pro-motiecentrum voor Agro- en Vi s s e r i j m a r k e t i n g (VLAM) gelijktijdig aanwezig waren, maar elk met een eigen stand. Wanneer twee instellingen die Vlaanderen vertegenwoordigen niet samenwerken, kan enkel maar verwarring ontstaan bij buiten-landse klanten.
Vóór de privatisering van de VLAM in 1997 be-stond er een vrij intense samenwerking tussen de voormalige Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel (VDBH), later Export V l a a n d e r e n , en de VLAM.
Deze samenwerking was vastgelegd via een samen-w e r k i n g s p r o t o c o l . Dit protocol moest opnieusamen-w worden ondertekend na de juridische omvorming van de V L A M . Tot op heden heeft Export V l a a n-deren echter het nieuwe protocol nog niet onderte-k e n d . Ooonderte-k de beleidsmatige samenweronderte-king is één-z i j d i g, waarbij een vertegenwoordiger van Export Vlaanderen wel zitting heeft in de raad van beheer van de V L A M , maar omgekeerd niet, alhoewel dit mandaat wel was toegezegd.
Dit wijst er dus op dat Export Vlaanderen de af-spraken met de VLAM niet nakomt.
1. Hoe staat het met de samenwerking tussen de VLAM en Export Vlaanderen ?
2. Welke initiatieven worden genomen om een si-tuatie waarbij twee Vlaamse instellingen zich op éénzelfde beurs presenteren, in de toekomst te vermijden ?
N.B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse A a n g e l e g e n h e d e n , A m b t e n a-renzaken en Sport.
Antwoord
1. De samenwerking tussen Export Vlaanderen en het VLAM verloopt vlot. Hoewel het
samen-werkingsakkoord tussen beide organisaties na de privatisering van het VLAM niet werd ver-n i e u w d , wordt er "iver-n de geest vaver-n" het akkoord samengewerkt.
De werkverdeling tussen de twee organisaties is als volgt. VLAM treedt op voor de landbouw-, tuinbouw- en visserijsector, en meer bepaald voor die sectoren welke bijdragen in de secto-riële promotiefondsen van VLAM.
Naar promotievoering toe is het zo dat V L A M op de kernafzetmarkten Frankrijk en Duitsland over eigen kantoren beschikt en op deze mark-ten zelf optreedt voor de land- en tuinbouwsec-t o r e n . Dituinbouwsec-t gebeurtuinbouwsec-t in een goede verstuinbouwsec-tandhou- verstandhou-ding met de plaatselijke vertegenwoordigers van Export Vlaanderen en waar samenwerking mogelijk is, wordt er ook samengewerkt.
Op de andere afzetmarkten, waar VLAM niet zelf vertegenwoordigd is, kan er zoals in het vroegere protocol was bepaald een beroep wor-den gedaan op de Vlaamse economische verte-genwoordigers, wat ook geregeld gebeurt. 2. Het is zeker niet zo dat de twee instellingen
"naast elkaar" aan beurzen deelnemen – ook hier geldt voormelde regeling, namelijk dat VLAM de deelname voor de land- en tuin-bouwsectoren voor zijn rekening neemt. Wel is het zo dat voor het VLAM de deelname met sectorgeld (bijdragen in de promotiefondsen) wordt gefinancierd.
De voorbereiding van een beursdeelname – contacten met organisatoren, a r c h i t e c t ,s t a n d e n-b o u w e r, … – gen-beurt in gezamenlijk overleg. Beide organisaties gebruiken ook hetzelfde s t a n d e n c o n c e p t , wat leidt tot een duidelijke her-kenbaarheid van de Vlaamse aanwezigheid op buitenlandse beurzen.
Ook mag worden gesteld dat het zeker niet de bedoeling is van Export Vlaanderen en V L A M om zichzelf op een beurs te profileren ; b e i d e organisaties treden op als dienstverlener en de bedoeling is dat aan bedrijven en sectoren de mogelijkheid wordt geboden om zich op opti-male wijze te presenteren binnen de V l a a m s e groepsstanden.