• No results found

Vraag nr. 150 van 27 mei 2005 van de heer LUDO SANNEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 150 van 27 mei 2005 van de heer LUDO SANNEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 150 van 27 mei 2005

van de heer LUDO SANNEN

Verzelfstandigde agentschappen – Corporate governance charter

Het kaderdecreet "beter bestuurlijk beleid" van 18 juli 2003 bepaalt de grote principes van de verhouding tussen het Vlaams Gewest en zijn extern verzelfstandigde agentschappen. Die zijn publiekrechtelijk of privaatrechtelijk georga-niseerd, maar hebben in elk geval een raad van bestuur die een beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid afsluit.

In het antwoord op mijn vraag om uitleg in de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie van 22 februari 2005 heeft de minister gesteld dat in het kaderde-creet voluit rekening gehouden werd met de begin-selen van deugdelijk bestuur of good governance (Handelingen Cl 15 van 22 februari 2005, blz. 4-8). Heel wat elementen uit het kaderdecreet stemmen overeen met bepalingen in de code-Lippens, een code voor deugdelijk bestuur in de private sector, hoewel er ook verschilpunten zijn. De minister zegde dat de overheid er zich over moet beraden of de geldende regels voldoende zijn en of er geen bij-komende verplichtingen moeten worden opgelegd. De minister pleitte alleszins voor door de overheid opgelegde regels en niet voor een code die wordt overgelaten aan de interne beslissingsstructuur van een bepaald agentschap.

De Participatiemaatschappij Vlaanderen NV (PMV) is een dergelijke privaatrechtelijke vennoot-schap, met het Vlaams Gewest als enige aandeel-houder. Beide partijen hebben hun verhouding in een samenwerkingsovereenkomst vastgelegd. Het jaarverslag 2004 van PMV meldt: "Omwille van die complexiteit is het extra belangrijk om ook afspraken te maken over corporate governance. Het corporate governance charter van PMV moet de basis van een gezonde verhouding tussen de rol-len van de aandeelhouder/opdrachtgever enerzijds en de vennootschap/opdrachtnemer anderzijds vervolledigen."

1. Wat is het statuut van dit corporate governance charter? Was de Vlaamse Regering betrokken bij de opmaak ervan?

2. Hebben alle verzelfstandigde agentschappen een corporate governance charter? Zullen alle agentschappen een charter opmaken?

3. Welke zijn de belangrijkste bepalingen van zo'n charter?

Wat is de meerwaarde van een charter ten opzichte van het kaderdecreet en een samenwerkingsovereenkomst?

Antwoord

1. Het corporate governance charter van de NV Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) werd door het PMV-Management in overleg met de raad van bestuur opgesteld en zal in het licht van de permanente evolutie van PMV het voorwerp uitmaken van verdere verfijning en bespreking. Het charter moet nog evolu-eren naar een definitieve versie die PMV zal aftoetsen met de bevoegde Vlaamse minister omdat het een belangrijke aanvulling is bij de samenwerkingsovereenkomst tussen PMV en het Vlaamse Gewest. De Vlaamse Regering was niet betrokken bij de opmaak ervan.

De bedoeling van het charter is om na te gaan hoe de algemene bepalingen van het decreet op de Investeringsmaatschappijen van 13 juli 1994 moeten worden vertaald naar de speci-fieke situatie van de vennootschap in relatie tot de bijzondere opdrachten die PMV wor-den opgedragen. De samenwerkingsovereen-komst tussen PMV en het Vlaamse Gewest van 4 december 2003 regelt de uitvoerende taken die PMV op zich neemt en die voortvloeien uit vastgestelde doelstellingen, beleid en strategie. Deze overeenkomst is een contract tussen een uitvoerende en een opdrachtgevende partij. De opdrachtgevende partij is in een andere hoeda-nigheid tevens de aandeelhouder van de ven-nootschap. Wat aan PMV ook zijn sui generis karakter verleent. Daarom moet er ook meer geregeld worden dan alleen uitvoerende con-tractuele bepalingen. Het corporate governance document sluit daarom aan bij de samenwer-kingsovereenkomst en is een aanvulling ervan, gericht op de meer bestuurlijke zaken.

(2)

stra-tegie, de relatie tot de samenwerkingsovereen-komst, de taakomschrijving, de organisatie en samenstelling, de werking en de bevoegdheden van de raad van bestuur, de omgang met de diverse "stakeholders", bepalingen met betrek-king tot beheer en controle, en externe commu-nicatie.

Het corporate governance charter is een initi-atief van PMV dat als meerwaarde biedt dat er concreet wordt ingespeeld op de specifieke situatie van een investeringsmaatschappij die privaatrechtelijk georganiseerd is maar die taken voor de overheid moet uitvoeren.

Corporate governance bij bedrijven uit de publieke sector is vooralsnog onontgonnen ter-rein. Het charter werd daarom ook voorgelegd aan een aantal corporate governance deskun-digen, ondermeer aan de vertegenwoordigers van het Instituut voor Bestuurders - waar PMV overigens een actief lid van is - en werd zeer positief onthaald.

De uitdaging voor de publieke sector loopt gelijk aan die van de private sector en is zeker niet minder groot. Zoals hoger aangegeven is er naast de relatie vennootschap-aandeelhouder vaak immers nog een extra dimensie, namelijk het uitvoeren van opdrachten met publieke doeleinden.

Intussen staat PMV ook een stuk verder in haar ontwikkeling en activiteiten, wat de mogelijk-heid biedt om de autonome vennootschaps-werking, het goed beheer en de bijhorende

transparantie verder uit te bouwen. Bovendien hebben de ontwikkelingen inzake bestuurlijk beleid deze verzelfstandiging niet alleen beves-tigd, ze leiden er ook toe dat het belang van duidelijke afspraken rond corporate governance is toegenomen.

Het PMV corporate governance charter is niet alleen van groot belang omwille van het sui generis karakter van PMV. Het beoogt ook een bevestiging te zijn van de BBB-principes en een uitdieping van de daarin vervatte corporate governance aspecten na een eventuele inwer-kingtreding van het nieuwe decreet betreffende de investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid.

Het verdient daarom aanbeveling om dit initi-atief te voltooien aansluitend op de bestaande samenwerkingsovereenkomst en rekening hou-dend met de verdere ontwikkeling van PMV. 2. Niet alle verzelfstandigde agentschappen

heb-ben een corporate governance charter. De opmaak van een dergelijk charter behoort tot de autonome bevoegdheid van de verzelfstan-digde agentschappen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verder geeft het provinciaal structuurplan aan dat de kleinste- delijke gebieden en de structuurondersteunen- de hoofddorpen over de mogelijkheid beschik- ken om een bijkomend

Nu rijst echter de vraag of deze MER's ook kun- nen gebruikt worden bij de aanvraag van de bouw- v e r g u n n i n g, want het lijkt ons logisch dat bepaalde elementen wel

Zoals de vertegenwoordiger van de afdeling Water van Aminal in vergadering van 21 januari 1998 aan de Opvolgingscommissie verklaarde, wordt de aanbesteding van de

De Raad van State onderbouwt deze motivatie door te verwijzen naar de toelichting die de toen- malige bevoegde gemeenschapsminister gaf met betrekking tot de toepassing

Twee van de drie leerplannen schrijven voor dat deze leerlingen met alternatieve taken kunnen worden belast, onder voorwaarde dat deze taken dezelfde doel- stellingen nastreven

Wanneer echter grondige argumenten aanwezig zijn om enkele beperkte wijzigingen aan te bren- gen, dan zou dit eventueel wel mogelijk zijn en zul- len de economische gevolgen dan niet

Deze omzendbrief vermeldt per begrotingsjaar de jaarlijkse middeleninjectie waarmee de werkings- middelen voor het basisonderwijs worden ver- hoogd (nl. vanaf 1,672 miljard in

bedraagt 108,3 BFT's (budgettair fulltime equi - valent – red.), de totale loonimpact hiervan (tegen gemiddelde loonkosten 1999) bedraagt.. De geldmiddelen die